In Nederland kopen we liever Pickwick dan pick-ups en zien we liever laadpalen dan laadbakken. Hier en daar rijdt een zelfstandig ondernemer in een F-150, maar daar houdt het ook wel mee op. Toch merken we dat er stiekem best wat mensen dromen van een Amerikaans werkpaard. En ook wij vinden het zo nu en dan jammer dat eigenlijk geen rationele reden (maar dan ook geen enkele) hebben om zo’n ding te kopen. Al zou je er waarschijnlijk heel snel van terugkomen wanneer je een keer door een stadscentrum moet onderweg naar het tankstation. Op de North American International Auto Show trokken drie fabrikanten het doek van hun nieuwe pick-ups. Een klein overzichtje.
Chevrolet Silverado
Dit jaar is het exact 100 jaar geleden dat Chevrolet zijn eerste pick-up introduceerde. Het begon met de One-Ton met een viercilinder en 36 hele pk’s. Het stelde niets voor: een stel houten planken en een open cabine. In een eeuw tijd wist Chevrolet 85 miljoen pick-ups te slijten. De nieuwe Chevrolet komt in acht smaken waarvan de (rode) Silverado LT Trailboss de lekkerste is. Hij staat vijf centimeter hoger voor het zware offroad-werk.
Ford Ranger
Was je even vergeten dat Ford naast de F-150 ook een kleinere pick-up heeft? Ja, kleiner. Niet klein. Midsize noemen ze dat in Detroit. De Ranger krijgt de bekende 2,3-liter viercilinder. Deze geeft het vermogen door aan een tientrapsautomaat. Als je dat wenst, kleedt Ford de Ranger aan met een FX4 Offroad-pakket met onder meer ‘Trail Control’; een soort cruisecontrol voor in dikke modder. Al ziet ie er niet veel dikker uit.
Ram
Nee, nee: niet Dodge Ram. Ram is nu een los merk. En de universele naam maakt het heel lastig om in Google te vinden wat je wilt. Een voordeel: we weten nu alles over Random-Access Memory en het sterrenbeeld Ram. In tegenstelling tot de Ford kun je deze truck nog met een volwaardige 5,7-liter V8 krijgen – een Hemi met zo’n 400 pk.
Reacties