Shell legt bouw van biobrandstoffenfabriek in Nederland stil door Europese regelgeving

Shell droomt van een biobrandstoffenfabriek in Nederland. De fabriek moet in het dorpje Pernis bij Rotterdam komen en oppervlakte hebben vergelijkbaar met 28 voetbalvelden. Oftewel 700 padelbanen. Of 2.243 squashvloeren. Dit jaar zou de fabriek op volle toeren moeten draaien, maar dat stelt Shell nog uit tot het einde van dit decennium.

In 2021 begon Shell met de bouw van het productieterrein. Wanneer de fabriek af is, moet er jaarlijks 820.000 ton aan duurzame peut ontwikkeld worden. Daarmee zou het bedrijf net zoveel CO2 kunnen besparen als 1 miljoen auto’s uitstoten. Shell heeft drie producten voor ogen: biobrandstof voor vliegtuigen, hernieuwbare diesel voor wegverkeer en scheepvaart en bio nafta. Dat laatste kun je gebruiken om plastic of een ander chemisch product mee te maken op een duurzame manier.

Naar eigen zeggen pauzeert Shell de bouw van de fabriek omdat het bedrijf ‘verschillende uitdagingen wil aanpakken en het toekomstige concurrentievermogen van de fabriek waarborgen’, maar ook ‘de huidige marktomstandigheden’ spelen een rol. RTL Nieuws vroeg daarom de Nederlandse Vereniging Duurzame Brandstoffen (NVDB) om een uitleg

Waarom stopt Shell met de bouw van de biobrandstoffenfabriek?

Volgens de NVDB maakt de Europese wetgeving het nu niet aantrekkelijk genoeg om biobrandstof te verkopen. Dat heeft te maken met bijmengverplichtingen. De kerosine voor in vliegtuigen moet volgend jaar bijvoorbeeld voor 2 procent uit biobrandstof bestaan. Dit zou in 2030 stijgen naar 14 procent, maar daar ziet de EU van af. De nieuwe regel voor over zes jaar is 6 procent biobrandstof.

Bij de scheepsvaart loopt het nog stroever. De Europese Unie heeft jaren vergaderd over een bijmengverplichting in de binnenvaart. De conclusie is voorlopig dat er geen biobrandstof vermengt hoeft te worden. Schepen in de binnenvaart mogen dus lekker blijven dobberen met fossiele brandstoffen.

NVDB roept de Nederlandse overheid op

In april van dit jaar trok de NVDB aan de bel bij toenmalig informateurs Dijkgraaf en Van Zwol. De brancheorganisatie wil ondersteunend beleid voor de 4 miljard euro die in de productie van biobrandstof wordt gestoken. Zo moet er gezorgd worden voor een gegarandeerde markt, gecontroleerd worden dat de biobrandstof ook echt duurzaam wordt geproduceerd en moeten biobrandstoffen betaalbaar worden voor burgers en bedrijven.