We hadden ons deze dag op allerlei plaatsen kunnen bevinden. Thuis. Op kantoor. In een woestijn aan het testrijden. Maar we hadden niet zo snel gegokt op de achterbank van een Faraday Future FF 91 – terwijl ie rondrijdt op een parkeerplaats. Maar dit is beter dan alle andere mogelijkheden – het is de praktische uiteenzetting dat Faraday Future meer zou kunnen behelzen dan een rookgordijn of een spiegelpaleis.
Dat is uiteraard ook de reden dat we uitgenodigd zijn. Faraday Future leek vanuit het niets te komen, dook op op de CES-show in Las Vegas in januari, en claimde daar toen dat het volgend jaar een volledig elektrische, zelfrijdende, super-de-luxe minibus in productie zal nemen die sneller zal accelereren dan welke supercar ook. Het bedrijf is evenzeer een technologische startup als het een autobouwer is, en ons begon het te duizelen. Was dit allemaal wel serieus te nemen? We belden hen, zij nodigden ons uit en nu zijn we er.
Het gebouw, ergens op een kruispunt van snelwegen en industrieterreinen tussen Los Angeles en Long Beach, was ooit het hoofdkantoor van Nissan North America. ‘Toen we het kochten in september 2014, zijn we er met een man of tien ingetrokken’, vertelt de zogeheten senior vicepresident van de R&D en technische afdelingen, Nick Sampson. ‘Ik raak de tel soms kwijt omdat het allemaal zo snel gaat, maar volgens mij zijn we hier nu met 1.200 mensen, plus nog 200 mensen die voor ons werken in de Bay Area van San Francisco, en in Beijing en Shanghai in China.’
Van tien naar 1.400 werknemers in tweeënhalf jaar?
Dat is pas groei – en daarin is China de sleutel. Faraday is een Amerikaans bedrijf, maar wordt gefinancierd door een zekere Jia Yueting, een Chinese entrepreneur die zijn geld heeft verdiend met online content, door rechten te kopen op allerhande tv-shows, sport, films, et cetera, en die via internet uit te zenden. ‘Zijn visie’, zegt Sampson, ‘is: “Als ik mijn content op mijn telefoon en mijn tv kan krijgen, waarom dan niet in mijn auto?” Hij ziet mobiliteit als een verlengstuk, als een extra mogelijkheid, om zijn content af te zetten.’
Sampson is ex-Lotus, ex-Tesla; Faraday Future zelf kwam tot leven door middel van LinkedIn. ‘Daar vonden we nog een ex-Lotus-man, Tony Nie, die had geholpen met het opzetten van Lotus Engineering in China. En in april 2014 ontmoetten we door zijn netwerk YT [Yueting, red.]. We kwamen tot een eensluidende visie en hij stelde voor dat hij ons zou helpen om Faraday Future op de rails te krijgen. Hij is de grote financiële man achter het project, maar we hebben nog een aantal andere financiers.’ Wie die andere mensen zijn, en hoeveel geld er in het bedrijf omgaat, wil Sampson, het gezicht van FF, niet zeggen. Naar verluidt zijn er problemen met de fabriek in Nevada, waar de bouwwerkzaamheden afgelopen november werden stilgelegd, en recent werd bekend dat de aanvankelijke plannen naar beneden zijn bijgesteld in hun omvang.
Minstens twee leveranciers hebben Faraday Future aangeklaagd omdat het de rekeningen niet betaalde, en een aantal bestuurders heeft ontslag genomen. Yueting heeft toegegeven dat er inderdaad financiële perikelen gaande zijn.
Moeten we Faraday Future wel serieus nemen?
Anderzijds: er bestaan geen nieuwe startups die geen problemen ondervinden. Dat zeggen we niet om FF te verdedigen, maar wel om duidelijk te maken dat er weleens wat misgaat als je niet alleen een geheel nieuwe auto wilt ontwerpen en bouwen, maar bovendien de fabriek nog moet neerzetten, de marketing moet regelen, de toelevering moet verzorgen en een verkoop- en servicenetwerk uit de grond moet stampen – alles, met andere woorden, moet vanaf het nulpunt worden opgebouwd. Het geld moet er bij FF momenteel op allerlei manieren uitspuiten.
