Is de hype rondom de Renault 5 terecht of stelt ie teleur? (review)

Om maar gelijk bij dat ‘retro’ te starten, niet dat dat altijd goed gaat. Ford haalde voor zijn nieuwe elektrische modellen iconische namen uit de mottenballen, maar plakte die vervolgens lukraak op auto’s die geen binding hebben met hun stamvaders. En de Volkswagen New Beetle uit de jaren negentig bleek net iets te veel een Golf met een bochel. Maar de nieuwe Mini Cooper is uitgegroeid tot een complete modelreeks en de nieuwe Fiat 500 bleek een regelrechte hit. Hoe zit dat bij de Renault 5 E-Tech?

Geen beter idee dus dan terug te grijpen naar het verleden, vonden ze ook bij Renault. Als een elektrische auto immers ergens bij gebaat is, dan is het wel emotie, zelfs als die link er met de haren is bijgesleept. Niet voor niets hebben Chinese bedrijven in het verleden MG en Lotus gekocht: twee Britse sportmerken met een rijke historie die de nieuwe elektrische modellen, hoe aalglad en soms weinig sportief ook, net dat beetje emotie en geschiedenis geven waardoor ze zich kunnen onderscheiden van de concurrentie.

Net niet juichend langs de weg

Renault heeft de smaak te pakken, want op basis van de standaard Renault 5 komt er nog een dikke Alpine A290, en ook de illustere Renault 4 krijgt nog dit jaar een elektrische retro-makeover. Wanneer die modellen net zoveel vrolijkheid en aandacht gaan trekken als deze Cinq – Frans voor ‘vijf’, jaja – dan zit het voorlopig wel goed met de toekomst van het bedrijf. Als wij in de omgeving van Nice rondjes rijden, staan Franse medeweggebruikers nog net niet te juichen langs de weg. Maar veel scheelt het niet. Dat komt voor een belangrijk deel doordat veel Fransen zich het oude koekblikje dat Renault 5 heet nog goed kunnen herinneren.

Ook in Nederland was de Renault 5 trouwens populair. Vaak zaten er knappe dames in. ‘Renault-5-lekker-wijf’ was een foute, veelgehoorde uitspraak onder mannen in de pre-woke periode waarvoor je nu voor de rechter gedaagd zou kunnen worden. De eerste exemplaren kwamen in 1972 op de markt en tot het einde in 1996 werden in totaal 7,3 miljoen exemplaren verkocht. De R5 was een van de eerste stadsauto’s waarmee je ook goed op de snelweg terechtkon en daarmee een van eerste volwassen B-segmenters. En hij was leverbaar in knotsgekke kleuren als knalgeel, zacht paars en kikkergroen.

Gifgroen past perfect bij het design van de Renault 5 E-Tech

Wat dat betreft bieden in het verleden behaalde resultaten soms wel garantie voor de toekomst, want wij rijden in een gifgroen exemplaar, dat mede daardoor nog eens extra de aandacht op zich weet te vestigen. Niet dat het model van zichzelf niet genoeg te bieden heeft, want het ontwerp is echt wel een feest voor het oog. Hij oogt fris en gespierd en kijkt met zijn ‘lachende’ koplampen vrolijk de wereld in. De vierkante leds eronder doen het goed, de grote 18-inch wielen staan op de uiterste hoeken en de wielkasten zijn lekker dik.

De achterlichten, de strip over de achterklep en het design van de wielen verwijzen allemaal naar de originele R5. Binnen zien we een gebobbelde hemelbekleding, net als bij het origineel, een deels gewatteerde dashboard met verticale lijnen en stoelen die zijn geïnspireerd op die van de Renault 5 Turbo. Net als het luchtrooster op de motorkap. In de middenconsole zien we het geboortejaar van de oorspronkelijke Renault 5 en er is een rieten stokbroodmandje dat losjes is geïnspireerd op het bloemenvaasje van de New Beetle van Volkswagen. In Nederland gaan we daar nog een bruin volkoren in proberen te proppen.

Hoe groot is de nieuwe Renault 5 eigenlijk?

