De Mercedes-AMG Project One laat zich het best omschrijven als een F1-auto met APK. Mercedes tilt de techniek uit de racevleugel van Lewis Hamilton haast één op één over in de hypercar. Het is daarmee voorlopig de enige nieuwe auto met F1-motor waarmee je gewoon kattenvoer kunt gaan halen. Welke auto’s gingen de Mercedes-AMG Project One voor?
Ferrari F50 (1994)
Vanboven hoef je je best niet te doen om er een F1-auto in te herkennen. Kijk maar naar de neus. De 4,7-liter V12 produceert 520 pk en 471 Nm. Flinke getallen, maar net niet zo indrukwekkend als de 700 pk sterke 3,5-liter V12 waarvan de motor is afgeleid. De motor kwam uit de Ferrari 641 die in 1990 zes keer won.
De motor is trouwens een integraal onderdeel van het koolstofvezel chassis, waardoor de vullingen uit je tanden trillen. Je moet er iets voor over hebben.
Alfa Romeo 164 ProCar (1988)
In 1988 opperde Bernie Ecclestone het geniale idee voor Formula S: toerwagens met F1-motoren. Alfa wachtte niet eens tot ome Bernie was uitgepraat of ze stonden klaar met een 750 kilo wegende Alfa Romeo 164 ProCar. De V10 met 600 pk stond op een Brabham-chassis en trok een koolstofvezel jasje aan. In 2,4 seconden sprintte het ding naar 100 km/u en de top lag boven de 350 km/u. Ferrari, BMW en McLaren-Honda stonden niet te springen om de Formule S en de klasse was al klaar voordat hij begon.
Renault Espace F1 (1995)
Niet alleen Italianen kunnen jolig doen met een doppenset en een schroevendraaier. Voor de tiende verjaardag van de Espace gaven ze de monospace een F1-motor cadeau. Ook hiervan was de koets volledig opgetrokken uit koolstofvezel. De V10 had geen 700, maar 800 pk. Ondanks de aerodynamica van een flatgebouw, schoot de boodschappenkar in 2,8 seconden van 0 naar 100 km/u en in 7 seconden zat ie op de 200 km/u. De koek was op bij 310 km/u. Het beste van alles: de Espace F1 had vier zitplaatsen.
Ford Supervan 3 (1994)
Ford maakt er een gewoonte van om enorme motoren in de Transit te proppen. De Supervan 1 gebruikte de V8 uit de GT40. De tweede een Cosworth 3,9-liter V8 met 500 pk. De Supervan bereikte zijn kritieke massa bij de derde uitvoering in 1994. Ford propte de Cosworth HB 3,5-liter V8 F1-motor in de bus. Het resultaat was 740 pk bij 13.500 tpm met een Elise-achtig gewicht van slechts 890 kilo.
Porsche Carrera GT (2003)
Als je een van de gelukszakken was die zich in 2004 een gloednieuwe Porsche Carrera GT kon veroorloven, kreeg je altijd een exemplaar met flink wat metaforische kilometers op de teller. De stamboom van de 5,7-liter V10 is namelijk helemaal terug te leiden naar 1992, toen Porsche bezig was met de ontwikkeling van een F1-motor.
Toen het project op de schop ging, werd de motor aan het Le Mans-team gegeven om er mee te racen in 1999. Maar toen vroeg de nieuwe Cayenne zoveel mankracht, dat het V10-project stilgezet werd. Dit was echter goed nieuws.
De Porsche Cayenne bracht veel geld in het laatje om leuke dingen mee te doen. De V10 werd uit de archiefkasten getrokken en de Carrera GT werd eromheen gebouwd. Zonder turbo’s en met handbak. Het is een van de weinige straatauto’s met F1-motor die je werkelijk kunt rijden. Over naar jou, Mercedes.
Reacties