Vier monteurs pakken een vuist vol schroevendraaiers, lopen naar een in Rothmans-kleuren uitgedoste Porsche 962-raceauto, verwijderen het achterste deel van de auto en bevestigen de kentekenplaat aan de achterkant. Nu wordt de zinsnede ‘racewagen met kenteken’ vaker gebruikt, maar dit is echt iets bijzonders. ‘Ik houd van de esthetiek en zuiverheid van het ontwerp van de Groep C-auto’s’, aldus Takeshi Moroi, ondernemer en eigenaar van M’s Vantec, een industrieel plaatwerkbedrijf. Op een paar meter afstand staat een race-winnende Taisan 962 JGTC-auto en daar weer achter de body van een Mazda 787B. Hij groeide op met het kijken naar de Porsche 962 – samen met de nauw verwante 956 – twee auto’s die de autosport in de jaren tachtig en begin jaren negentig domineerden. Beide Porsches wonnen 232 wedstrijden in twaalf jaar, met inbegrip van zeven overwinningen op Le Mans – genoeg om hen een legendarische status te geven en genoeg ook om ervoor te zorgen dat hij er een voor zichzelf wilde. Toen hij dat kon, deed hij het ook. Een vrij zeldzaam exemplaar zelfs.

Vern Schuppan

Eind jaren tachtig had Porsche aangekondigd dat ze de 962 niet langer zouden steunen vanuit de fabriek. Dat weerhield een aantal mannen er niet van 962-body’s te kopen en er zelf mee aan de gang te gaan. Een van hen was Vern Schuppan, een man die in 1983 Le Mans won in een Porsche. Met Japanse steun produceerde de Australische coureur in Engeland koolstof 962-monocoques in plaats van aluminium exemplaren, met de bedoeling ze op de weg te krijgen. Een idioot maar tegelijkertijd briljant idee. Moroi’s auto is een van de twee Schuppan-prototypes, die zich onderscheiden doordat ze zijn voorzien van dezelfde long-tail koolstofvezel carrosserie als de racewagens. De latere productieauto’s, waarvan er slechts vijf waren (sommigen zeggen zes) en die werden verkocht voor bijna 1,5 miljoen euro per stuk, hadden ronde koplampen en een prachtige, gewelfde carrosserie. Onder de carrosserie van de Rothmans-auto is een complete rommelmarkt te vinden aan Porsche 962- en 956-onderdelen. De ophanging is van een 956, evenals de dry-sump 935/82 2,65-liter zescilinder motor. In twin-turbo setup goed voor bijna 640 pk – genoeg om de gladde carrosserie sneller dan 350 km/u te laten rijden. Hoewel de auto eruitziet als een racewagen, klinkt als een racewagen en is voorzien van motor en bak van een racewagen, is het in de ogen van de Japanse wet een straatauto. Handig, aangezien de heer Moroi net zonder melk zit.

Op naar de winkel

Hij roept naar een van zijn monteurs. Ik kan me voorstellen dat het iets in de trant is van: ‘We gaan even naar de winkel, kan ik iets voor je meenemen?’ Vervolgens glijdt hij, hop, met zijn linkerbeen over de radiatoren in de Porsche 962, grijpt de sidepod met één hand, slaat vervolgens zijn andere been er overheen als een balletdanser en kruipt in de cabine. Gelukkig is Moroi niet echt lang.
Een met zweet doordrenkt alcantara Momo-stuur domineert de naakte koolstof cockpit. Daarachter de klokken, een kwartslag gedraaid om 300 km/u te kunnen aflezen. Rechts daaronder een handleiding voor de versnellingspook; vijfbak, dogleg met de schakelstang die zichtbaar door de instaplijst loopt. Naast de bestuurder bevindt zich een dunne passagiersstoel met onboard entertainment: een kleine maar druk heen en weer zwiepende turbodrukmeter. Een brandblusser prijkt op het dashboard (je weet nooit). Niet zo comfortabel, maar er is airconditioning. Ik weet zeker dat de Le Mans-racers hun auto’s graag op die manier uitgerust hadden gezien.

