Mercedes E-klasse: 1e rij-indruk

TopGear stapt zojuist uit de nagelnieuwe Mercedes E-klasse. In het komende nummer het complete testverslag, nu vast de highlights.

Testobject: Mercedes E-klasse
Uitvoering: 300 en 220d
Locatie: Lissabon, Portugal
Weersomstandigheden: koud en regenachtig

Wat reden we?
De nieuwe E-klasse, zo’n beetje het fundament onder het Duitse merk. Dit is alweer de tiende generatie van een auto waarvan ze er inmiddels (sedans en stations) zo’n 13 miljoen verkocht hebben. Letterlijk en figuurlijk geen kleine jongen dus.

Beviel het? 
Ja en nee. Vooropgesteld: de nieuwe E is een formidabele auto. Van het griezelig perfect tussen dynamiek en comfort uitgestippelde onderstel, de even krachtige als zuinige, schone en onhoorbare nieuwe tweeliter diesel, via zijn werkelijk prachtige interieur tot aan de indrukwekkende hoeveelheid veiligheidselektronica: het is allemaal ‘oh’ en ‘ah’ wat je uit je eigen mond hoort komen. Ja, uiterlijk lijkt hij wel héél erg op kleine broer C en grote broer S – voor de design-originaliteitsprijs hoef je de E beslist niet te kopen. Nu treft het dat we die C en S eigenlijk de mooiste in hun respectievelijke segmenten vinden, maar toch: een beetje minder copy/paste was op zijn plek geweest.

Nog bijzonderheden?
Ja, want zozeer als we onder de indruk waren van alle genoemde punten, zo totaal niet onder de indruk waren we van de dingen die te maken hadden met autonoom rijden. Mercedes is een van de voortrekkers op dit gebied, en wat we eerder in de S-klasse hadden meegemaakt was ronduit imposant. Je zou dus zeggen dat de E-klasse nog een stapje verder gaat. Niet dus. Voorbeeld: de E kan zelf inhalen. Als je de richtingaanwijzer langer dan twee seconden ingedrukt houdt, kijkt hij of de boel veilig is en schuift een baan op. Prima, maar a) hij doet er tergend lang over, b) schoof een keer meteen maar twee banen op en c) heeft daarna nogal wat moeite de lijnen van z’n nieuwe baan te vinden, wat een soort vervelend gezwabber oplevert. Het moet er voor het overige verkeer bepaald onrustig hebben uitgezien. Diverse malen raakte hij de ‘ribbelbaan’ (die herriemakende verfstrook op de uiterste linkerbaan) en de arme mevrouw in de rechterbaan moet een dubbele hartverzakking hebben gekregen toen ze een E-klasse met bestuurder zonder handen aan het stuur steeds verder haar kant op zag drijven, tot bijna over de rijbaanmarkering aan toe.
Nog een voorbeeld: de E houdt zich, bij automatisch rijden, aan de maximumsnelheid die langs de weg wordt aangegeven. Niks mis mee, tot hij een bord bij een afslag (‘rij op de afrit maar 60 km/u, anders vlieg je de bocht uit’) daarvoor aanziet en midden op de snelweg opeens 60 gaat rijden.
Hij doet dit soort dingen lang niet altijd, vaak gaat het prima, maar dit soort systemen staat of valt bij 200 procent betrouwbaarheid, anders zijn ze waardeloos en zelfs levensgevaarlijk. Als zelfs een fabrikant als Mercedes, onbetwist één van de beste ter wereld en bepaald geen kleintje op dit gebied, ons in twintig minuten drie bijna-doodervaringen weet te bezorgen, is werkelijk autonoom rijden nog heel, heel ver weg.

Welke versies komen er, wat gaan ze kosten en wanneer staan ze in de showroom?
De E-klasse is nu te bestellen en trapt redelijk bescheiden af met één benzinemotor, de 200 met 184 pk en twee diesels (220d met 194 pk (en 21 procent bijtelling) en 350d (V6 met 258 pk). Op korte termijn zullen die echter gezelschap krijgen van een scala aan andere versies, waaronder een 300 en 400 op benzine, een zeker voor ons land zeer interessante plug-in hybride 350e en natuurlijk de smaakmakende E 43 AMG met z’n 401 pk.

Kom maar door met dat eindoordeel dan!
Het is een briljante auto, die nieuwe E-klasse. Zijn interieur is (bijna) mooier dan dat van de S-klasse, en er is geen auto die dynamiek en comfort beter weet te combineren. Sturen, schakelen, veren en dempen, bedienen (de kleine touchpadjes op het stuur waarmee je al ‘swipend’ dingen kunt bedienen: perfect!), geëntertaind worden – het staat allemaal op een zeldzaam hoog niveau. De enige ‘maar’ zit hem gelukkig in een bak dure opties: vergeet alles wat in de verte met autonoom rijden te maken heeft, want dat is het nog lang niet waard om dat vele geld aan te besteden.