Het is hetzelfde ritueel. Vlieg naar Spanje, verdeel je dag tussen het circuit en de weg en probeer een veelbelovende circuitauto te leren kennen. Alleen voelt het deze keer heel, heel anders. De 911 GT3 was voorspelbaar. Een evolutie van een formule die altijd meer levert dan de som van zijn delen. Zelfs met de dreiging van nieuwe wetgeving en de hete adem van de RS en S/T in zijn nek zou deze auto altijd iets speciaal blijven.

De Maserati GT2 Stradale? Een soortgelijk uitgangspunt, een totaal andere aanpak, en afkomstig van een huis dat tot zowel glorieuze genialiteit als fabelachtig falen in staat is. Het is heel goed mogelijk dat de GT2 Stradale de GT3 ontzettend zakelijk zal doen aanvoelen en met veel vertoon van woest Italiaans turbodrama een deuk in zijn perfectie zal schoppen. Aan de andere kant: hij zou ook best behoorlijk kunnen tegenvallen en nogal, eh… ruk kunnen zijn.

Traditie van alles wat heilig en goed is

Maar van dat laatste gaan we niet op voorhand uit. We vinden de GT2 Stradale juist ongelooflijk opwindend. Hij spreekt regelrecht tot onze ziel. We zijn niet alleen dol op de enigszins onbegrepen MC20 waarop deze auto is gebaseerd, maar op de hele blauwdruk van een gestripte supercar met middenmotor uit de Italiaanse regio die enkele van de beste auto’s heeft voortgebracht die we ooit hebben meegemaakt: Scuderia, Superleggera, SVJ, STO, Speciale…

De GT2 Stradale past in een traditie die staat voor alles wat heilig en goed is. Hij zou goddelijk moeten zijn.De uitdagingen? Nou, hij is duivels duur. Nederlandse prijzen zijn niet bekend, maar feit is dat er in België een prijs van 382.650 euro wordt gerekend, waar in Nederland nog eens de nationale belediging die BPM heet overheen komt. Het zal een gruwelijke totaalprijs opleveren; meer dan een half miljoen? Het zou zomaar kunnen.

Hij is dus sowieso duurder dan akelig goede concurrenten als de Porsche 911 GT3 RS, McLaren 750S of Ferrari 296 GTB. Dat doet zeer. Er zullen maar 914 GT2 Stradales worden geproduceerd, misschien om te voorkomen dat hij ten prooi valt aan dezelfde enorme afschrijving die de standaardauto ten deel valt. Hoewel 914 exemplaren ook weer niet zó gelimiteerd klinkt, toch?

Fatshaming: de MC20 was stiekem wat te zwaar

Er sluipen ook andere knagende gedachten naar binnen. De gewone MC20 heeft een beetje een gewichtsprobleem. Ondanks zijn koolstofvezel onderstel, onmodieuze gebrek aan hybridetechnologie en een opgegeven gewicht van 1.495 kilo bleek hij bij onafhankelijke tests veel zwaarder te zijn. En dan is er nog het feit dat de MC20 een ander soort supercar is.

Niet met zulke scherpe randjes als de rivalen van McLaren en Ferrari, maar wel overlopend van het karakter, met een heerlijke ‘vloeibaarheid’; een beetje als een soort opgeschaalde Alpine A110. Als je dat dan gaat omvormen naar het gebruikelijkere recept van een ‘uitgeklede supercar’, dan loop je het risico dat hij juist zijn oorspronkelijke charme kwijtraakt, én moet gaan voldoen aan de enorme dynamische eigenschappen die voornoemde concurrenten al als maatstaf hebben neergelegd.

Aan de andere kant: misschien denken we er gewoon een beetje te veel over na. Op zich lijkt de GT2 Stradale alles goed te doen. De wat rauwe maar ontzettend opwindende 3,0-liter V6 Nettuno-motor met twee turbo’s levert nu 640 pk bij 7.500 toeren per minuut (10 pk meer). Het drooggewicht is gedaald naar een (geclaimde) 1.365 kilo.

Heel erg veel wijzigingen

Hij kreeg een nieuwe splitter aan de voorkant, ventilatieopeningen in de motorkap en wielkasten, een nieuwe bodemplaat en een vaste achtervleugel met drie met de hand instelbare hoeken die een downforce van maximaal 500 kilo bij 280 km/u kan genereren. In het interieur zijn onnodige stukjes bekleding en dergelijke verwijderd en wordt het naakte koolstofvezel omarmd, tot de kale vloer aan toe.

De deurgrepen zijn van textiel en op het dashboard zit alcantara, wat de sfeer van een doelgerichte rijomgeving oproept. De stoelen zijn standaard vaste kuipjes van koolstofvezel, de remmen zijn groter, de ophanging is opnieuw afgesteld met andere dempers en vóór 8 procent en achter 10 procent stuggere veren, de achttraps transmissie met dubbele koppeling is sneller… En zo gaat de lijst maar door.

Ga voor het optionele Performance-pakket (à zo’n 16.000 euro) en je krijgt een elektronisch gestuurd sperdifferentieel, grotere koolstofkeramische remschijven, Michelin Pilot Sport Cup 2R-banden op wielen met een centrale moer en een geavanceerde Evo-modus als je al in de Corsa-stand rijdt. Die heeft vier voorkeuze-instellingen waarmee geleidelijk de stabiliteits- en tractiecontrole losgelaten worden en het volle potentieel van het ABS en het differentieel wordt vrijgeven.

Geloof het of niet, er is nog een Performance Pack Plus (en die moet je bestellen)

Er is ook nog een Performance Pack Plus (ongeveer 1.500 euro) met een extra verstevigingsbalk in het interieur, racegordels en een brandblusser. Maserati zegt dat de GT2 een top kan halen van 323 km/u en 100 km/u bereikt in 2,8 seconden. Op de weg vertaalt dat alles zich naar… niet wat je zou verwachten. De uitlaat is luider en produceert een scherpere, meer dreigende toon dan de standaard-MC20 en het elegant uitgevoerde autosportminimalisme in het interieur draagt ook een forse steen bij aan de verwachtingen.

Maar zijn weggedrag is beheerst en de kalme, intuïtieve besturing haalt ook iets van de verwachte spanning weg. In zijn GT-modus lijkt de Stradale volledig geoptimaliseerd voor weggebruik. Zelfs als je het knopje voor de modi op de middenconsole op Sport draait, verandert dat weinig aan zijn vriendelijke houding. In tegenstelling tot de MC20 heeft de GT2 verschillende programma’s voor de besturing in de GT-, Sport- en Cross-standen, maar de veranderingen zijn subtiel en voelen niet kunstmatig of gekunsteld aan.

Maserati MC20 GT2 (2025) interieur middentunnel geel

Als we de heuvels boven Marbella in gaan, krijgt de GT2 Stradale meer de kans om iets van zijn lenigheid en balans te laten zien. Zeker met de banden van het Performance-pakket is de grip enorm en de auto biedt een heerlijk soort helderheid in zijn respons. Het is niet dat heftige van een 296 GTB, maar dat helpt je ook om sneller vertrouwen op te bouwen. De remmen blijven een kwestie van wennen – en persoonlijke voorkeur.

Opschieten zonder enige stress

Het is op zich niet erg dat de slag van het pedaal wat langer is, maar zelfs dit opgewaardeerde systeem heeft niet dat compleet geruststellende van de geijkte rivalen. Dan nog: de soepelheid van de auto en de uitstekende manier waarop de carrosserie onder controle blijft, betekenen dat je zonder enige stress lekker kunt opschieten. Wat zeker niet wil zeggen dat de GT2 Stradale niet tot de nodige behoorlijk verbijsterende prestaties in staat zou zijn.

De Nettuno-motor gaat er flink tegenaan en heeft net dat kleine beetje ouderwetse turbovertraging om de opwinding nog enigszins te verhogen. Helaas zijn sommige lagen en wat diepte van het geluid een beetje opgeslokt door de nieuwe uitlaat, die niet erg rijk aan tonen of inspiratie is. De MC20 is trots op zijn turbo’s en laat allerlei fluitjes, zuchtjes en plofjes horen, maar de uitlaat van de GT2 blèrt er alleen maar op los. Het is al met al wat eentonig, tenzij je het raampje opent om ook nog wat percussie van de inlaat te horen.

We kunnen ook niet echt enthousiast worden van de programmering van de versnellingsbak. Schakelen gaat snel, maar in Sport en vooral Corsa gaat het te veel richting opzettelijk drama, met grote, schokkende schoppen. Na die overweldigende precisie van de PDK-bak van de 911 GT3 komt het allemaal wat lomp en zinloos over. Daarbij is dit scherpe randje niet echt passend bij een auto die voor het overige beschaving en voorspelbaarheid lijkt te verkiezen boven pure behendigheid.

Sterke punten van de Maserati

Op het circuit laat de Maserati wel weer wat sterke punten zien. De tractie is geweldig, de manier waarop de auto vlak blijft liggen bij snelle richtingsveranderingen is diep indrukwekkend en als hij eenmaal aan het glijden slaat, blijft het onderstel progressief en betrekkelijk makkelijk in de smiezen te houden. De voorkant zou van ons wel wat scherper mogen reageren, en al met al lijkt de GT2 Stradale de belofte van zijn naar de autosport gevormde uiterlijk nooit echt ten volle in de armen te sluiten. Het naakte koolstofvezel en de grote vleugel suggereren een ademloze, hyperlenige ervaring, maar de auto lijkt zich er nooit echt helemaal toe te kunnen zetten.

Maar goed, dat komt ook misschien een beetje door de beperkte tijd die we krijgen bij Maserati’s introductieprogramma en de wel érg voorzichtige snelheden die we van de immer aanwezige instructeurs krijgen opgelegd. Dat gezegd hebbende: het is moeilijk om je los te weken van de krankzinnigheid van een McLaren 750S, bijvoorbeeld, of de bizarre en bijna buitenaardse hoeveelheden grip en balans die een Porsche 911 GT3 RS neerlegt. De kracht van de persoonlijkheid van die auto’s is constant, de puurheid van hun doelstelling wordt met trots gedragen – tien minuten is genoeg om precies te weten waar deze machines over gaan.

Mysterie

De GT2 Stradale blijft daarentegen een beetje een mysterie. Het is grappig, want de standaard-MC20 voelt absoluut samenhangend aan en heeft een duidelijke identiteit. Oké, hij is misschien niet zo snel als sommige andere supercars, maar hij heeft wel een kwaliteit en intrige die zich onmiddellijk laten gelden en met elke kilometer sterker worden.

Het uiteindelijke resultaat maakt duidelijk waar Maserati voor staat en weet de meer chaotische elementen te vermijden. Hij is een mix van een terughoudend, gebeeldhouwd lijnenspel met een sereen onderstel en een nogal woeste motor. Het is niet eenvoudig om dat voor elkaar te krijgen.

De veel beperktere opdracht van de GT2 Stradale zou makkelijker uit te voeren moeten zijn, maar in plaats van zich ten volle te richten op het zijn van een raceauto voor de openbare weg blijft dit speciaaltje een beetje steken tussen twee filosofieën. Maserati wil dat hij een vertegenwoordiger is van hun GT-erfgoed én trouw blijft aan hun wortels in de autosport, maar zonder ware toewijding aan een van beide kanten blijft hij een beetje verweesd achter.

Conclusie

En dus verlaten we Spanje deze keer licht verward en mild gefrustreerd. Misschien hadden meer kilometers en een minder draconische circuitsessie de ware, intensere aard van de GT2 Stradale wél naar boven gekregen. Maar zelfs dan zien we niet in hoe hij de pure adrenaline van een 750S of de chirurgische precisie van een 296 GTB zou kunnen leveren. Het is echt een heel goede auto, maar voor die prijs vragen we ons wel af of dat genoeg is.

Hem vergelijken met de goedkopere, minder exotische en immens capabele 911 GT3 lijkt een beetje oneerlijk. En dat is het ook. De Porsche werkt op een ander niveau. Hij voelt lichter aan en lijkt zich makkelijker aan te passen aan de taak die hij krijgt: de subtiliteit die je op gewoon asfalt nodig hebt, en onvoorstelbare controle, balans en uithoudingsvermogen voor op het circuit.

TopGear Magazine 238 inhoud: Porsche 911 GT3 en Maserati GT2 Stradale

Heel eerlijk: Porsche heeft 25 jaar de tijd gehad om de GT3 te perfectioneren. Maserati is hier op nieuw terrein bezig. Het voelt als een teen in het water, en misschien ook als een eerste stap op weg naar iets écht geweldigs. Maar op dit moment mist de GT2 Stradale die onstuitbare energie en flitsende dynamiek van de beste in dit segment.

Prijs Nederlandn.n.b.
Prijs België€ 382.650
Motor3.0 V6 biturbo
Power640 pk/470 kW, 720 Nm
Aandrijvingachterwielen, 8v automaat
Acceleratie0-100 km/u in 2,8 s
Topsnelheid323 km/u
Verbruik/uitstoot11,6 l/100 km / 265 g/km CO2
Gewicht1.365 kg (droog)

Geef een reactie

(verplicht)