Het concept van de drive-in bioscoop is zo simpel dat je bijna zou verwachten dat het ooit een keer spontaan ontstaan is toen iemand zijn televisie richting het slaapkamerraam zette en een passant zijn auto parkeerde. Het ontstaan van de eerste drive-in bioscoop is echter een stuk interessanter dan dat.

De eerste drive-in bioscoop ontstaat in de late jaren twintig in New Jersey. Alsof een verhaal over drive-in bioscopen nog niet Amerikaans genoeg is, sleuren we er hiervoor een ander stereotype bij uit het land van de eindeloze mogelijkheden. Een jonge Richard Hollingshead zit thuis met een nogal gefrustreerde en boze moeder. Ze is zo gepikeerd omdat ze te dik is om in de bioscoopstoelen te passen en daarom niet naar de film kan.

Richard krijgt een ingeving en zet een Kodak-projector op de motorkap van zijn auto en nagelt een laken tussen twee bomen. De eerste drive-in bioscoop ter wereld is geboren. Vanaf de voorstoelen in de auto kijken ze een film. De jonge ondernemer is overtuigd van zijn idee en spendeert de jaren daarna aan het uitwerken ervan. In Camden, New Jersey, opent hij in 1933 de eerste échte drive-in bioscoop met ruimte voor 400 auto’s.

Een doorslaand succes is het helaas niet direct. Zijn filmkeuze, een Britse film met de naam Wives Beware, is nogal een misser, maar dat is niet de grootste oorzaak. Het geluid van de film komt uit een stel speakers naast het witte doek. En omdat licht sneller gaat dan geluid, lopen het beeld en de audio niet synchroon. Dat probleem wordt pas in de jaren veertig opgelost door elke auto een losse speaker te geven. Of door het geluid over de radio uit te zenden.

Na de Tweede Wereldoorlog neemt de autoverkoop in Amerika explosief toe, en daarmee de populariteit van de drive-in bioscoop. Op het hoogtepunt zijn er 4.000 autobioscopen in Amerika. De grootste, in New York, heeft dan een capaciteit voor 2.500 auto’s. De Amerikaanse pers noemen de drive-in’s ook wel ‘passion pits’ of ‘interactieve auto-entertainment’, doelend op de nevenactiviteiten waarmee stelletjes zich in de auto’s bezighouden.

De oliecrisis in de jaren zeventig is een belangrijke oorzaak van de afname in populariteit. De kleinere en zuinigere auto’s hebben geen voorbank meer, maar twee losse stoelen. Bovendien blijken winkelcentra winstgevender, waardoor men de grond liever daarvoor gebruikt. Als klap op de vuurpijl verschijnt de videorecorder, waarmee mensen thuis filmavondjes kunnen houden op hun eigen sofa. Maar nu, dankzij corona begint deze manier van films kijken weer iets in populariteit toe te nemen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)