Prima daily driver

‘De auto is heel gemakkelijk te rijden op de openbare weg’, zegt Moroi met een glimlach. ‘Maar wel eng, en dat is precies waar ik van hou.’ Vervolgens draait hij een contactsleutel om en geeft gas. Een raceauto die wordt gestart met een contactsleutel – het ziet er vreemd uit. Maar zodra de auto via de servicelift terug wordt gevoerd naar de realiteit, wordt het pas echt buitenaards. Wanneer we op deze zaterdagochtend rondrijden in de semi-agrarische omgeving van deze Japanse provincie, wordt het ondanks de nummerborden en richtingaanwijzers niet minder belachelijk. Wanneer je ‘m ziet op de openbare weg, krijg je pas echt gevoel bij de afmetingen van de 962. De auto is breed genoeg om een hele rijbaan te vullen, maar de schoften van de auto zijn zo laag dat ze nauwelijks boven de wielmoeren van een vrachtwagen uitkomen, zo blijkt wanneer we bij een verkeerslicht aankomen. Meer thuis op de kerbstones van de Fuji Speedway, maar nu onderhandelend met kamikaze-vrachtwagens op reusachtige kruisingen, zou je denken dat de Porsche 962 volslagen beroerd rijdt op de openbare weg. Maar het onderstel is verrassend goed in het absorberen van oneffenheden in het Japanse asfalt. In stokkend stadsverkeer wordt het echter een beetje warm en onplezierig in het interieur – niet echt verrassend gezien het feit dat de luchtgekoelde auto is gebouwd om 350 km/u te rijden op de Mulsanne Straight. Tijd om het tempo te verhogen en nog wat lucht in de motor te blazen. Met een lege weg voor ons trapt Moroi het gaspedaal in. Het duurt even terwijl de turbo’s druk opbouwen. En dan: bam! De auto schiet vooruit – grotendeels zijwaarts – in één gigantische ademteug. Dit is niet Moroi’s eerste rodeorit. In plaats van een handelaar in beschimmelde sinaasappelen van de weg te vegen, schakelt hij door naar een volgende versnelling en geeft hij nog meer gas. Er is niet veel dat je kan voorbereiden op het zien van een Le Mans-lookalike die door de rijstvelden schiet. Met de hectische racemotor die 8.000 toeren draait, is een dergelijke aanblik eigenlijk alleen te vinden in een hardcore videogame.

Normaalste zaak van de wereld

Maar de lokale bevolking blijft volkomen onbewogen onder al dit geweld. Ze zijn ofwel ongelooflijk vertrouwd met totale absurditeiten – iets wat een nacht in de wijk Akihabara in Tokio later inderdaad uit zal wijzen – of gewoon enorm beleefd. Niet één cameratelefoon wordt uit zijn holster getrokken. Zelfs niet wanneer we onze neon-fonkelende bestemming bereiken: een konbini, oftewel supermarkt. Het zijn een soort 24-uurs leveranciers van obscure gekookte, gebakken en gedroogde voedselproducten, maar het is tevens een plek waar je je bankzaken kunt doen, een dubieus anime-boek kunt kopen en verder vrijwel alles wat je maar kunt bedenken. Inclusief melk.
Aangezien je een verkeerstoren nodig hebt om de Porsche 962 achteruit in te parkeren, plaatst Moroi de auto met zijn neus vooruit in een parkeervak, alvorens hij uitstapt en het gestroomlijnde silhouet van de Groep C-auto bewondert, terwijl deze staat na te tikken. Hoe gek de huidige situatie ook is, ik wil toch weten of er iets is wat hij wil toevoegen aan zijn auto-arsenaal. ‘Ik wil een F1-wagen’, antwoordt Moroi. ‘Een van mijn mooiste ervaringen achter het stuur van mijn 962 is om de downforce te voelen; ik wil weten hoe het is om in een F1-auto te rijden.’

Otaku

Er is een Japans begrip dat mijn drie uren met Moroi mooi samenvat: otaku. Traditioneel gebruikt in manga en anime, gaat het over obsessieve en ultra-geïnformeerde fans van subculturen. Takeshi Moroi is de belichaming van de automobiele otaku. Hij is verslaafd aan auto’s en wil ze compleet exploiteren om de ultieme autosensatie te beleven, keer op keer. Is dit voor jou niet bijzonder genoeg? Zo zet je een F1-auto op Nederlands kenteken.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear