Normaal gesproken zijn het trollen die zich onder bruggen verstoppen. Of in dit geval misschien Japanse oni, gezien het feit dat we een viaduct aan de rand van Tokio naderen. Het is hoe dan ook niet het soort hangplek dat je verwacht van supercoole Japanse jongeren. Maar als er subculturen ontstaan, is dat meestal aan de rafelrandjes van de samenleving, en deze is geen uitzondering.
Echter, de lichaamstaal, de manier waarop de auto’s zijn geposteerd – die zijn hetzelfde als bij elke andere automeeting. Mensen die bij elkaar staan in losse groepjes, wijzend naar bepaalde delen van auto’s, lachend en grappen makend, van een afstandje bewonderend of juist naar binnen leunend om het eens echt goed te kunnen zien. Wat dit zo anders maakt, zijn de auto’s zelf. Dat zijn niet de gebruikelijke, zwaar verbouwde of peperdure eyecatchers van merken die je niet elke dag tegenkomt.
Deze Volvo’s die juist niet moeten opvallen
Sterker nog: ze zijn op zijn best ontzettend onopvallend. En daar gaat het hier ook juist om. In een maatschappij die wordt aangejakkerd door uitzinnigheid en shock value voor de Insta-reels en TokTiks, hebben de coolste Japanners hun hakken in het zand gezet en juist de vierkante, gebreide vestjes van de autowereld omarmd: oude Volvo’s.
Het zal voor niemand die ook maar een greintje interesse heeft in auto’s als een verrassing komen dat Japan bijzonder goed is in autocultuur. Voor een betrekkelijk klein eiland is het des te opmerkelijker dat de hele boel zindert van diverse onderstromen van autofilie die je verder eigenlijk alleen tegenkomt in bepaalde delen van Amerika, en die worden gevoed door een historisch sterke lokale autoproductie en het gevoel dat de auto een zekere persoonlijke vrijheid vertegenwoordigt.
Maar de autocultuur van Japan is breder en dieper dan je denkt; een levensboom met wielen.
In de stam zitten de grote aantallen, de wat gebruikelijker autoliefde van alledag (die dus alsnog een stuk verder gaat dan jij en wij voor mogelijk houden); maar aan de takken vind je kleinere en meer delicate uitlopers, fracties van subgenres die steeds kwetsbaarder worden. En de auto-scene in Japan is er al decennia enorm goed in – als jij het kunt bedenken, bestaat er waarschijnlijk een liefhebbersgroep van.
Van de enthousiastelingen van de Groep B-rallytijd tot de bosozuku-gangsterauto’s, van kyusha (alles origineel en in de correcte tijdsgeest) tot cartooneske kaido-raceauto’s. Er zijn sportauto’s in Shakotan-stijl en bijzonder opzichtige dekotora-vrachtwagens, lowriders, hotrods, en er is volop enthousiasme voor de kleine kei cars. En dan hebben we het niet eens over de meer ‘reguliere’ clubs voor supercar-liefhebbers en specifieke merken. Een groep die aanzienlijk minder exotisch lijkt, althans in Europese ogen, is die van de mensen die houden van pensionado-Volvo’s.
De baksteen of Legoblok Volvo
En dan vooral de Volvo 200-serie: de ‘bakstenen’, de gemoedelijke sedans en stationwagens die je van 1974 tot begin jaren ’90 op zo’n beetje elke middenklasse-oprit kon tegenkomen. En het gaat om de standaardexemplaren, waaraan niets is veranderd of getuned. Zeker, je zou kunnen gaan voor de iets sexyer Bertone Volvo 262C, de coupé met het met vinyl beklede dak, of iets anders met twee portieren uit die tijd. Maar dan ben je eigenlijk alweer te trendy. Het is juist de volstrekte normaliteit die iedereen aan het glimlachen lijkt te krijgen. En glimlachen doen ze. Veel.
Sterker, het welkom dat het zooitje ongeregeld krijgt dat TopGear op ze af heeft gestuurd en dat zo nodig juist op deze plek wilde verzamelen, is niets minder dan hartverwarmend. Gelach, knuffels, een boks hier en daar, met als enige verbinding de liefde voor auto’s. We spreken elkaars taal niet, maar we begrijpen elkaar. Een kleine herinnering aan het vermogen van auto’s om mensen bij elkaar te brengen.
Een Volvo als coole bezorgauto
Hirofumi Miura, Hiro voor intimi, is niet alleen de eigenaar van een wel zeer autogerelateerde achternaam; ook van Central Burger, een hippe hamburgertent in Yokohama. Hij legt uit waarom we hier zijn. ‘Eigenlijk wilde ik alleen een gewone, goedkope auto om bestellingen mee te kunnen afleveren. Het viel me op dat mensen van mijn leeftijd dit soort auto’s nooit reden, en daar ging een vreemde aantrekkingskracht van uit.
Hij is zó breed inzetbaar – een coole auto uit de jaren ’90 waarmee ik boodschappen kan doen, of een date in kan meenemen om een lange, comfortabele reis te maken… Het zijn gewoon leuke auto’s die heel goed passen bij mijn langzame levensstijl. Rij niet hard, doe het rustig aan, dat is het hele punt.’ Hiro moet om zichzelf lachen, alsof de ‘langzame levensstijl’ een stille en geheime grap is – maar we hebben het gevoel dat hij dat heel aardig voor elkaar heeft.
Het is een thema dat veelvuldig naar voren komt in gesprekken met deze JDM-Volvisti: het langzame leven. Een soort antibeweging tegen de wapenwedloop van prestaties en show, ten gunste van iets dat verworden is tot een tegencultuur, het vieren en eren van het tegenovergestelde. Takehisa Nakagawa, die in het dagelijks leven surfboards verkoopt en een donkergroene stationwagen met een enorme imperiaal heeft, houdt er een soortgelijke visie als Hiro op na.
Waarom kiest iemand voor een oude Volvo?
‘Ik wilde iets dat ik voor mijn werk kon gebruiken, iets met karakter, en in vond deze. Dat rechthoekige maakt hem cool. Moderne auto zijn allemaal rond, alle hoeken zijn afgevlakt, nietwaar? Dan valt deze juist op, met al zijn rechte lijnen. Volvo’s zijn solide en… vriendelijk. Deze hier is haast een familielid geworden. Ik denk dat ik hem gewoon altijd blijf rijden.’
Er is hier dus passie, het is alleen wat een wat meer familiair, meer weloverwogen soort auto-enthousiasme. Wat redelijk haaks staat op wat in de andere Japanse autosubculturen gebruikelijk is. Natuurlijk heeft de Volvo 200 ook in Europa een eigen schare aanhangers en is ie hier ook een soort statement tegen flitsende, opgeblazen sportauto’s, met een voorliefde voor schijnbaar saaie begrippen als comfort, veiligheid en praktische bruikbaarheid.
Tussen alle gebruikelijke aandachttrekkers is een Volvo 240 Estate een bewust tegengeluid. Een afwijzing van het ‘kijk mij eens’-syndroom vertaalt zich in een hang naar iets zo gewoons dat het iets iconisch heeft gekregen. En dat is ook precies wat een bepaald deel van een jonger publiek in Japan, dat in essentie gewoon een voorkeur heeft voor goed productontwerp, zo aanspreekt. Als een Volvo ontworpen is om comfortabel, veilig en praktisch te zijn, en hij is al die dingen ook, dan is ie simpelweg een goed product. En goede producten vinden altijd hun weg naar fans. Al kan het soms even duren…
Ook de klassieke Volvo’s blijven niet standaard
Dat is ook het punt van de Japanse autoliefhebberij, en wat deze cultuur zo bijzonder maakt – het is een levend organisme. Het verandert en evolueert, past zich aan en groeit terwijl de smaken en modes veranderen. Van de straatracewortels van de Midnight Club (Tokio’s beruchte Middo Naito Karubu) tot de hele tuning-scene, en van daaruit naar het customizen en oprekken van de grenzen der esthetica – Japan staat nooit stil.
Wat deze Volvo-fans doen is het omarmen van weer een nieuwe niche, zij het dat het een wat kalmer en bedaagder ideaal is. Om niet te zeggen dat juist het feit dat de baksteen niet populair is de basis vormt voor zijn aantrekkingskracht in die niche. In Japan is het cool om anders te zijn. Mocht het nou zo zijn dat Volvo’s opeens in wat bredere kring populair worden, dan zouden de early adopters waarschijnlijk op zoek gaan naar iets anders. Maar dat ligt niet erg voor de hand; zoveel oude Volvo’s zijn er nou ook weer niet om je aan te hechten.
