Hoe werkt een turbo?

Je hoort er de laatste jaren veel over, maar hoe werkt een turbo eigenlijk? Geforceerde inductie, dat is wat het is – je dwingt lucht in een motor zo om meer vermogen en minder brandstofverbruik te krijgen. Met een turbo heb je dus het verbruik van een kleine motor terwijl je de pk’s van een grote krijgt, claimen de autobouwers. De realiteit is echter wat minder rooskleurig.

Hoe werkt een turbo?

Je hebt twee turbines, die worden verbonden door een centrale as. De ene zit aan de uitlaatkant van de motor, de ander aan de inlaatkant. Uitlaatgassen drijven de eerste aan wanneer je gas geeft, waardoor de laatstgenoemde gaat draaien en er meer lucht in de motor wordt gezogen. Dat betekent dat motoren met minder inhoud nog steeds een behoorlijke hoeveelheid vermogen en koppel kunnen leveren. Er ontstaat wel een vertraging, het zogeheten turbogat, omdat er eerst lucht uit moet worden gedrukt voordat er extra lucht kan worden aangezogen, maar vrijwel elk merk heeft daar tegenwoordig een oplossing voor.

Waarom hebben zoveel auto’s een turbo?

Vooral om het brandstofverbruik en de uitstoot van CO2 te verbeteren. Omdat de EU-emissietests zo mild zijn, hoeven motoren zelden zo hard te werken dat ze hun turbo’s gebruiken. En omdat de motoren minder inhoud hebben, verbruiken ze op zo’n moment minder brandstof en stoten ze minder CO2 uit. Maar in de echte wereld, als een turbo vaker aanslaat en meer lucht aanzuigt – en er dus meer brandstof verbruikt wordt – zijn ze niet zo zuinig.

Welke auto’s hebben een turbo?

Tja, welke niet? Zelfs Ferrari stapt over naar turbomotoren en haast alle Porsches 911 gaan aan de beademing. Al je favoriete leaseauto’s zitten er al aan. Bijna elk merk behalve Mazda, die blijft trouw aan de atmosferische motorblokken.

Bonusfeitje!

Audi en Volvo gebruiken elektrische compressors om het turbogat te elimineren. De Audi SQ7 heeft twee reguliere turbo’s plus een elektrische compressor die lucht in de cilinders stuwt terwijl de turbo’s nog op gang komen.