Compact, snel, luxe en tijdloos: de Mini Cooper S is een ware evergreen. Sinds de ‘New Mini’ in 2000 terugkeerde, is het de ideale kleine funauto die je dagelijks kunt gebruiken. De eerste generatie (R53) begint al een moderne klassieker te worden, terwijl de tweede generatie (R56) de tand des tijds begint te tonen. De derde generatie, die qua uiterlijk en techniek duidelijk anders is, bestaat inmiddels al tien jaar. Daardoor vroegen wij ons af: wat kost zo’n Mini Cooper S (F56) tegenwoordig nog?
De derde generatie Mini Cooper S is in veel stappen een grote stap voorwaarts. Degelijker, betrouwbaarder, sneller en volwassener. Anderzijds is hij nog leuk genoeg voor de fun-kilometers. In dit artikel bespreken we alles wat je moet weten om de juiste uitvoering te kiezen.
Wat kost een Mini Cooper S (F56) als occasion 2014-2024?
- Specificaties
- Wat is het verschil tussen de Cooper S en de JCW?
- Hoeveel zijn er in Nederland?
- Wat kost een Mini Cooper S (F56) als occasion?
- Wat kost een Mini Cooper S (F56) als occasion in Duitsland?
- Is de Mini Cooper S (F56) betrouwbaar?
- Hoe rijdt zoiets?
- Wat zijn de concurrenten van de Mini Cooper S (F56)?
- Is een Mini Cooper S (F56) zijn prijs waard?
Specificaties
De Mini Cooper S was vroeger de snelste variant. In het geval van de F56-generatie zit het iets anders. Er zijn snellere modellen en heel erg veel Mini’s met deze naam die je als Cooper S kon bestellen. In dit geval behandelen we de hatchbacks van de F5X-generatie, F56 in de volksmond genoemd. Het is de derde generatie Mini.
- F54 (zesdeurs stationwagon, Clubman)
- F55 (vijfdeurs hatchback)
- F56 (driedeurs hatchback)
- F57 (tweedeurs cabriolet)
De Mini Cooper S (F56) kwam in 2014 op de markt als opvolger van de R56. De One en gewone Cooper hebben een 1.5 liter grote driecilinder aan boord. De Cooper S en Cooper JCW hebben een dikke 2,0-liter viercilinder. Naast de benzinemotoren is er ook een Cooper SD, met 2,0-liter turbodiesel. De Mini Cooper S (R56) heeft twee keer een facelift gehad: in 2018 en in 2021. Het model ging uit productie in 2024. Leuk weetje: de huidige benzine-Mini’s (F66) zijn in technisch opzicht gelijk aan deze.
Wat is het verschil tussen de Cooper S en de JCW?
Het kan een beetje verwarrend zijn, want de naam JCW zie je overal voorbij komen. De Mini Cooper S JCW is een snelle versie van de Mini Cooper S. Deze heeft een krachtigere motor, straffer onderstel, grotere remmen en afwijkende bodykit. Mocht je tuningsplannen hebben, ga voor de JCW. Niet alleen vanwege de remmen en onderstel, maar vooral vanwege de sterkere motor.
Het is echter wel mogelijk om het zogenaamde ‘JCW-pakket’ te bestellen op een reguliere Mini Cooper S. Deze ziet er dan grotendeels identiek uit. Ook het interieur lijkt dan op dat van de JCW. Mocht de verkoper in kwestie zeggen dat ze identiek zijn: nee, dat is niet het geval. Handige tip: je kunt aan het vermogen zien welke versie het is. 192 pk: altijd een Cooper S, 231 pk altijd een Cooper JCW.
Hoeveel zijn er in Nederland?
Dit is een lastige vraag om te beantwoorden. Er zijn er namelijk veel auto’s die als Mini Cooper S geregistreerd staan. Volgens de database staan er in Nederland 2.166 exemplaren op kenteken. Daarvan zijn er 1.341 door de importeur geleverd, de rest is import. Maar nogmaals, een kleine disclaimer. Soms zet men per ongeluk een Mini Clubman Cooper S of Countryman Cooper S als Cooper S op kenteken.
Wat kost een Mini Cooper S (F56) als occasion?
In Nederland staan er op moment van schrijven 340 exemplaren te koop. De goedkoopste Mini Cooper (F56) kost 12.950 euro. Dat is een exemplaar uit 2014 met een zeer rijke uitrusting, maar ook een relatief hoge kilometerstand: bijna 230.000 kilometer. Wil je niet meer dan een ton op de klok hebben staan, moet je minimaal 15.000 euro meenemen. Vijfdeurs exemplaren zijn opmerkelijk genoeg iets goedkoper dan driedeurs.
Op een Cooper S kun je enorm veel opties en accessoires bestellen, dus geen enkel exemplaar is hetzelfde. Items als een automaat, Harman Kardon-audio, groot navigatiesysteem, leren bekleding en het JCW-sportpakket kunnen de prijs flink opdrijven. De goedkoopste Mini Cooper S JCW (F56) kost 16.950 euro, komt uit 2016 en heeft 165.000 kilometer gelopen. De duurste Mini Cooper S is een JCW uit 2023 met minder dan 15.000 kilometer die bij een Mini dealer staat. Qua opties zit alles er ongeveer op.
Wat kost een Mini Cooper S (F56) als occasion in Duitsland?
Het aanbod in Duitsland is vele malen groter dan hier. Er staan er namelijk dik 750 te koop. De goedkoopste Mini Cooper S (F56) in Duitsland kost 10.500 euro. Dan heb je een exemplaar met meer dan twee ton op de klok. Wil je een exemplaar met aanzienlijk minder kilometers, dan kost dat slechts iets meer. Onder de 14.000 euro is er een enorme keuze. De duurste Mini Cooper S (F56) kost 44.900 euro, dat is een JCW met alle opties en slechts 2.400 kilometer.
