Enyo. Het krankzinnigste apparaat dat ik ooit heb gereden. Het krankzinnigste apparaat dat ik ooit zal rijden en vanaf nu mijn onmiddellijke antwoord op de oh zo vaak gestelde vraag: ‘Wat is de beste auto die je ooit hebt gereden?’

Nou ja, soort van dan. Het is nou ook weer niet zo dat dit monster van Frankenstein, deze Chevrolet boerderijtruck-/IndyCar- creatie de snelste auto is die ik ooit zal rijden, en het is al helemaal niet de auto met de meest delicate wegligging of nekverrekkende remprestaties. Maar wat betreft pure, diepgewortelde herrie en je reinste drama weet ik niet of er ooit nog iets in de buurt zal komen. Waar zijn Doc Brown en zijn DeLorean als je ze nodig hebt? Ik wil deze dag het liefst keer op keer opnieuw beleven.

De Ringbrothers zijn – uiteraard – twee broers

Enyo is in 2022 gebouwd door Ringbrothers, een in Wisconsin gevestigde tuner, en werd in datzelfde jaar onthuld op de Specialty Equipment Market Association (SEMA) in Las Vegas. De broers, Jim en Mike Ring, wonnen de hoofdprijs van de show met deze auto, waarna hij werd verscheept naar zijn eigenaar voordat iemand er goed en wel mee had gereden. Wat heet: zelfs Mike had hem tot vandaag nog nooit gereden.

De carrosserie is (oké: was) een Chevy Loadmaster Super Truck uit 1948, maar gedurende 10.000 uur aan verbouwingen is hij getransformeerd tot een open-wheel raceauto met een Goodwin Competition 8,4-liter LS-racemotor, een viertraps automaat van Bowler Performance, een Dana-sperdifferentieel, een op maat gemaakte inwendige ophanging met veren en dempers van Öhlins, Brembo-remmen met klauwen met zes zuigers, 18-inch wielen van HRE en Goodyear Racing Eagle-slicks. En ja, we rijden ermee op de openbare weg.

De auto is doodeng

Oh, had ik verteld dat dit ding je de stuipen op het lijf jaagt? Als mijn kennis van de Griekse mythologie een beetje op peil was geweest, had ik het kunnen zien aankomen – het blijkt dat Enyo de naam is van de Griekse godin van de oorlog. De volgende waarschuwing krijg je al meteen als die monstrueuze V8 voor het eerst tot leven wordt gewekt. De titanium uitlaat is een kunstwerk op zich, en je kunt een knop omzetten waarmee alle kabaal naar de zijpijpen wordt geleid of gedeeltelijk ook naar achter wordt gezonden.

Dat laatste is naar het schijnt de iets beschaafdere optie. ‘Voor als je langs de kerk rijdt, dat soort dingen’, zegt monteur Ryan. Waar ik zit, lijkt het allemaal niet zoveel uit te maken. Deze herrie is pure NASCAR-furie. Ik weet zeker dat de afdeling Beroepsgerelateerde Stoornissen van de BBC in Londen hem kan horen. Ach, wat maakt het uit – mijn gehoor was toch al niet meer wat het ooit is geweest.

Geen veiligheidssystemen

Het is een koude dag en de slicks zijn dat dus ook. Er is geen ABS, er is geen tractiecontrole. De motor levert 1.000 pk als ie gevoed wordt met racebrandstof en Jim schat dat de eigenaar, die in Milwaukee woont, inmiddels zo’n 1,5 miljoen dollar in dit project heeft gestoken. Het schijnt dat hij beschikt over een enorme collectie auto’s, met een LaFerrari en Koenigseggs (meervoud, ja). Hij noemt de Enyo zijn rat rod, maar het lijdt geen enkele twijfel dat het de netste custom is die ik ooit heb gezien. En waarschijnlijk zal zien.

Ik vertrek vanaf een parkeerplaats aan een achterafweggetje net buiten Spring Green, het plaatsje met zo’n 1.500 inwoners dat Ringbrothers zijn thuis noemt. Precies deze parkeerplaats is de plek waar Jim en Mike wat rondhingen en bier dronken toen ze nog rebelse tieners waren. Maar als ik terugkom na een kennismakingsritje met de Enyo, gewoon de straat uit en weer terug, sta ik te trillen alsof ik net achttien espresso-martini’s achterover heb geslagen. De adrenaline giert door mijn lijf.

