Laat je niet in de luren leggen door zijn minimale afmetingen. Dit pietepeuterige motortje is in staat je imago en jezelf flink te beschadigen.
In onze serie ‘extreme rijtesten’ stonden we ooit eens aan het roer van ’s werelds grootste cruiseschip. Met 226.000 ton en 135.000 pk was de Oasis of the Seas een enorme ervaring in de meest letterlijke zin van het woord. Nu rijden we op een motorfietsje waarvan er wel een miljard in dat schip kunnen. Maar ook kleine dingen zijn tot extreme of zelfs levensgevaarlijke prestaties in staat. Ben je banger voor een trompetterende olifant of voor de giftige schorpioen die met opgeheven staart voor zijn poten staat?
Dit minimotorfietsje is die schorpioen. Hij is snel en venijnig en bij het eerste spoortje van jouw angstzweet neemt hij je te grazen. Een grote motor is handelbaar en stabiel, deze is een opgewonden standje met een gevoelig weggedrag. Op een gladde kartbaan in een oude vliegtuighangar boezemt hij net zoveel angst in als een KillerFireBusa (of hoe die dingen ook mogen heten).
Het motorblokje is 50 cc groot en levert vijftien pk. Ja heus, vijftien. Maar laat me, voor je in lachen uitbarst, je eerst wat voorrekenen. De vermogens/gewichtsverhouding is een goede indicator voor prestatiepotentieel. Met mijn volslanke lichaam op het zadel is de pk/kg verhouding ongeveer 200 pk per duizend kilogram. Dat is precies even veel als die van een Focus RS.
Dit brommertje voor gevorderden heet de RRZ en wordt in Italië gemaakt door GRC. Dit bedrijfje bouwt met de hand replica’s van racemotoren. Dat verklaart waarschijnlijk ook de hoge prijs – zo’n 2.300 euro. In de handen van een vaardige coureur is het machientje zo snel als een kart. Niet zo gek dat er in Engeland en Italië speciale kampioenschappen voor worden georganiseerd. Aankomende supersterren leren hierop de fijne kneepjes van het vak. Ook Valentino Rossi startte op een Mini Moto.
Het probleem is dat ik nog kletsnat achter de oren ben, dus de snelheid van de RRZ is veel te hoog gegrepen voor me. Scott Redding, mijn zestienjarige begeleider van vandaag, raadt me aan op iets langzamers te beginnen. Hij kan het weten, want Scott is de jongste winnaar ooit van een 125 cc Grand Prix.
Ik kies een minder vermogend modelletje uit, met een tenenkrommend vermogen van vier pk. In de eerder genoemde vermogen/gewichtsverhouding is dit het kaliber Fiat Panda.
Nadat ik op het zadel geploft ben, zit ik in een heel malle houding. Mijn benen zijn wijd gespreid, mijn armen steken er tussen door. Zo moet een pad op een waterlelieblad zich voelen. Ik draai aan de gashendel en het tweetakt blokje zet met een luid reng-kedeng beweging in het motorfietsje. Terwijl ik mijn eerste meters maak, gaat het stuur als een bezetene heen en weer. Ik kijk naar beneden en begin te schudden als een zondagse pudding. Wat gas erbij blijkt de oplossing. Met een duwtje in de rug komt het fietsje weer in het gareel.
‘Ik merk dat je de motor tot 5.000 tpm moet opzwepen voordat de automatische koppeling aangrijpt. Wanneer dat gebeurt, breekt de hel los’
Ik kom bij de eerste bocht aan en hel over. Het is een halfslachtige actie, een iets te sierlijke boog, eigenlijk meer de houding waarmee je nonchalant tegen een lantarenpaal leunt. De buitenrail van de bocht komt snel dichterbij en met behulp van mijn steunende voeten op de grond blijft de boel op de baan. Scott passeert me in de buitenbocht, met zijn knieën schurend over het beton van het circuit. Als een straaljager boven de Afghaanse woestijn vliegt hij ervandoor. Zijn kont raakt het zadel nauwelijks, hij schuift van de ene kant van de motor naar de andere. Zijn benen zijn gespreid, zijn knie wordt in elke bocht als voelspriet voor de ideale lijn gebruikt. In één van de bochten gaat Scott zó plat dat zijn elleboog de baan raakt.
Als je niet overhelt, gaat het motortje rechtdoor. Maar een paar graden kantelen, zorgt voor een stroomversnelling in je bloed. De alarmbellen van je evenwichtsorgaan rinkelen luid. In een reflex wil je weer rechtop rijden, maar het is nu zaak te vertrouwen op de grip van de banden, ook al heb je steeds het gevoel dat het achterwiel onder je vandaan schuift – waardoor je als een homp vlees op het asfalt wordt gesmeten.
Ik buig mijn been zover naar buiten dat het in een rechte hoek op mijn bekken staat. Mijn lichaam stribbelt tegen, want dit is het niet gewend. Ik ga steeds verder en op een gegeven moment durf ik ook met mijn knie de baan aan te raken. Op hetzelfde moment geef ik gas. Het toerental schiet omhoog, het achterwiel slipt weg en voordat ik er erg in heb, smak ik tegen het asfalt en rol verder richting een vangrail. De hulptroepen hijsen me omhoog en stoffen me af. Een techneut legt de ketting weer om het tandwiel en stuurt me de baan op. Ja ja, vier pk’s hebben me zojuist gevloerd.
Het is mijn taak als TopGear-redacteur om nooit op te geven. Blinde ambitie die aan het waanzinnige grenst, dwingt me er toe een ronde op de snelle RRZ te maken.
Het minikanon wordt tevoorschijn gehaald. Ik ga diep door de knieën om plaats te nemen en na een flinke ruk aan het startkoord komt de geest in het motorblokje. Luidkeels en ongeduldig laat hij van zich horen. De trillingen tintelen in de zolen van mijn voeten die tegen het blok rusten. Ik merk dat je de motor tot 5.000 tpm moet opzwepen voordat de automatische koppeling aangrijpt. Wanneer dat gebeurt, breekt de hel los. Als een steen uit de slinger schiet je naar voren, of je het leuk vindt of niet.
De acceleratie voelt als die van een Focus RS turbo, zij het dat je nu geen voorruit voor je snufferd hebt. Zodra ik het rechte stuk heb gehad, knijp ik de remmen zo hard als ik kan dicht. Dit minimotortje is veel stijver dan zijn lichtere broertje waarop ik zojuist heb gereden, maar het vraagt meer lef om ‘m plat te leggen in de bochten. Met mijn eerdere valpartij in het achterhoofd wint mijn verstand het van mijn passie. Afstappen, het is mooi geweest.
Wat heb ik geleerd? Dat het verrekte moeilijk is je knie naar beneden te duwen terwijl je al zo laag bij de grond zit op dit miniatuur monstertje. Bovendien moet je een bovenaardse lefgozer zijn om hier op te rijden. Wat een geweld.
Specificaties: GRC RRZ Mini Moto
TopGear-vonnis
Het bewijs dat je geen karrevrachten vermogen hebt om plezier te maken. Hij ziet er uit als speelgoed, maar dat is ie niet
Prestaties
0-100 km/u in 7,0 sec., top 110 km/u, verbruik n.b.
Techniek
50 cc eencilinder, achterwielaandrijving, 15 pk, koppel n.b., 20 kg, CO2-uitstoot n.b.
Prijs NL ca. € 2.300
Prijs BE ca. € 2.300
Reacties