Grote borsten. Hebben we je aandacht? Mooi. Hoge plafonds. Designmeubelen. Hoge hakken. Het zijn allemaal dingen die eigenlijk reuze onpraktisch zijn, maar waarvoor je graag wat gemak opoffert ten gunste van de schoonheid. (Voor de goede orde: in het eerstgenoemde voorbeeld bedoelen we dan niet het aangeboren, maar het aangemeten soort.) De nieuwe Porsche Cayenne Coupé past naadloos in dit rijtje.

Het zal je de laatste jaren zijn opgevallen dat wij, als hogepriesters van het rijplezier, weinig ophebben met SUV’s. Ze zijn hoger, zwaarder en duurder, en de eerste SUV die net zo goed rijdt als (laat staan beter rijdt dan) de sedan of station waar ie veelal van is afgeleid, moeten we nog tegen­komen. Sterker: dat gaat nooit gebeuren, want die SUV is nu eenmaal hoger en zwaarder, en dat komt de rijeigenschappen principieel nooit ten goede.

Zelfs wij kunnen echter niet ontkennen (knarsentandend, maar goed) dat een SUV ook zo zijn voordelen heeft. Je hebt meer ruimte, je zit hoger, wat een fijn overzicht oplevert, en zeker als je er nog vierwielaandrijving tegenaan gooit, kun je komen op plekken waar die sedan of station niet komt. Allemaal waar. Wat is dan in vredesnaam het nut van een SUV-coupé, zoals de Porsche Cayenne Turbo Coupé?

Je levert in ieder geval een hoop van de voordelen weer in; je hebt minder ruimte, vaak zijn ze zwaarder dan hun SUV-broer en het zicht rondom wordt er ook ­zelden beter van. En laten we dan voor één keer (bijna) zwijgen over het feit dat het helemaal geen coupés zijn, omdat ze daarvoor twee deuren te veel hebben. Het antwoord hebben we hierboven al gegeven: schoonheid. Nu wil het wonderlijke en tegelijkertijd dieptragische geval dat de meeste SUV-c­oupés helemaal niet mooier zíjn. De BMW X6? X4? ­Mercedes GLE/GLC Coupé? Spuuglelijk, stuk voor stuk.

Natuurlijk, jij mag ze best mooi vinden, maar dan heb je a) ongelijk en b) officieel geen smaak. Dat is in diverse laboratoria onderzocht en het is gewoon zo. Jammer, niets aan te doen. En het is ook helemaal niet erg, want dat soort mensen moeten er ook zijn. Maar we dwalen af. Bij de Audi Q8 twijfelen we een beetje. Iets zegt ons dat ie afschuwelijk is (en dat is ie ook, met z’n beugelbek), maar stiekem moeten we ook een beetje om ’m lachen, wat doorgaans wordt gezien als iets positiefs.

Genoeg gepraat, nu rijden in de Porsche Cayenne Turbo Coupé

Hmm. Misschien eerst maar eens met ’m rijden. En nu is er dus de Porsche Cayenne Coupé. En verrek: dat is de eerste waarvan ons ontbijt zich niet spontaan een weg naar boven probeert te vechten. We vinden hem eigenlijk best mooi. Geloven we. Hij ziet er nog het meest uit als het resultaat van een incestueus avondje tussen een gewone Cayenne en een Panamera. En dat zijn geen van beide lelijke auto’s, dus daar komen best mooie kindjes van – in theorie dan. Dat vinden potentiële klanten kennelijk ook, want er worden nu al evenveel Coupés als gewone Cayennes besteld.

Toch is Porsche wel wat verder gegaan dan de kont van de één aan het front van de ander plakken. Hij is iets langer, iets breder (ook de spoorbreedte), en voor een extra dynamisch aanzicht staat ook de voorruit iets vlakker. En het dak loopt natuurlijk sneller af en is dus lager. Door die extra lengte en breedte is hij ook iets (een kilo of 50) zwaarder dan de SUV. Er komen dus al met al maar weinig carrosseriedelen overeen met de reguliere Cayenne.

Je eerste reactie zal waarschijnlijk zijn: kun je dan nog wel met enig fatsoen achterin de Porsche Cayenne Turbo Coupé (en andere versies) zitten? Ja hoor, daar hoef je je geen zorgen over te maken. Het dak mag dan 2 centimeter lager zijn, de twee aparte achterstoelen (dat is standaard – een achterbank kan ook, kost niet eens extra) zijn 3 centimeter lager gezet dan in de gewone Cayenne. Een glazen panoramadak is ook standaard, dus met het ‘ruimtelijk gevoel’ zit het ook goed.

Mocht dat je weer zorgen baren qua hoog zwaartepunt: je kunt ook opteren voor een dak van koolstofvezel, dat 21 kilo lichter is. Dat maakt dan weer deel uit van een optiepakket met de volstrekt absurde naam Lightweight Sport ­Package – een pakket dat één honderdste deel gewicht bespaart op een auto die 2.200 kilo weegt, en dat dan Lightweight noemen: we ­denken dat zelfs alle Duitsers (behalve Porsche) daar de humor van inzien. Afgezien daarvan ben je wat ons betreft de overtreffende trap van de superheld-versie van Max Verstappen als je dat soort verschillen werkelijk gaat merken op die rotonde op weg naar de Albert Heijn, maar goed: het kan. En je krijgt er een met alcantara bekleed stuur bij – da’s dan wel weer fijn.

