‘Als het niet kapot is, repareer het dan totdat het wel stuk is’, dat is het levensmotto van mensen die graag aan hun auto sleutelen. Monteer je nieuwe velgen, lopen de kasten weer aan en als je dat verhelpt, springt er weer iets anders los. Meestal is dat het resultaat van een krap budget, niet het juiste gereedschap en kennis die van YouTube komt. Bij het leger zou je verwachten dat het iets anders loopt.
Het Belgische leger stuurde zo’n 40 Pandur-pantserwagens terug naar de Zwitserse fabrikant voor de zogenoemde Midlife Update (MLU). Volgens Nieuwsblad.be was dat nodig om de auto veilig te houden. Ruim 30 miljoen euro later kwamen de pantservoertuigen terug met dikkere bepantsering en nieuwe speeltjes aan de binnenkant. Het probleem: hierdoor zijn de Belgische legervoertuigen veel te krap geworden vanbinnen. Militairen groter dan 1,70 meter passen niet meer goed in de Pandurs.
Mensen die langer zijn dan 1,70 meter kunnen zich niet vrij genoeg bewegen om te sturen, rijden of schieten. De testgroep beschreef het euvel met de woorden ‘zeer hoog risico’ en ‘zeer grote hinder’. Er wordt nu gezocht naar een oplossing, maar de missie in 2021 in Mali kunnen ze vergeten. Niet eerder dan 2022 worden de Pandur-legervoertuigen weer ingezet als commandovoertuig, medisch voertuig of verkenningseenheid.
Foto: een Tsjechische Pandur via Pixabay
Reacties