Statistisch gezien is de kans dat FF het gaat redden niet al te groot. Maar we hebben het niet over een kleine sportautofabrikant die eens een balletje opgooit; we hebben het over een veel groter iets, over een royaal vergezicht.
Faraday Future heeft een kans omdat het publiek, vreemd genoeg, de traditionele autobouwers niet helemaal vertrouwt met elektrische auto’s. BMW’s i-modellen zijn totaal briljant, maar ze verkopen niet best. De Renault Zoe en de Nissan Leaf zijn ook prima. Die lopen ook niet al te hard. Tesla? Er hebben 400.000 mensen ingetekend op de Model 3.
Wat er aan het veranderen is, is de invloedsfeer. Het is niet Detroit dat de automobiele toekomst van de VS in handen heeft, het is LA. ‘Een deel van de reden dat we hier zijn begonnen’, zegt Sampson, ‘is niet alleen dat de Westkust de technologie, de mensen en de juiste houding heeft om dit te doen, maar vanuit een groter perspectief gezien, geeft het ons merk een gunstig imago.’ Hij vervolgt: ‘Plus: het is veel makkelijker om een snelle volger te zijn dan de leider. Tesla was ook de eerste niet, maar zij hebben wel het ijs gebroken.’
Voor Faraday is dit het moment – ze willen het ijzer smeden als het heet is. Pete Savagian, de vicepresident aandrijving, zegt: ‘Een autobedrijf beginnen is kostbaar en uitdagend, maar je kunt het beter snel doen dan langzaam – dan zou je gedurende een langere tijd kwetsbaar zijn.’ Savagian is ook een kopstuk uit de auto-industrie; hij werkte twee decennia bij GM, onder andere aan de oorspronkelijke EV1.
‘Hoe is de sfeer daar?’
Het interessante aan Faraday Future is dat we de techneuten kunnen ontmoeten, de ontwikkelaars. En ze zijn geloofwaardige, pragmatische mensen. We verwachtten enge witte tanden, zonnebankkleurtjes, perfect haar, vergaderzalen bovenin wolkenkrabbers, chroom en leer. Sampsons kantoor, waar we zitten te praten – sommigen van ons half leunend tegen planken met Lotus-modellen en automagazines erop – bevindt zich op de begane grond, direct achter de receptie. Het is hier en daar nogal stoffig. Het meubilair is een ratjetoe. In de receptie staat een grote tv; op de grond, naast een eenzame potplant. Het gevoel is hightech, maar ook hangt er een sfeer van lichte wanorde. Alsof ze er in alle haast ingetrokken zijn en niemand nog echt de tijd heeft gehad om om zich heen te kijken.
We maken een rondje. De kantoorruimtes zijn helemaal casco gemaakt toen ze erin trokken, alle scheidingswanden en plafonds zijn eruit getrokken, nu is het een grote, open ruimte. Het is exact wat je verwacht van een technologische startup aan de Amerikaanse Westkust. We zien weliswaar niemand op een omgekeerd bierkrat zitten, maar we weten zeker dat je hem zou vinden als je goed zou zoeken. Bureaus en monitors, veel mensen in dezelfde ruimte, wat ruw en onbezonnen, maar de algehele sfeer is goed en optimistisch. Naambordjes bungelen vanuit de plafonds. We stoppen bij het bureau van Hong Bae, omdat hij een poster van KITT uit Knight Rider heeft hangen. Hij is het hoofd van ADAS – autonoom rijden. Op de poster heeft hij geschreven: ‘Hoe moeilijk kan het zijn?’
We begrijpen waarom Sampson de tel is kwijtgeraakt, waarom hij niet precies weet wie waar wat aan het doen is. Dat is ergens ook bijna bemoedigend. Je zou achterdochtig worden als alles hier te gestroomlijnd zou zijn, maar niets lijkt in scène te zijn gezet. We gaan naar beneden – niet via een marmeren trap met allure, het is eerder een soort brandtrap. Dit is waar het echt gebeurt. We lopen voorbij de gigantische 3D-printers en, hé, ineens staat daar een half dozijn FF 91’s op en bij bruggen. Dat zal de criticasters die zeiden dat Faraday alleen maar een showmodel heeft, het zwijgen opleggen. In de designstudio waar de meeste van onze foto’s zijn genomen, staat een auto met een interieur. We mochten die niet fotograferen, want ze willen niet dat er al te veel informatie naar buiten komt.