Takumi Uchida snoert zijn BMX-fietsen vast op het dak van zijn zwarte sedan om ze mee te nemen naar zijn favoriete locaties. Hij is er bedreven in, dat fietsen dan; hij springt met speels gemak met zijn fiets in het rond als een turner op wielen. En hij heeft een duidelijke mening over oude Volvo’s en hun nut.
Het zijn geen Japanse racemonsters
‘Ze zijn niet erg snel, wat het makkelijk maakt om gewoon te zeggen: “Oké, dan doen we het toch lekker rustig aan?” De mijne ziet er misschien wat rommelig uit, maar hij is nog altijd cool, eenvoudig te repareren en je ziet er niet zoveel in Japan, en dus wilde ik er een. Ik kocht deze eigenlijk toen ik op zoek was naar de goedkoopste auto die ik kon vinden. Ik stond op het punt een Nissan Y32 Gloria te kopen, maar dat ging niet door, en toen vond ik deze. En als je hem dan eenmaal een tijdje hebt gereden, wil je hem heel lang houden…’
Wat ons bij een ander aspect brengt van de liefde die deze Japanners voelen voor Volvo: het idee dat ze maar blijven gáán. Naoya Tsukamoto, die de goudkleurige sedan van een vriend heeft meegenomen, is een autofotograaf uit Tokio. ‘Ik weet niet waarom, maar de Noord-Europese cultuur is erg populair in Japan. We zijn dol op Volvo’s en Ikea.
Natuurlijk denken Jappanners dat het sloopkogels zijn
En Japanners denken dat Volvo’s heel erg duurzaam en sterk zijn – als je bij een ongeluk betrokken raakt, zul je dat in een Volvo overleven. Er is ook een woord in het Japans, mottainai, dat zoiets betekent als ‘wat een verspilling’. Er wordt mee bedoeld dat het goed is om iets draaiende te houden. Volvo past bij de geest van dat woord: ze gaan gewoon door, en dat spreekt een hoop Japanners erg aan. Maar ze zijn ook zachtaardig om mee te rijden, en dat is gewoon… vriendelijk.’
Daar heb je die woorden weer, ‘zachtaardig’ en ‘vriendelijk’. Niet per se de woorden die je doorgaans met je auto associeert, wel woorden die passen in deze context, en zeker bij deze mensen. Het is een thema, zeker in combinatie met die voorkeur voor ‘het langzame leven’ en praktische bruikbaarheid. Het gaat bij oude Volvo’s in Japan niet zozeer om wat ze zijn, maar om waar ze voor staan.
Veiligheid, zekerheid, ontspanning, praktisch nut en duurzaamheid. Je hoeft met niemand de competitie aan te gaan als je in een baksteen rijdt, want je speelt niet eens dezelfde wedstrijd. In een wereld waarin onmiddellijke bevrediging en viercijferige vermogens koning zijn, is rondhobbelen in een Volvo-stationwagen uit 1993 het equivalent van een rustige kamer en een rugmassage.
Wat voor mensen zitten er in een Japanse Volvo-club?
Maar het aardige is dat de mensen die zoveel ophebben met deze auto’s allemaal zo kalm en chill zijn dat ze zelf niet eens doorhebben hoe cool ze zijn. Het gaat niet om het soort hipsters die een ironisch punt proberen te maken door de kleren van hun grootouders te dragen en te shoppen bij kringloopwinkels. Deze mensen vinden deze auto’s gewoon tof, en het kan ze geen moer schelen wat anderen daarvan vinden. Dat zelfbewustzijn, dat geloof in langzaamheid, dat is het hele wezen van cool zijn.
Het gaat niet om waarin je je voortbeweegt, maar hóé. Een oude Volvo plus een berg good vibes mag dan in de ogen van sommigen niet bijzonder hip zijn, als je er een tijdje in wordt ondergedompeld, wordt duidelijk dat deze niche misschien wel de coolste van allemaal is.
Bekijk ook de video die we hebben geschoten van de oude Volvo’s in Japan.
Ruud nota heeft op 22 april 2024 geschreven:
Haha ik heb zelf twintig jaar in zo n bak gereden het was de familie auto toen mijn kroost opgroeide ( nu veel verdienen). Het diverse typen 245 versleten, zelfs een diesel ( niet !!), eenGLE, een oude total.loss gereden tegen een camion in 1990, enz.
Ik zou nu niet meer willen je krijgt nu de dure herstelkosten, en het verbruik is ook vreselijk. 1 op 10.
Rij ze!;Ruud. Ruud