Qua bagageruimte lever je trouwens wel in: 145 liter om precies te zijn. Je houdt alsnog 600 liter over (of 1.510 liter als er niemand achterin zit), dus veel reden tot klagen is er nu ook weer niet. Natuurlijk maak je je nog enige zorgen over eventuele aerodynamische consequenties die de coupé-­conversie zou kunnen hebben. Ook al niet nodig – daar zorgen de dakspoiler en de geïntegreerde spoiler onder de achterruit, die vanaf 90 km/u naar buiten komt, wel voor.

Is er verder nog iets bijzonders?

En verder is de Porsche Cayenne Coupé dus wel degelijk ‘gewoon’ een Cayenne. Er is een instap-­V6 met één turbo (340 pk, 0-100 in 6,0 seconden), een biturbo V6 die S heet (440 pk, 0-100 in 5,0 seconden) en de biturbo V8 die wij, zo zijn we ook wel weer, voor deze impressie maar gepakt hebben. Hij is, net als in de niet-coupé-Cayenne, goed voor 550 pk en 770 Nm. Een 0-naar-100-sprint is in 3,9 seconden voorbij, en je kunt doorgaan tot er 286 km/u op de tellers staat. Dieselaars hebben pech – dat feest gaat niet meer door.

Na de zomer komt er nog wel een plug-in hybride, die zonder enige twijfel het voorbeeld van de gewone Cayenne zal volgen: 462 pk vermogen, 700 Nm koppel, 0 naar 100 in om en nabij de 6,2 seconden en een top van 253 km/u. En een opgegeven CO2-uitstoot van pak ’m beet 72 g/km, dus het zou ons niet verbazen als dat weer de ‘goedkoopste’ wordt.

hoe rijdt de Porsche Cayenne Turbo Coupé?

De Coupé rijdt verder ook als een Cayenne: fantastisch dus. De Cayenne was al veruit de best rijdende SUV, daar verandert de Coupé uiteraard niets aan. Het blijft ronduit verbluffend hoe goed de auto kan doen alsof ie niet 2.200 kilo weegt. De besturing is relatief licht, maar wel enorm direct, zeker als je het lef hebt gehad om de hele boel in Sport of Sport+ te zetten, met dat nog altijd goedkoop ogende draaiknopje op het stuur.

De Cayenne Coupé wordt er bijna een tikje nerveus van, zo 911-achtig als hij reageert op ook maar de kleinste bewegingen van het stuur. Aan de andere kant: jij wilde toch zo graag een SUV-coupé die reed alsof ie een sportwagen was? Kun je het krijgen ook. De Cayenne Coupé danst zich door bochten alsof ie een hatchbackje is. Heel af en toe, als je aanremt voor een bocht, word je bijna griezelig geconfronteerd met het feit dat ie dat toch echt niet is, dat er nu eenmaal natuurwetten zijn die (met enig recht van spreken) beweren dat het niet mogelijk is zó veel snelheid zó snel uit zó veel massa te halen.

En als je dat, na een paar keer slikken, hebt geaccepteerd, probeer je het de volgende keer gewoon nóg iets harder, omdat de elektronica je de vorige keer ook zo voortreffelijk uit de nesten had gehouden. Als er al íéts anders is dan bij een normale Cayenne Turbo, dan was het dat we het idee hadden dat de dikke a-stijl, omdat ie iets vlakker ligt, nu nog meer in de weg zit als je door een linkerbocht heen wilt kijken. Klein bier…

De rest van de Cayenne Coupé jubelt eigenlijk alleen maar dat ie meer een Cayenne is dan een coupé. Je beschikt uiteraard over dezelfde hoeveelheid zalige luxe die de SUV biedt. De stoelen, naar wens bekleed met dezelfde nostalgische Pepita-­bekleding als in oude 911’jes, zitten formidabel en zijn, hoe achterlijk jij ook in elkaar zit, naar je postuur te vormen. Ook de hele bediening is identiek – via die fraaie strakke middenconsole die vol tiptoetsen met ‘haptische feedback’ (ze bewegen als je ze indrukt) zit, en ook alle schermen (bovenin het dashboard, achter je stuur en eventueel nog in je voorruit) zijn gelijk. Het werkt dus ook allemaal even makkelijk en feilloos.

Uiteraard (waarom eigenlijk?) kost een Cayenne Coupé meer dan een gewone – fors meer zelfs. Althans, wij vinden 10 mille meer voor de gewone en 5 mille meer voor de Turbo (van de S is nog geen prijs bekend) best veel. Staat tegenover dat je er dus wel dat glazen panoramadak bij krijgt, bijvoorbeeld. Net als het Sport Chrono-pakket en parkeercamera’s voor en achter. De instap-Porsche Cayenne Coupé is er in Nederland vanaf 124.000 euro (87.084 euro in België), de Turbo moet minstens 207.800 euro kosten (150.899 euro in België). En daar kun je doodsimpel duizenden euro’s bij bestellen. Sterker: zelfs op de Turbo zijn best begeerlijke zaken als een sportuitlaat, vierwiel­besturing of keramische remmen niet standaard. Trek voor het configureren maar een paar avondjes en een paar kuddes spaarvarkens uit: de mogelijkheden zijn even kostbaar als eindeloos.

Specificaties Porsche Cayenne Turbo Coupé



Motor
3.996 cc
V8 biturbo
550 pk @ 5.750 tpm
770 Nm @ 4.300 tpm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,9 s
top 286 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,4 l/100 km
261 g/km CO2  G
Afmetingen
4.939 x 1.989 x 1.653 mm (l x b x h)
2.895 mm (wielbasis)
2.200 kg
90 l (benzine)
600 / 1.510 l (bagage)
Prijzen
€ 207.800 (NL)
€ 150.899 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)