Op zoek naar iets waarvan je vleugels krijgt? In de Escort Cosworth kun je prima leren wat vliegen is. Hammond stapt graag aan boord.
 
Voor een moderne auto zijn zaken als onafhankelijke wielophanging op alle wielen en vierwielaandrijving met een 34/66-verdeling tussen voor- en achterwielen best bijzonder. Maar bij een auto die in 1992 op de markt kwam, zoals de Escort Cosworth, is het ronduit spectaculair. Deze speciale Monte Carlo-uitvoering is zelfs uitgerust met velgen die je ook bij een aantal legendarische WRC-auto’s uit die tijd tegenkwam. Maar eigenlijk is dat allemaal niet van belang. Want in dit geval draait het natuurlijk allemaal maar om één ding: de vleugel. Bij deze Escort over iets anders praten, is hetzelfde als een paaldanseres complimenteren vanwege haar wenkbrauwen. Die vleugel is zo enorm dat je er met geen mogelijkheid omheen kunt.
 
Latere uitvoeringen van de Escort Cosworth hadden een kleinere turbo en reden ondanks het lagere vermogen – 217 in plaats van 227 pk – lekkerder, maar laten we de vleugel niet vergeten. In feite is de hele auto eraan opgehangen, als een trapezeartiest aan een enorme en vooral zeer aerodynamisch gevormde schommel. Maar dit was dan ook de Cosworth-vleugel in volle glorie. Uiteindelijk zou dit gezichtsbepalende onderdeel onder het mes gaan. Bij de laatste modellen vanaf 1996 was de vleugel zelfs helemaal verdwenen. Maar laten we even niet denken aan dit grauwe toekomstbeeld. Laten we genieten van dit moment en een ode brengen aan de vleugel.
 
Bij het instappen maakte ik direct een sprong in de tijd, terug naar 1989 toen de Escort Cosworth nog niet eens bestond. Ik was destijds net begonnen als verslaggever bij BBC-radio. Op een dag had mijn collega van de nieuwsredactie zich opgeworpen als vrijwilliger om me naar een klus te brengen. In de ondergrondse parkeergarage sprongen we als echte nieuwsjagers in een stationwagen: een Escort, al was dit bij lange na niet de versie waar dit artikel over gaat. Toch was ik trots, want voor zover ik wist was dit de eerste keer dat een Hammond in een splinternieuwe auto zou rijden. Er stond zelfs een logo van ons radiostation op de portieren. Natuurlijk vond ik het allemaal bijzonder spannend, maar ik deed krampachtig mijn best dat niet te laten zien door met open mond het nieuwe dashboard, de stoelen en de enorme stereo te bewonderen, die er in mijn beleving uitzag als de cockpit van een Boeing 747.
 
‘Deze auto markeerde het einde van een tijdperk waarin snelle auto’s nog betaalbaar waren voor redelijk jonge mensen’
 
Mijn collega, een zeer invloedrijk man, startte de motor, gaf gas en reed achteruit alsof we in een scène voor The Sweeney zaten, om vervolgens keihard een betonnen pilaar te raken. Tot zover mijn klus. Aangezien ik niet heb verteld dat dit zich allemaal heeft afgespeeld bij BBC Radio York, zullen jullie nooit weten dat de chauffeur van dienst Alan Grieveson was, dus hij hoeft zich niet te schamen.
 
Een korte blik in de achteruitkijkspiegel volstaat om mezelf eraan te herinneren dat dit een andere auto is dan de bescheiden winkelwagen die mijn anonieme collega aan puin reed, want het beeld wordt dus compleet gevuld door die gigantische vleugel. Wel realiseer ik me dat die onfortuinlijke gebeurtenis de laatste keer is geweest dat ik in zo’n oude Escort heb gezeten. Ik moet zeggen dat het interieur de tand des tijds minder goed heeft doorstaan dan de buitenkant. Er is weliswaar een cd-speler, maar die is volledig gescheiden van de radio-cassettespeler. De randen van het dashboard kun je als mes gebruiken en het patroon van de stoelen – optioneel voor deze Monte Carlo-editie – lijkt rekening te houden met vrouwelijke passagiers die na iets teveel Bacardi-cola’s hun maaginhoud op de bekleding deponeren. Al zal de dame in kwestie bij die gelegenheid uiteraard direct haar status als vriendin van de chauffeur verliezen.
 
Dit was in zijn tijd geen auto voor verlegen types of bejaarden. Goedkoop was ie evenmin, met een prijs van bijna 45.000 euro. Deze auto markeerde het einde van een tijdperk waarin snelle auto’s nog betaalbaar waren voor redelijk jonge mensen. Het grote graaien begon rond de tijd dat de Cosworth op de markt kwam, zowel door autofabrikanten als door verzekeringsmaatschappijen met hun torenhoge premies, terwijl de sterke arm der wet de jacht op notoire hardrijders definitief geopend verklaarde. Het kan me allemaal niets schelen.
 
Ik start de 2,0-liter motor die met een aangename brul tot leven komt, geef gas en kijk in de achteruitkijkspiegel waar ik niets anders zie dan vleugel, en rijd weg. Bij z’n geboorte was dit niet bepaald een trage auto, en dat is het nu nog niet. Accelereren van 0 tot 100 km/u duurt een fractie langer dan zes seconden, de topsnelheid is 232 km/u.
 
Had ik het al over die vleugel? Imago was alles in 1992 en zelfs nu, terwijl ik de Cosworth over het circuit jaag en geniet van de uitstekend gebalanceerde vierwielaandrijving die eindeloos driften mogelijk maakt, realiseer ik me dat zowel ik als de auto volledig in dienst rijden van de vleugel. Groter was destijds beter en groter dan dit was er niet. Er is genoeg op deze auto aan te merken, maar het predicaat van lekkere legende is zondermeer verdiend. Al is het alleen maar omdat hij staat voor een belangrijk punt in de ontwikkeling van de auto.

Ford Escort RS Cosworth

 

Productie: 1992 - 1996

Motor: 2,0 liter viercilinder turbo

Vermogen: 227 pk

Acceleratie: 0-100 km/u in 6,1 s

Topsnelheid: 232 km/u

Gewicht: 1.275 kilo

Reacties

Meer van TopGear