De nieuwe 5 is met z’n lengte van slechts 3,85 meter en een breedte van 1,77 meter een echte stadsauto. Dat betekent een actieradius van 312 kilometer voor de basismodellen en 410 voor de duurdere, én dat een volwassene achterin niet echt lekker kan zitten, doordat de accu’s onder de vloer liggen. Dus je kunt je voeten niet onder de voorstoel frommelen. Ook is de achterste deuropening nogal klein, maar de bagageruimte is bovengemiddeld voor dit segment: 326 liter.

Rijden is een feestje op zich. Het onderstel is zelfs zo goed dat het bijna niet anders kan dan dat de experts van Renault-dochter Alpine zich ermee hebben bemoeid. De voortrein stamt af van de Renault Captur en de vrij directe besturing komt uit de Renault Mégane E-Tech, maar dankzij de multi-linkachteras – die je zelden ziet op een auto in dit segment – ontstijgt de 5 zijn klasse. Op korte hobbels en bobbels is ie rustig geveerd, op slecht wegdek voelt ie eerder harder dan comfortabel aan. Waardoor je altijd het gevoel hebt dat je in een pittig autootje zit. Wat niet zo is.

De acceleratie blijft enigszins achter bij de beleving. Vlot, maar meer niet. We reden de snelste, maar Renault lieten doorschemeren dat er nog snellere versies komen, los van de extremere Alpine A290. Dankzij het koppel van 250 Nm vloeit ie prima van bocht naar bocht, al moet je even aan de bijterige remmen wennen in stadsverkeer.

Renaults Avatar ‘Reno’ is nogal hinderlijk

Ondanks de relatief harde eco-banden is de grip zeer goed. Het ESP grijpt pas in wanneer het echt moet, zeker niet te vroeg. Met een gewicht van rond de 1.500 kilo is ie niet heel licht, maar voor een elektrische auto valt het alleszins mee. Dat betekent dus ook een lage wegenbelasting wanneer die volgend jaar ook op elektrische auto’s wordt geheven.

De geluidsisolatie is van een zeer hoog niveau en door de draaicirkel van 10,3 meter kun je in de stad gemakkelijk keren. Oh, er is ook een hinderlijk geluid: tijdens wat gesprekken in de auto bemoeit Renaults Avatar ‘Reno’ zich meermaals ongevraagd met het gesprek door uitgebreid te oreren over onderwerpen die met de discussie niets te maken hebben – zelfs als we het woord ‘Renault’ niet noemen. Meer fabrikanten hebben van die infantiele gadgets, we zoeken nog uit of ie in slaap kan.

De 5 komt nu in drie varianten, met respectievelijk 95, 120 of 150 pk. De eerste twee zijn voorzien van de kleine accu van 40 kWh die op een modale 80 kW laadt en 312 kilometer haalt, de topversie krijgt een 52 kWh-accu met 100 kW laadsnelheid en 410 kilometer bereik. Goed voor 30 minuten opladen van 15 procent leeg tot 80 procent bijna-vol.

Oké, maar welke versie van de Renault 5 E-Tech gaat dan 25 mille kosten?

De vanafprijs is nu nog 32.990 euro in Nederland en in België betaal je liefst 90 euro minder. Voor dat geld krijg je een auto met een routeplanner met laadstops, klimaatregeling, een warmtepomp en pre-conditionering van de accu. Volgend voorjaar komt er een 95 pk sterke Urban Range Renault 5 E-Tech op de markt die – zoals het merk beloofd heeft – 25.000 euro gaat kosten. Helaas vervalt dan de zogenaamde SEPP-subsidie in Nederland, dus slimme rekenaars bestellen daarom nog dit jaar de Evolution-versie met 120 pk voor 27.990 euro. Dan heb je na aftrek van subsidie ook 25.000 euro uitgegeven, maar meer auto.

Lees ook: Deze leuke auto kun je plotseling bijna helemaal gratis rijden (als je opschiet)

Al bij al is de Renault 5 is een knap staaltje reverse-engineering: het ontwerp stond al vast, alleen de techniek en binnenkant moesten worden ontworpen. Na de onbruikbare Zoe en wat andere mislukte EV-avonturen, slaat Renault met deze 5, en straks met de 4, een nieuwe elektrische weg in die succesvol kan worden. En dat verdient ie met z’n fijne looks en bruikbaarheid ook.

Specificaties Renault 5 E-Tech 150 pk Comfort Range (2024)