Kijk hem eens. Wat een ontzettend lekker stuk metaal, die BMW 507 van Elvis Presley. Hij is net helemaal binnenstebuiten gekeerd en tot in de puntjes gerestaureerd. Het verhaal achter deze auto is nog fascinerender dan het resultaat.
Stap in de tijdmachine, terug naar 13 september 1957, wanneer een maagdelijk witte BMW 507 uit de fabriek rolt. Een paar dagen later staat hij te blinken op de autoshow van Frankfurt. Weer een maand later presenteert coureur Hans Stuck diezelfde auto op de autoshow van Londen waarna hij in de auto naar België rijdt om hem aan de koning te laten zien. De laatste stop is in Turijn voor nog een autoshow. In de zomer van 1958 wint de auto een schoonheidsprijs in Wiesbaden, Duitsland. De auto heeft zelfs een rol in de film
Hula-Hopp Conny. Dat is al meer historie van 99 procent van alle klassiekers. Maar hier begint het pas.
In 1958 beland de – nog witte – BMW 507 bij een dealer in Frankfurt, waar hij een frisse motor en versnellingsbak krijgt. Daar laat een zekere 23-jarige Amerikaanse soldaat zijn oog op de auto vallen. Hij maakt een testrit en valt direct voor de auto. Die zekere soldaat? Meneer Elvis Aaron Presley. Hij koopt hem direct.
Hé, hij was toch rood?
De BMW 507 van Elvis Presley kwam dus wit uit de fabriek. Maar tijdens zijn dagelijkse rit van zijn huis in Bad Nauheim naar de Amerikaanse legerbasis werd hij regelmatige overvallen door vrouwelijke fans, die met rode lippenstift lieve berichtjes op zijn auto schreven. Iets te veel van het goede voor Elvis, dus liet hij zijn auto rood spuiten. Probleem opgelost.
‘Ambition is a dream with a V8 engine.’ – Elvis Presley
Toen de militaire dienst van Elvis erop zat, verkocht hij de 507 aan een Chrysler-dealer in New York. Ene Tommy Charles kocht de rode BMW toen om in te racen. De 3,2-liter V8 belandde in de prullenbak ten gunste van een dikkere Chevrolet-motor. Dat paste net niet, dus hier en daar ging de slijptol erin. Tommy was best succesvol met zijn Franken-BMW. In 1963 verkocht hij de 507 weer, waarna de auto nog twee keer van eigenaar wisselde.
Ene Jack Castor bemachtigde uiteindelijk de sleutels van de BMW 507 van Elvis Presley. Hij had grote plannen om de auto te restaureren, maar dat kwam er nooit van. Uiteindelijk was het een autojournalist die Jack in contact bracht met BMW, die de auto kocht om hem op te knappen.
Daar ging de hele auto uit elkaar en kreeg een zuurbad om al het roest en vuil te verwijderen. De Chevrolet-motor ging direct de kliko in. Met behulp van 3D-printen maakte BMW de ontbrekende onderdelen. Met een boel reserveonderdelen bouwde BMW een compleet nieuwe 3,2-liter V8. Het hak-en-zaag-werk van Tommy werd ongedaan gemaakt zodat de motor weer netjes op zijn plek paste.
Tijd voor een kleurtje. De BMW 507 van Elvis Presley werd opnieuw in
Feather White gespoten. Zelfs de spuittechniek komt overeen van die in de jaren ’50. Waarom? Met moderne techniek zou de lak te
shiny worden, en dat hoort niet bij de klassieker.
Het resultaat is oogverblindend. Maar ergens vinden we het zonde. De BMW 507 van Elvis Presley heeft zo’n rijke historie, en die is nu in een klap weggevaagd. Ach, gelukkig hebben we de foto’s nog.
Vind je dit tof? Lees dan ook:
Een miljoen voor een Porsche 911-schuurvondst
Reacties