Het Spaanse merk Seat blijft onvoorspelbaar. Jarenlang kwakkelde de autobouwer tot het punt waar we eigenlijk dachten dat het wel eens gedaan kon zijn – maar toen kwamen de crossovers. De Ateca, Arona en de Tarraco brachten weer geld in het laatje. Toen weekte het snelle label Cupra zich los van Seat en werd als los merk in de markt gezet. Dat moest een performance-merk worden, maar in Nederland werd het een merk voor hybrides en EV’s.
Nu blijkt het zo te zijn dat de Volkswagen Groep het Spaanse automerk stilletjes laat afsterven. Zo rond 2030 zou het klaar zijn. Het Duitse Handelsblatt concludeert dit aan de hand van een persconferentie. De baas van de merken sprak van een rooskleurige toekomst voor Cupra, maar over Seat werd nauwelijks iets gezegd. Ook zijn er nog altijd geen nieuwe hybrides of elektrische auto’s aangekondigd voor Seat.
Blijkbaar gaat het niet zo goed met het Spaanse merk. Hoewel Seat in 2016 en tot en met 2020 nog sprak over goede resultaten, zakten de verkopen vorig jaar weer terug naar onder de 500.000 auto’s. Daar zit een stukje corona bij, maar blijkbaar is dat voor de baas van Seat niet de hoofdreden. Overigens is er geen bevestiging vanuit Seat of Volkswagen dat het einde voor het merk nabij is.
Als Seat niet verdwijnt, moet het dan veranderen?
Het is zonde om een merk met 70 jaar historie een stille dood te laten sterven, maar een make-over zou Seat niet misstaan. De auto’s van het Spaanse merk onderscheiden zich minder en minder van de spulletjes van Volkswagen en Skoda, terwijl Cupra dat juist veel meer doet. Maar welke kant moet Seat dan op? De sportieve kant is bezet door Cupra, de goedkope kant door Skoda (alhoewel, ook niet écht meer). Goed, ze hebben nog een paar jaar om het uit te dokteren.
Reacties