Racegames – of überhaupt games – waren zo’n twintig jaar geleden een prima bezigheid voor kinderen. Alleen, die kinderen stopten nooit met spelen. Pixels en puisten namen toe totdat het genre en de gebruiker een volwassen stadium bereikten. En ondertussen voegen de jongsten zich ook weer bij de racende massa.
De markt groeit en daarmee ook vraag naar diversificatie in de racesturen-markt. Prijzige stuurtjes zijn niet enkel meer voor die-hard simracers op de PC. En zo kun je nu met gemak 1.000 euro of meer kwijt zijn aan leuke race-installatie voor je PlayStation 4. En niemand die er gek van opkijkt.
De Kandidaten
Stel, je hebt een geinig budget van maximaal 800 euro voor de PS4. Wat haal je dan? Twee uitstekende kandidaten zijn de nieuwe Thrustmaster T-GT en de Fanatec CSL Elite. De prijzen zijn respectievelijk 799 euro en 660 euro, voor enkel het stuur en de pedalen. Handremmen en schakelpoken niet meegerekend, dus.
Uit de doos
Stel: je bent nog ongeduldiger dan een ongetrainde puppy met een bak voer. Dan moet je voor de Thrustmaster T-GT gaan. Binnen vijf minuten pluk je het ding uit de doos en ben je klaar om te racen. De Fanatec CSL moet je eerst als een Ikea-meubel in elkaar draaien en vervolgens met de laptop updaten. Om daarna nog aan de instellingen te friemelen. De Thrustmaster is meer plug and play en heeft daarom minder mogelijkheden.
Eerste indruk
De Fanatec zou niet misstaan in een echte raceauto. Het stuur, van realistisch formaat, is bekleed met suède en het middelste deel is van metaal. De pedalen zijn ook volledig gemaakt van aluminium en voelen zwaar en stevig aan.
De Thrustmaster legt het hier af tegen de CSL. De diameter van het stuur is aan de kleine kant en er is veel plastic gebruikt in het hart van het stuur. De buitenkant is bekleed met leer, maar had dat dan even geperforeerd, of zoiets. De knopjes voelen minder hoogwaardig aan en de pedalen zelf zijn dan wel van metaal, maar de basis niet. De prijs van 799 euro is niet direct terug te zien in het materiaalgebruik.
Stuur en pedalen
De pedalen van de Fanatec CSL Elite zijn voorzien van een zogenoemde load cell. Dit zijn rubberen bussen op een as waarmee je de weerstand van het rempedaal zelf kunt instellen, tot 90 kilo, waardoor het geheel progressief en realistisch aanvoelt. De T-GT probeert hetzelfde trucje met een soort rubberen deurstop. Die kun je dan weer niet echt progressief noemen.
Maar: bij de T-GT kun je de weerstand ook geheel verwijderen. Dit is erg handig als je de pedalen los op de vloer zet. Dat is bij de Fanatec niet mogelijk – waardoor ie in zo’n geval nog harder heen en weer schuift dan de achterkant van een Mercedes C 63 S zonder ESP.
De Fanatec CSL ligt vele malen beter in de hand dan de T-GT, simpelweg omdat de rand van hetstuur met suède is bekleed en de diameter 5 centimeter meer meet. Het voelt authentieker en betrekt je daarom meer bij het spel. Bij de Thrustmaster voelt het wat afstandelijk.
Force feedback
De Fanatec lijkt een grote voorsprong te hebben – tot je begint met racen. De T-GT zit vol techniek met afkortingen als T-Lin, T-FOC en T-DFB. Je mag zelf op onderzoek uit wat het allemaal betekent, maar het resultaat is fenomenaal. Om te beginnen is de force feedback heerlijk soepel bij elke stuurhoek. Je voelt hem altijd werken – wat een beetje onrealistisch is, want een stuur in een echte auto trilt niet constant – maar daardoor krijg je wel continue communicatie.
De force feedback van de Fanatec is erg los rond de middenstand. Er lijkt zelfs een kleine ‘blind spot’ in te zitten als je het stuur recht houdt. Hier lijkt hij niet op spanning te staan en bij sommige spellen (F1 2017, bijvoorbeeld) begint het stuur er zelfs door te ratelen. Hierdoor voelt het niet soepel en progressief, terwijl er met de force feedback bij een diepere stuurhoek niets mis is. Maar ja: je gaat regelmatig terug naar de middenstand.
En dit soort kleine irritaties ga je meer tegenkomen bij de Fanatec. Hij loopt zo nu en dan vast, of de force feedback doet gekke dingen. Bij een aantal spellen wordt het stuur helemaal niet ondersteund. Op de computer heb je van al deze klachten een stuk minder last. Het stuur is dan ook vrij nieuw, en heeft wellicht nog wat tijd nodig om helemaal doorontwikkeld te raken.
Conclusie
Eigenlijk is het heel simpel: wil je zorgeloos rijplezier en maken de materialen en het uiterlijk je niet zoveel uit: kies dan de Thrustmaster T-GT. Neem je kleine ergernissen voor lief en zoek je een stuur met meer mogelijkheden, maar daardoor wel meer kopzorgen? Neem dan de Fanatec CSL.
Reacties