Kun je het dan met woorden beschrijven?
Ontzettend, intrigerend mooi. Er zit een enorm grote, ogenschijnlijk zwevende, en verplaatsbare touchpad voorin, en achterin, voorbij de deuren die naar achteren openen, bevindt zich een uitklapbaar scherm en een stel zero gravity-stoelen die tot 60 graden kunnen neerklappen, en die de beste Bentleys en Maybachs zielig doen lijken. De integratie van de lcd-schermen in de materialen – zodat ze er naadloos in opgaan en niet domineren – is buitengewoon elegant. De cabine achterin, zo niet de hele cabine, is uniek voor Faraday. De auto mag er vanbuiten uitzien als een minibusje, maar vanbinnen is de Faraday Future FF 91 een eersteklas reiscapsule.
We worden voorgesteld aan het virtual reality-apparaat dat Faraday gebruikt om de onderdelen en de spelingen te bekijken, en waarmee ze de sfeer in het interieur nabootsen. We proberen om de virtuele auto heen te lopen en botsen dan op een zieltogende plant. We gaan verder en komen te weten dat ze momenteel 24 auto’s aan het testen zijn, sommige in hete weersomstandigheden, sommige in de kou, sommige op het parkeerterrein voor de deur. Of we een ritje willen maken? Ja, dat willen we.
Het lidar-systeem is al operationeel (laser light detection and ranging – het is een deel van het sensorennetwerk van de FF 91, dat bestaat uit dertien lange- en korte-afstandsradars, twaalf ultrasone sensoren en tien camera’s), en de auto gaat op zoek naar een parkeerplaatsje. De ophanging is wat ruw maar de aandrijving lijkt wel van zijde zo zacht, ook als ie zichzelf in z’n achteruit zet. Een constant gezoem van ventilatoren komt vanuit de elektronische dozen in de achterbak, terwijl ter hoogte van onze enkels een scherm vol stippen bezig is de omgeving digitaal te verkennen. Het is nog maar een prototype, maar de auto redt zichzelf. Hij bekijkt het andere verkeer, hij ziet waar de auto’s van werknemers staan geparkeerd, en draait uiteindelijk achterin een plaatsje voor het oorspronkelijke ADAS-prototype – een BMW X5 die zo vol bedrading en apparaten hangt dat ie zo dienst zou kunnen doen als de vervanger van Marty McFly’s DeLorean.
Dit is allemaal op zich niet zo revolutionair, maar de techniek voelt wel solide aan. Een MPV die verbouwd is door Hot Wheels, een auto op zoek naar z’n eigen niche, maar je kunt ‘m niet verwijten dat ie probeert te lijken op iets dat al bestaat. We waren eigenlijk best snel dol op ‘m, al moeten we straks wel rekenen op een prijs van een euroton of twee.
We willen niet te lichtgelovig overkomen, maar evenmin willen we de auto bij voorbaat uitlachen en kansloos achten. Wat wij denken dat er gaat gebeuren? Nou, meneer Jia Yueting is nog een autobedrijf begonnen, LeEco, in China. Ze hebben al een conceptcar, de LeSee. Kan Faraday Future te ver voor de troepen uitlopen? Sampson geeft toe dat de twee bedrijven samenwerken. Misschien zal FF deze auto in de VS ontwikkelen, en de productie dan naar China verplaatsen. Dat zouden ze in het Witte Huis leuk vinden. Wat ook kan, is dat Faraday haar premiumauto’s in de VS zal gaan bouwen – de Audi of Bentley van het bedrijf, versus de LeEco’s als de Volkswagen. Maar eerst moeten ze maar eens een auto op de markt brengen – en er staan nog genoeg obstakels tussen droom en daad.
Reacties