Relatief veel taxi- en vrachtwagenchauffeurs melden zich ziek na ongeluk op werk

Het grootste risico op letsel loop je als redacteur als een van je collega’s alvast het tosti-ijzer heeft aangezet zonder dat jij het wist. En hoewel het wat lastig kan typen, is een zere vinger nog geen reden tot verzuim. Bij andere beroepsgroepen is de kans op verzuim door een arbeidsongeval wat hoger, blijkbaar ook bij sommige beroepen waarvan je het niet snel zou verwachten.

Het CBS publiceert vandaag wat statistieken over verzuim na een ongelukje op de werkvloer. De politie en de brandweer staan bovenaan; van alle medewerkers moest 6,3 procent zich afmelden. Maar ook onder vrachtwagenchauffeurs (4,3%) en chauffeurs van taxi’s, auto’s en bestelwagens (3,8%) is er veel verzuim. Het gemiddelde verzuim na een ongeval in Nederland is 1,3 procent.

De oorzaak is niet genoemd

Een reden waarom chauffeurs zoveel ongelukjes hebben, geeft het CBS niet. Bij vrachtwagenchauffeurs kunnen we ons zo voorstellen dat het laden en lossen niet zonder risico is. Taxichauffeurs zijn dan weer relatief vaak betrokken bij ernstige ongevallen, zo meldde de NOS een paar jaar geleden. Ergens logisch, want ze maken veel kilometers en niet alleen maar op de snelweg (waar het relatief veilig is).

Ook automonteurs staan in de top tien van beroepen met het meeste verzuim, maar dan wel op de laatste plek. Van alle monteurs heeft 3,5 procent thuisgezeten na een ongelukje op de werkvloer. Dit is net iets minder dan hoveniers (3,6%), mocht je dat een interessante statistiek vinden. Hoe het bij automonteurs soms verkeerd kan gaan, kun je zelf ook wel invullen.

Stress en intimidatie?

Overigens valt ‘psychische overbelasting’ van bijvoorbeeld stress of intimidatie ook onder de categorie arbeidsongevallen. Bij automonteurs zullen dat ongetwijfeld de vastzittende boutjes zijn. Deze oorzaak was met 16,6 procent het meest voorkomend onder alle bevolkingsgroepen. ‘Gesneden of gestoten’ staat met 13,7 procent op nummer twee. Zere vingertjes van een tosti-apparaat valt in de categorie ‘kou, hitte, stroom, gevaarlijke stoffen of lawaai’ van 4,3 procent, trouwens.