Bestond er maar iets wat je in het gat van de olievuldop kon zetten dat aan de bovenkant breder was dan aan de onderkant. Een beetje als de vorm van een koffiefilter (voor de jeugd: dat is hoe men vroeger koffie zette voordat er cupjes waren). In zo’n uitvinding – laten we het voor de gein een trechter noemen, klinkt wel leuk – kun je dan lomp de olie gieten zonder te knoeien. Maar zelfs als zo’n trechter zou bestaan, dan heb je hem niet altijd bij de hand. We hebben een ander tipje voor je om olie bij te vullen zonder te knoeien over je motorblok.
Flesjes olie klotsen altijd zo als je schenkt en voor je het weet, zit je hele motor onder. En als je voorzichtig schenkt, dan loopt het via de fles naar onderen, net als bij een karaf. Een naar geintje van Moeder Natuur en haar wetten. Of dan is het straaltje zo dun dat de wind het meevoert. Bij olieflesjes die dichtzitten met een stukje folie, kun je heel makkelijk bijvullen zonder te knoeien.
Trek de folie niet van de opening van de oliefles af. Prik voorzichtig twee gaatjes in de folie, eentje boven en eentje onder. De onderste mag iets groter zijn, dat schenkt wat makkelijker. Als je nu voorzichtig via het grote gaatje schenkt, ontsnapt de lucht door het bovenste gaatje, waardoor de olie niet gaat klotsen. Je zult zien dat er een constante en prima te mikken straal uit de olieflacon komt. Ja, we zien de potentie voor een flauwe grap en kiezen er bewust voor hem niet te maken.
Flesjes zonder folie
Niet alle flesjes olie hebben zo’n stukje folie. Een oplossing kan zijn om een stukje tape dwars over de opening te doen, zodat je op die manier twee openingen maakt. Het makkelijkste is uiteraard om een trechter te gebruiken. Helemaal handig is het om een extra olievuldop te kopen en daar een gat in te boren ter grootte van de onderste trechteropening. Lijm de trechter vast in de extra olievuldop en je hebt nooit meer viezigheid.
Reacties