Met z’n allen betalen we vanaf volgend jaar structureel 200 miljoen euro aan BPM te veel. We zijn al bezig: tot half 2020 loopt dit bedrag zelfs al op tot 600 miljoen euro. Dat melden de RAI Vereniging en de Bovag. Zij baseren hun conclusie op een onderzoek van KPMG, die keek naar de hogere BPM-inkomsten door de WLTP-emissietest en de nieuwe BPM-tabel.

‘De melkkoe is weer van stal: de overheid int onterecht honderden miljoenen aan extra belasting bij de autokoper, ondanks de eerdere belofte dat de nieuwe emissietest niet tot hogere BPM-inkomsten mag leiden. De Tweede Kamer moet direct ingrijpen’, melden de verenigingen. ‘Kleinere auto’s worden relatief het hardst geraakt.’

Hoe zit het precies?

Aan het einde van 2017 verving de WLTP-testmethode de verouderde NEDC-testmethode. Deze methodes meten de uitstoot en het verbruik van nieuwe auto’s. De WLTP zou een realistischer beeld moeten geven en in de praktijk betekent de nieuwe methode vaak hogere uitstoot- en verbruikscijfers. Een hogere uitstoot betekent meer BPM en duurdere nieuwe auto’s.

We zitten nu in een overgangsperiode om er voor te zorgen dat nieuwe auto’s niet in één klap grof duurder worden. Vanaf 1 juli 2020 komt er een nieuwe BPM-tabel die rekening zou houden met de verhoogde uitstoot-metingen. Volgens de brancheverenigingen houdt deze tabel niet genoeg rekening met de verhoogde testuitslagen. De uitstoot zelf verandert immers niet.

Bovendien zouden we nu al te veel betalen in de overgangsregeling. ‘De aangekondigde BPM-tabellen moeten direct worden aangepast en de tijdelijke meeropbrengst moet worden gecompenseerd’, schrijven de verenigingen. ‘De nieuwverkopen staan nog meer onder druk en dat staat bovendien haaks op ons streven naar een duurzamer wagenpark, dat minder uitstoot.’

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)