TopGear stapt net uit de nieuwe Porsche Cayenne Coupé. In ons komende nummer lees je het uitgebreide testverslag; nu alvast de highlights.
Testobject: Porsche Cayenne Coupé
Uitvoering: de ‘gewone’ en de Turbo
Locatie: Graz, Oostenrijk
Weersomstandigheden: 16 graden, regen. Veel regen
Porsche Cayenne Coupé. Weer zo een?
Yep. De verrassing is niet dat Porsche met zo’n ding komt, maar dat ze er nu pas mee komen. Natuurlijk zijn SUV-coupés stom. Krapper, onpraktischer en toch duurder. En dan zijn het verdorie nog niet eens echt coupés ook, want dan hadden ze twee deuren minder moeten hebben. Daarbij: iedereen die beweert dat een X6 mooier is dan een X5, of dat een GLE Coupé er beter uitziet dan een GLE, kan wat ons betreft regelrecht een extra bewaakte inrichting in. Er zit totaal geen logica in. Maar goed, de klant bepaalt en die vréét ze. Dus: Porsche Cayenne Coupé, weer zo een, ja.
Die Porsche Cayenne Coupé valt dan nog mee…
Eens. Hij ziet er vooral uit als het resultaat van een incestueus avondje tussen een gewone Cayenne en een Panamera. Het is in ieder geval de eerste in zijn soort waarvan we ons ontbijt redelijk binnen konden houden. Hij verschilt ook wat meer van zijn praktischer broer dan je zou denken. Hij is iets langer, iets breder, de voorruit staat iets vlakker. En (duh) het dak is dus lager.
Kun je achterin nog wel zitten dan?
Jahoor, gaat prima. Het dak mag dan twee centimeter lager zijn, de twee aparte achterstoelen (dat is standaard – een achterbank kan ook, kost niets extra) zijn drie centimeter lager gezet dan in de gewone Cayenne. Een glazen panoramadak is ook standaard, dus met het ‘ruimtelijk gevoel’ zit het ook goed. Qua bagageruimte lever je trouwens wel in: 145 liter om precies te zijn. Bezorgd om eventuele aerodynamische consequenties? Ook al niet nodig – daar zorgen de dakspoiler en de geïntegreerde spoiler onder de achterruit, die vanaf 90 km/u naar buiten komt, wel voor.
En verder is de Porsche Cayenne Coupé gewoon een Cayenne?
Ja, voor het overgrote deel. Er is dus een ‘gewone’ V6 met één turbo (340 pk, 0-100 in 6,0 s), een biturbo V6 die S heet (440 pk, 0-100 in 5,0 s) en de biturbo V8 (550 pk, 0-100 in 3,9 s). Dieselaars hebben pech, na de zomer komt er nog wel een hybride. En de Coupé rijdt verder ook als een Cayenne: fantastisch dus. Het blijft ronduit verbluffend hoe goed de auto kan doen alsof ie niet 2.200 kilo (de Turbo – de gewone weegt 2.030 kilo) weegt. Je danst hem door bochten alsof het een hatchbackje is. De Cayenne was al veruit de best rijdende SUV, daar verandert de Coupé uiteraard niets aan. We hadden hooguit het idee dat de dikke A-stijl, omdat ie iets vlakker ligt, nu nog meer in de weg zit als je door een linkerbocht heen wil kijken.
Wat kost ie?
Meer dan een gewone dus – fors meer zelfs. Althans, wij vinden 10 mille meer voor de gewone en 5 mille meer voor de Turbo (van de S is nog geen prijs bekend) best veel. Staat tegenover dat je er dus wel dat glazen panoramadak bij krijgt, bijvoorbeeld. Net als het Sport Chronopakket en parkeercamera’s voor en achter. De instap-Porsche Cayenne Coupé kost vanaf 124.000 euro, de Turbo moet minstens € 207.800 kosten. En daar kun je doodsimpel duizenden euro’s bij bestellen. Trek voor het configureren maar een paar avondjes uit, de mogelijkheden zijn even kostbaar als eindeloos.
Dus..?
Een typisch geval van love it or hate it. Tot welke categorie jij ook behoort: onder de streep blijft het een Porsche Cayenne, waar alleen je portemonnee zich een buil aan kan vallen.
Chris heeft op 30 mei 2019 geschreven:
Blijft van voren nog erg lelijk