Wie waren uw jeugdhelden op het automobiele vlak?
Horacio Pagani: De F1-coureur Fangio. Hij was om te beginnen mijn vriend. Hij was een buitengewone figuur en de inspiratie voor de Zonda. Er is een boek geschreven door Roberto Carozzo, dat heet Fangio: Cuando El Hombre Es Más Que El Mito (Fangio: Wanneer de man meer is dan de mythe) en dat omschrijft goed wat hij was. Hij was zeer rijk, op intellectueel en menselijk vlak. Een persoon van grote eenvoud. Onze relatie ging heel diep. Dan komen Bertone, Giugiaro, Pininfarina, Riva, bijvoorbeeld. Allemaal grote mannen, niet alleen grote designers of ondernemers.
Christian von Koenigsegg: Mijn echte held was Reodor Felgen, uit een oude animatiefilm die Pinchcliffe Grand Prix heet (Flåklypa Grand Prix in het oorspronkelijke Noors). Reodor was de fietsenmaker in een klein dorp die zijn eigen geweldige racewagen bouwde en tegen alle verwachtingen in begon te winnen. Die film was mijn aanvankelijke inspiratie en is dat in feite tot op de dag van vandaag.
Beschrijft u het moment waarop u wist dat u uw eigen autobedrijf zou starten
HP: Toen we de eerste motor van Mercedes kregen geleverd. Ik realiseerde me dat we de juiste kant opgingen. Ik zal altijd al onze partners, iedereen met wie we hebben gewerkt, dankbaar zijn.
CvK: De dag waarop ik het uiteindelijk besloot te doen, was 12 augustus 1994. Ik ging achter mijn Windows 3.11-computer zitten en tekende het design dat ik al jaren in mijn hoofd had met Microsoft Paint. Ik had destijds mijn eigen im- en exportbedrijf, maar vanaf die dag tekende ik. Het autobedrijf lijfden we in bij mijn andere bedrijf in 1995.
Wat is de hoogste technische horde die u heeft moeten nemen?
HP: Moeilijk om er een te kiezen. We werken zo hard aan elk detail dat het is heel moeilijk is om er een te kiezen. Laat ik het zo zeggen: het moeilijkst is het voor ons om onze dromen vorm te geven. Elk detail moet perfect zijn, alles moet op zichzelf kunnen staan en ook dan af zijn.
CvK: Mag ik ‘alles’ zeggen? Onze deurscharnieren laten werken terwijl iedereen zei dat het onmogelijk was. Een hele auto ontwerpen rondom een dak dat in de kleine bergruimte voorin past. Subframes, ophanging, de extreme ronding van onze voorruit, de brandstoftank in het chassis passen en zorgen dat het werk met de schotten erin, et cetera. Het was een grote uitdaging om het allemaal te ontwerpen en geen compromissen te doen wat betreft gewicht of prestaties.
Op welke manier heeft uw land van herkomst invloed op uw auto’s?
HP: Italië en Argentinië lijken erg op elkaar, op veel vlakken. Passie is waarschijnlijk wat Latijnse volkeren overal ter wereld delen, en daarom voel ik me in Italië prima thuis. Het land waar je je dromen wilt verwezenlijken is van groot belang. En als je het over supercars hebt, moet er al helemaal een band met de geboortegrond zijn. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat Ferrari’s, om maar eens een voorbeeld te noemen, toch synoniem met Maranello, Modena en Italië, op een dag in China zouden worden gemaakt. Dat geldt ook voor onze auto’s.
CvK: Ik wilde iets maken dat heel clean en minimalistisch was, en dat is natuurlijk een erg Scandinavische aanpak. Natuurlijk is de veiligheid van onze auto’s ook altijd van groot belang geweest. De mogelijkheid om de auto te beheersen en te zorgen dat je geen ongelukken hoeft te krijgen, is zelfs heel belangrijk voor ons. Dat is ook een belangrijk deel van Zwedens automobiele, historische erfgoed, waarbij Volvo en Saab altijd wereldwijd voorop hebben gelopen. Onze auto is een dure auto, dat is helder, maar we beschouwen ‘m als waar voor z’n geld als het gaat om design, de bouw en de prestaties. Ik denk dat eerlijkheid in design en waar voor je geld ook Scandinavische trekjes zijn, en die waarden zijn ook onze waarden.
Hoe belangrijk zijn vermogens- en prestatiecijfers?
HP: Getallen en records zijn er om verbroken te worden. Ja, ze zijn belangrijk, maar de ervaring is veel belangrijker, en die staat los van getallen. Dromen en passies kun je niet tellen – die zijn tijdloos. Grenzeloos.
CvK: Ik denk dat cijfers steeds minder belangrijk zullen worden, in het bijzonder voor ons. Als je onbekend bent, is het een manier om bekend te worden, maar het mag geen hype worden. Een sportauto heeft weinig met transport te maken. Wij hebben andere prioriteiten. Wij moeten opwinding en plezier leveren, vooral op de baan. De cijfers zelf kunnen dor de klanten worden vergeleken, en geruststellend zijn, maar waar het echt om gaat, is hoe de auto zich gedraagt.
Wat was de mooiste rit van uw leven?
HP: Toen ik voor het eerst mijn allereerste Zonda reed, met Cristina, mijn vrouw. Dat was iets dat ik nooit zal vergeten.
CvK: De drie meest opwindende ritten van mijn leven waren:
1. Met mijn moeders Opel Corsa rondom de kleine boerderij van mijn ouders in Zuid-Zweden toen ik tien jaar was.
2. Mijn eerste zelfstandige rit nadat ik mijn rijbewijs had gehaald. Dat was in mijn vaders Audi 100.
3. De eerste keer dat we het CC-prototype reden in 1996. We hadden er nog niet eens een carrosserie omheen zitten. Het was alleen maar chassis en een motor. Het was op een bochtige weg buiten Olofström, waar onze fabriek destijds stond. Je kon het chassis voelen werken, je hoorde de motor brommen. Alles werkte zoals het zou moeten werken. Dat was een heel opwindend gevoel, want we hadden ons prototype helemaal vanuit het niets gebouwd – en hij reed echt heel goed.
Morgen lees je deel II!
Reacties