Een kart met 1.000 pk

Ze zeggen dat je nooit zó voelt dat je leeft als wanneer je de dood in de ogen kijkt. Dat lijkt een dun lijntje, maar de Enyo beukt eroverheen alsof het niets is, met zijn enorme banden die elke groef en hobbel in de weg keihard doorgeven. Er is geen stuurbekrachtiging, en ook geen wielkasten die de steentjes tegenhouden die van de banden af ketsen. Hij voelt aan als een gigantische, 1.000 pk sterke kart, en ik krijg sterk het gevoel dat het fraaie koolstofvezel stuur nog weleens een vast onderdeel van mijn lichaam zou kunnen worden als ik de Enyo niet het respect betoon dat hij eist.

Ik vind de moed om hem op zijn staart te trappen als ik een kruising verlaat. Noem het morbide nieuwsgierigheid. Ik realiseer me al snel dat de Enyo graag een rechte lijn voor zich heeft voordat ie enig vermogen ontvangt. Hij begint snel te glijden en schiet dan plots de andere kant op, met ‘dank’ aan de superkorte wielbasis, voordat ik de boel weer onder controle weet te krijgen. Schone onderbroek, graag.

Ringbrothers Recoil

We laten vandaag niet alleen Enyo los uit het speelparadijs. De Chevrolet Chevelle uit 1966 die je hier ook ziet, is het dagelijkse werk van Ringbrothers. Hij staat bekend als Recoil en stamt als project alweer uit 2014, maar ik heb gevraagd om een ritje omdat Jim, Mike en Nancy, de vrouw van Mike (die de financiële kant van de zaak regelt), hem stuk voor stuk noemden als hun favoriet.

Deze Chevelle is te krachtig

‘Dat ding is alsof je wordt afgeschoten uit een kanon’, zegt Jim. ‘Hij gooit 980 pk naar de achterwielen. Een en al pret om te rijden. Aan de andere kant: de eigenaar heeft ons gevraagd om hem iets terug te tunen. Hij is doodsbang voor hem.’

Geweldig. En ik dacht nog wel dat een musclecar uit de jaren ’60 iets makkelijker zou zijn dan een agrarische truck met 1.000 pk. Hoewel Jim inderdaad niet loog toen hij zei dat de Recoil leuk was om te rijden. Het bespottelijke vermogen wordt opgewekt door een 7,0-liter LS7 V8 met een supercharger en loopt via een handmatige zesbak. Het koppelingspedaal is hoog, de pook moet met enig geweld op zijn plek worden gezet en het gaspedaal fungeert als een aan/uitknop.

Vanbinnen ziet hij er ook veel meer uit als een raceauto dan de Enyo. Overal waar je kijkt zie je blank metaal, of toch op zijn minst een hint naar lichtgewicht toepassingen. Er is ook een digitaal dashboard van Racepak, al is dat waarschijnlijk alleen maar omdat een normale naald nooit zou kunnen bijhouden hoe belachelijk snel dit ding toeren opbouwt. Er is zoveel vermogen dat een terloopse blik op het gaspedaal al voldoende is om grip kwijt te raken, maar al met al is de wegligging eigenlijk verbazingwekkend goed. En hij komt makkelijk genoeg de bochten door, zelfs al is ‘stuurgevoel’ een concept dat niet per se aan hem besteed is.

Je gaat er vanzelf veilig door rijden

De Europese wetgevers hebben hele massa’s aan actieve veiligheidssystemen verplicht gesteld om bestuurders van kleine crossovers er maar aan te helpen herinneren dat ze wel op de weg moeten blijven letten. Dat is één grote misvatting. Zet gewoon iedereen in een Ringbrothers Chevelle en niemand heeft nog maar een milliseconde over om aan iets anders te denken dan het redden van het vege lijf.