Het loont dus wel degelijk om te shoppen in Duitsland. Uiteraard komen er importkosten bovenop, waardoor je bijna op Nederlandse prijzen zit. Let wel goed op wat voor opties je per se wil hebben. In Duitsland vind je namelijk de meest bijzondere configuraties met sommige dure opties wel en voor de hand liggende opties er niet op (en vice versa).
Is de Mini Cooper S (F56) betrouwbaar?
BMW had wat recht te zetten met de Mini. De eerste twee generaties waren niet het toonbeeld van degelijkheid en betrouwbaarheid. Een groot aandeel komt door de B48B20-motor. Deze is een stuk beter dan de voorgaande N14- en N18-motoren. Dat gezegd hebbende is hebben we het over inmiddels tien jaar oude motoren met enorm lange fabrieksintervallen. Een bekend euvel zijn de motorsteunen, die slijten bovengemiddeld snel. Dat uit zich in een hevig trillende motor.
De motor levert relatief weinig vermogen voor een 2.0T, maar kan eenvoudig worden opgevoerd. De turbo kan de benodigde druk leveren, de zuigers kunnen het echter niet aan. Dus kijk uit met een gechipte Mini dat ze niet te ver zijn gegaan met tunen. De JCW_versie heeft in basis hetzelfde blok, maar sterkere onderdelen en beter geschikt voor tuning.
Maar een auto is meer dan alleen de motor en ook daarbij valt op dat de Mini Cooper S (F56) aanzienlijk beter in elkaar geschroefd is. Wel zie je dat na een jaartje of tien de plastics wat verweren en de rubbers wat poreus worden. Bij vroege exemplaren kan het koppelingspedaal nogal kraken. Het belangrijkste is om een exemplaar te vinden waar (aantoonbaar) goed voor gezorgd is
Hoe rijdt zoiets?
In vergelijking met het oude model: een heel stuk volwassener. De grotere afmetingen zorgen ervoor dat de F56 iets rustiger en relaxter is. De zitpositie is een enorme vooruitgang, de sportstoelen eveneens. Nog altijd zij het auto’s die graag een bocht maken, maar die enorme hongerigheid van zijn voorganger heeft de F56 niet. Het voelt iets meer aan als een normale hot hatch. Dat heeft ook zijn voordelen, want langere afstanden is nu niet afzien.
De motor is een juweel. De tweeliter motor heeft voldoende vermogen en zeer veel koppel. Je zou verwachten dat ie erg dorstig is, maar als je er gewoon mee rijdt, valt dat erg mee. Het is alleen niet een motor die lekker doorhalen beloont. De JCW-versie doet er een flinke schep bovenop en zorgt wel voor dat baatje peper dat je eigenlijk bij een Cooper S verwacht. De handbak heeft de voorkeur, de automaat haalt een sportieve angel eruit.
De vijfdeurs versie heeft een iets langere wielbasis en rijdt dus fractioneel rustiger. De Cabriolet is zwaarder en heeft een minder stijve koets. Ten opzichte van zijn voorganger is het wel een stuk beter, het torderen valt erg mee. Tenslotte zijn er ook Cooper S-jes met dieselmotor. Daarover kunnen we kort zijn: geweldig als je per se een Mini wil en veel lange afstanden rijdt, maar het hot hatch-karakter is wel een beetje verwaterd.
Wat zijn de concurrenten van de Mini Cooper S (F56)?
In principe alle B-segment hatchbacks met een potente motor. Het is ook een beetje afhankelijk van het bouwjaar: ga je voor een 2014 of een veel later model. Als het gaat om een compacte premium hatchback met dikke motor is de Audi A1 TFSI 1.8 TFSI S-Line een alternatief. Die auto is beduidend minder sportief dan de Mini, maar iets hoogwaardiger qua interieur. De Audi is wel een stuk zakelijker qua karakter.
Gaat het puur om de retro-vibe, dan is de Volkswagen Beetle (zonder New ervoor) een goede optie. De laatste generatie is aanzienlijk leuker dan de New Beetle en met de 2.0 TSI heb je in basis een Golf GTI met een kever koets. Wel is de Beetle duidelijk groter en zwaarder dan de Mini. Mocht je tuningsplannen hebben, dan kun je met de Beetle in technisch opzicht alle kanten op. Alle upgrades voor een Golf GTI passen ook op een Beetle 2.0T.
Wil je de retro-vibe, maar dan met veel meer peper dan is de Abarth 500 het aangewezen alternatief. De Abarth 500 (en derivaten als de 595 en 695) zijn niet zozeer beter dan een Mini, maar wel heel erg veel leuker. Dat komt door het lagere gewicht, plankharde onderstellen en heerlijk opgefokte motoren. De Abarth is beduidend kleiner, nog onpraktischer én je zit een stuk hoger. Maar ze zijn wel hilarisch.
Is een Mini Cooper S (F56) zijn prijs waard?
Dat is een goede vraag, zeg. Nu hebben we hem zelf bedacht, maar toch. De Mini Cooper S (F56) begint nu lekker voordelig te worden. Nu ze veel betrouwbaarder zijn dan voorheen en meer geschikt als eerste auto, is de Mini als occasion zeer interessant. Mini’s zijn nooit echt goedkoop geweest, maar als totaalpakket zijn ze zeker interessant.Kijk even hoe belangrijk opties zijn voor je, dat kan de prijs flink opdrijven, terwijl het op de rijbeleving niet echt van invloed is.
Reacties