Niet hier, hoor. Nóg niet. Maar in Nevada mogen sinds juni 2011 zelfrijdende auto’s legaal de weg op. Google, dat al jaren aan deze technologie werkt, heeft daar nu dankbaar gebruik van gemaakt door de eerste autonome Prius te registreren in de Amerikaanse staat.
Nadat vorig jaar al een stel overheidsmeneren in de auto had meegereden, werd gisteren het eerste kenteken afgegeven. De Prius geeft zelf gas, remt zelf en stuurt zelf door middel van artificial intelligence, GPS-positionering en allerlei sensoren rondom de auto die de omgeving in de gaten houden. Volgens de wet moeten er wel te allen tijde een persoon achter het stuur en een in de bijrijdersstoel zitten. Even je auto naar de supermarkt sturen is er dus niet bij.
Naast zes Priussen heeft Google de technologie ook in een Lexus RX450h en in een Audi TT ingebouwd. De bedoeling is om het in een verdergevorderd stadium te verkopen aan autofabrikanten. Waarbij wij onszelf meteen de vraag stellen: waarom?
Er zijn vast genoeg mensen die ergens naartoe willen zonder zelf te hoeven sturen, die hun kilometers willen maken zonder op te hoeven letten. Maar op zich hebben we voor hen al een reeks uitstekende oplossingen. Ze heten ‘de bus’, ‘de trein’, ‘de tram’, ‘de metro’ en ‘het vliegtuig’. Auto’s zijn nu juist bedoeld voor degenen die het wél zelf willen doen. Vandaar het woord ‘auto’.
Als deze ontwikkeling doorzet – en dat zal het – dan weten wij al hoe het er over enkele jaren aan toe zal gaan. Geen wegenbelasting en vele subsidies voor zelfrijdende auto’s. Aparte rijstroken en wegen zonder drempels en obstakels. Hierdoor enorme lastenverzwaring, verbanning uit stedelijke gebieden en hand over hand toenemende maatschappelijke druk voor hen die het in hun botte hersens halen om nog zelf een auto te besturen. Milieuonvriendelijk! Levensgevaarlijk! Asociaal!
Ja, goed bezig, Google. Wij gaan even een afgelegen dijkweggetje pakken nu het nog mag.
Reacties