Dit hele avontuur ging trouwens bijna niet door. Toen de fotograaf en ik twee dagen geleden aankwamen in Spring Green, lag er een laagje sneeuw als een dekentje over het grootste deel van de staat Wisconsin. We zijn toen maar even naar Milwaukee gegaan om Speedkore te bezoeken (later meer daarover), maar toen de zon weer verscheen, keerden we op een drafje terug. Al voordat ik de auto’s van Ringbrothers had gereden, was ik fan. Jim en Mike hebben een enthousiasme voor deze projecten dat meer dan een beetje aanstekelijk is, en het is een ouderwets familiebedrijf waar Jims vrouw Peggy de PR doet en de zoon van Mike en Nancy, Hunter, zich tegen de verkoop aan bemoeit.

Leuk ander feitje? Hoewel hier dus met enige regelmaat restomods van een paar miljoen de deur uitrollen (en ja, het zijn restomods, hoewel het VIN-nummer zo’n beetje het enige originele is dat overblijft), is Ringbrothers eigenlijk nog steeds gewoon een uitdeukerij. Ze repareren carrosserieschades na doodgewone aanrijdingen tussen doodgewone auto’s. Er werken 24 mensen en er worden ook een hoop onderdelen gemaakt en verkocht die het bedrijf gedurende de restauratieprojecten heeft ontwikkeld.

‘Elke keer als we een auto bouwen, moeten we een hoop spullen bedenken, ontwikkelen en maken’, zegt Jim. ‘Dus we dachten: ach, als we daar dan toch al zoveel tijd en geld in hebben zitten, kunnen we ze net zo goed ook verkopen. Geloof het of niet, maar de scharnieren die we maken voor de motorkappen van Camaro’s uit de jaren ’67 tot ’69 zijn het populairst. De vraag blijkt enorm. Ik wist niet eens dat ze zoveel auto’s hadden gemaakt.’

Het begon al heel vroeg

Dat creatieve, daar hebben de Rings duidelijk al een tijdje last van. De vader van Jim en Mike had een benzinestation en de twee groeiden op als de jongsten in een gezin van zeven, 10 kilometer ten noorden van Spring Green. ‘Ik denk dat het feit dat je gewoon nergens kwam als je geen auto had de enige reden is dat we er wat mee zijn gaan doen’, zegt Jim. ‘Onze vriendinnetjes waren altijd minstens 10 kilometer ver weg, en om nou steeds dat hele eind te gaan lopen…

‘Toen we jong waren, deden we van alles. We haalde grasmaaiers uit elkaar, mikten er benzine in en reden ermee. Ik heb toen ik klein was geprobeerd een helikopter te bouwen. Mijn pa had een propeller van een vliegtuig en ik had allemaal hout gestolen bij een bouwbedrijf achter ons huis. Ik heb er de motor van een grasmaaier in gezet en een klein stoeltje van glasvezel.

Garage Ringbrothers monteur

Ik deed mijn uiterste best om het ding gestart te krijgen en opeens kwam de buurman – die toevallig ook mijn oom is – naar buiten en schreeuwde: “Als dat ding start, ben jij f***ing dood!” Ik was een jaar of tien, denk ik.’

En nee, inderdaad is niet iedereen een overtuigd fan van wat ze tegenwoordig uitspoken. ‘Maar haters zijn iets goeds’, zegt Mike als Jim uitlegt dat sommige mensen vinden dat de Enyo eruitziet als een Plymouth Prowler of een PT Cruiser. ‘Daar werden we altijd nogal pissig van, waarna we probeerden uit te leggen dat ze het gewoon niet begrepen. Maar na een tijdje kom je erachter dat het juist goed is, omdat die haters andere mensen weer nieuwsgierig maken, en dat die mensen het dan juist voor je opnemen.’

Ringbrothers V8

Dus, wat kunnen we nog verwachten van de familie Ring? Nou, ze hebben net een Rolls-Royce Silver Cloud uit 1961 opgezadeld met een 640 pk sterke LT4 V8 met supercharger, dus het zou zomaar kunnen dat Jim en Mike zich in de nabije toekomst op nog een paar Europese auto’s storten.

Ringbrothers houdt het bij V8-motoren

Wat het ook moge zijn, het zal in ieder geval niet stilletjes komen. Want het laatste waar we op kunnen rekenen, is een Ringbrothers EV. Er zit nog steeds een hardnekkige piep in mijn oren van de V8 als Jim stelt: ‘Het enige ding waar een batterij in thuishoort, is een zaklamp.’ Lang leve Ringbrothers.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer van TopGear