De afgelopen jaren hebben we te maken gekregen met een nieuw fenomeen: submerken die uitgroeien naar zelfstandige merken. Wij noemen dat het Robbie Williams-effect. Het enfant terrible van de enorm populaire jongensband Take That werd nog populairder dan de andere jongen van de band, terwijl Gary Barlow de facto de leider van de groep was. Nu werd Williams uit de band gezet. In het geval van de automerken hebben ze zelf hun submerk naar voren geschoven.

De gedachte is: als een model het dermate goed doet, waarom maak je er niet een apart merk van? Daarom kwamen er in korte tijd een hoop nieuwe merken bij, die we voorheen als model als uitvoering kenden. Nu zaten wij op de TopGear-redactie ons af te vragen: heeft dit zin gehad? Qua auto’s vaak wel, want de submerken maken vaak de leukere modellen, of ze nu luxer of sportiever zijn. Maar hoe zit het qua aantallen? We pakken de verkoopaantallen van dit jaar erbij om het te staven.

Abarth 

Dit is altijd een apart verhaal geweest. Abarth begon namelijk ooit als zelfstandig merk. Het maakte onder andere snelle Fiats, maar ook race- en sportauto’s. In de 1971 werd het ingelijfd door Fiat. Toen waren er snelle Fiats met een Abarth-badge. En ja, er was zelfs ooit een Multipla met Abarth-bodykit (en die zag er best goed uit eigenlijk). In 2008 werd het merk weer gelanceerd met de 500 en de Grande Punto. Tegenwoordig verkoopt Abarth de 500 en de 600.

Het zijn nog altijd lekker knotsgekke opvallende auto’s die je koopt om blij van te worden, niet omdat ze zo verstandig zijn. Dit jaar zijn er slechts 32 stuks van verkocht, waarvan de 600 het populairst is (19 stuks). Moederbedrijf Fiat, dat ook een 500 en 600 verkoopt, is met 854 exemplaren aanzienlijk populairder. Als je alleen de Fiat 500 en Fiat 600 meeneemt, is Fiat alsnog populairder. Logisch, ze zijn ook goedkoper. Voorheen verkocht Abarth wel wat beter in Nederland, overigens.

Alpine

Net als Abarth is ook Alpine begonnen als apart merk. In principe is het idee erachter exact hetzelfde. Alpine deed mee in de autosport en maakte snellere versies van bekende Renaults. Daarnaast maakten ze ook sportwagens, uiteraard met Renault-techniek aan boord. Alpine veranderde eind jaren ’90 van naam (Renault Sport) en sinds een paar jaar is het weer Alpine, inclusief alle autosportactiviteiten. 

Alpine modelgamma 2025

Naast de Alpine A110 is er de Alpine A290 hatchback en komt er een A390 crossover (die verrassend leuk rijdt, kunnen we je vertellen). Er zijn 88 Alpines verkocht dit jaar. De A110 is erg zeldzaam, de teller voor dit jaar staat op vijf stuks. De A290 is dan wel een klein succesje, want daarvan zijn er dit jaar al 83 op kenteken gezet. Nu is dat allemaal relatief. Want van de Renault 5 zijn er al 1.490 exemplaren verkocht. Sowieso, Renault heeft dit jaar al 7.942 auto’s verkocht, dus Alpine is maar een klein onderdeel ervan.

Cupra

In tegenstelling tot Abarth en Alpine is Cupra een soort marketingmerk. Cupra staat voor ‘Cup Racing’. Het idee begon in de jaren ’90, als naam voor de sportiefste Seats. Denk aan de snelle versies van de Ibiza, Cordoba en Leon. In 2017 werd Cupra als merk gelanceerd met de Cupra Ateca als eerste model. Een ander groot verschil met de bovenstaande merken is dat Cupra meer eigen modellen heeft: de Born, Formentor en Tavascan hebben geen Seat-zusje. 

Cupra modelgamma

Sterker nog, Seat heeft geen elektrische auto’s in het gamma, terwijl dat bij Cupra juist wel het geval is. In Nederland zijn alle Cupra’s geëlektrificeerd. Dat zie je ook wel terug in de verkoopcijfers, want ondanks dat Cupra een jonge naam is, verkopen ze goed. In Nederland zijn er al 1.537 exemplaren verkocht dit jaar. Daarbij is er ook niet één echte uitschieter, alle modellen verkopen redelijk goed. Ter vergelijking: Seat heeft dit jaar 2.029 auto’s verkocht. 

DS Automobiles

Citroën had een gouden slag geslagen met de DS3 in 2009. Dat was een kleine hatchback die het moest opnemen tegen de Mini. Het was een stijlvol en chic kleintje, zonder retro te zijn (ondanks de naam). Het bleek erg goed aan te slaan. Uiteindelijk besloot moederbedrijf PSA (dat tegenwoordig Stellantis heet) in 2014 dat DS Automobiles een eigen merk kon gaan worden. 

DS modellen naast elkaar

Hoe gaat het dan nu met DS? Nou, redelijk. Afgelopen maand is er slechts één exemplaar van de DS 3 Crossback gekocht. Dat is te weinig voor een premium elektrische crossover, want dat is zo ongeveer het heetste marktsegment. In totaal zijn er dit jaar 176 DS-en verkocht, waarmee het merk iets achterloopt op vorig jaar, en waarschijnlijk ook op de verkoopdoelstellingen. De DS 4 en DS 8 komen er nu wel aan en zullen ongetwijfeld voor een behoorlijke impuls gaan zorgen. 

Polestar

Dit is een heel bijzonder verhaal. Polestar was de naam van het raceteam dat los stond van Volvo. Ze raceten met Volvo’s, dat was de link. Je kon de racewagens herkennen aan de blauwe lak (Rebel Blue), die kleur die je ook tegenkwam op latere Polestar modellen. Later werd Polestar een eigen merk, vervolgens een elektrisch merk en nu dus een elektrisch Chinees merk. De Polestar 1 en 2 hebben nog Volvo-genen, maar het gaat telkens verder van het merk afstaan. 

Polestar lineup

Polestar was eventjes ‘heet’ in Nederland, want de Polestar 2 was het enige Tesla Model 3-alternatief. Iets minder qua range, laden en prestaties, maar wel voorzien van triviale dingen als afwerking, bouwkwaliteit en comfort. Het grappige is, de 2 is nog altijd de populairste Polestar in ons land. Van de 743 Polestars die deze maand verkochten, zijn er 425 een ‘2’. De Polestar 4 (je weet wel, dat model zonder achterruit) doet het verrassend goed: 269 stuks.

Conclusie

Dan nu het antwoord op de vraag: heeft het zin? Puur op de verkoopcijfers van de eerste paar maanden van 2025 kunnen we eigenlijk niet anders concluderen van niet. In de meeste gevallen is het moedermerk nog altijd aanzienlijk groter. Er is een uitzondering en dat is Cupra, maar daarbij moeten we wel aantekenen dat er extreem weinig geïnvesteerd wordt in Seat. Dat merk heeft geen EV’s en nieuwe modellen (of überhaupt nieuws) omtrent het merk zien we bijna niet. 

Wel moeten we in het achterhoofd houden dat dit soort projecten tijd nodig heeft. Vaak kost het wel één a twee generaties qua modellen voordat de consument het nieuwe merk volledig accepteert en overweegt. We kijken dus met veel interesse uit naar nieuwe modellen van de merken – zoals de DS Nummer 8 en de Polestar 4 – om te zien hoe het succes op lange termijn is. Uiteraard rapporteren wij dat ook weer aan jullie. 

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear