Pas waren we op bezoek bij Bisi Ezerioha, een Nigeriaanse straatracer die wetenschap gebruikt om 1.000 pk sterke monsters te maken. Hij was zo aardig om ons de sleutels van zijn Porsche toe te werpen. Bisi’s woorden klinken nog na in ons hoofd als we de sleutel omdraaien in het contactslot van een matzwarte, verbrede Porsche 964. ‘Ik bouw auto’s waarin je moeder zou kunnen rijden’, weergalmt het, ‘tot het moment dat ze het gaspedaal voor meer dan de helft indrukt. Daarna is het haar eigen probleem.’
Onder Honda-fans staat Bisi bekend als de man die natuurkundige wetten vaker weet te buigen dan Uri Geller lepels buigt. Achter ons bevindt zich een van zijn kenmerkende turbo-conversies. Gelukkig heeft deze maar 400 pk – ‘citroen en rozemarijn’ op de specerijenschaal van Bisimoto.
Wat gebeurt er dan als je dat pedaal voor meer dan de helft intrapt? Niets. Ja, de zescilinder maakt een kwaaier geluid, maar qua snelheid gebeurt er niet veel. Daarvoor moet je wachten tot ie bijna 4.000 tpm maakt. Dan verandert het geluid van de turbo van een zacht gefluit in een overspannen Dyson Airblade en – bam: Houston, we have boost – and take off.
De Porsche 964 begint het landschap te verorberen met de dubbele snelheid die hij 3.000 toeren geleden aanhield. Het geluid door een versnelling heen is verslavend: ruig, bassig en – vreemd genoeg – V8-achtig bij lage toeren. Klassiek en glorieus zoals dat bij een zescilinder-boxermotor hoort in het middengebied en daarna, aan de top, woest en woedend. Maar pas bij gas los, als de toeren vallen, wordt het echt spannend: dan barst er een vuurwerk met extra rotjes los, een kabaal dat doet denken aan een heuse Groep A-racer.
Het is een overweldigende ervaring, een belevenis die opwindend is, angstaanjagend ook, en die je intrigeert – in gelijke mate. Hoe kun je daar nou geen fan van zijn?
Reacties