Waarom sommige benzineauto’s ineens langzamer zijn geworden

Als een autofabrikant claimt dat het nieuwste model ‘de beste tot nu toe is’, hebben we altijd een binnenpretje. Het zou wat zijn als een merk zou zeggen ‘dit is het beste dat we in de korte tijd konden maken’ of ‘de vorige was mooier, maar je doet het er maar mee’. En vaak zijn nieuwe modellen ook veiliger, luxer en comfortabeler. Maar zeker niet alle auto’s worden sneller. Vooral de kleine benzineauto’s zonder turbo worden steeds een stukje langzamer.

Neem bijvoorbeeld de Hyundai i10 met de 1,0-liter driecilinder zonder turbo. Toen we dezelfde motor in 2020 reden had ie nog 67 pk en een 0-100-tijd van 15 seconden. Toen kostte de kleinste Hyundai trouwens ook nog geen 13.000 euro. Vorig jaar ging de auto onder het mes voor een facelift en groeide de 0-100-tijd al met 0,2 seconden. Het vermogen bleef gelijk, maar de uitstoot daalde iets.

Deze week kondigde Hyundai trots aan dat de auto weer een kleine update heeft gehad en de instapper krijgt nog meer spulletjes. Én een vanafprijs van net geen 23.000 euro. Opvallend is dat de auto nog wat langzamer is geworden. Het vermogen is gezakt naar 63 pk en het koppel met 3 Nm naar 93 Nm. De 0-100-tijd is 15,9 seconden geworden. Opvallender: de uitstoot is op papier toegenomen.

Ook bij andere automerken worden benzineauto’s langzamer

Dit is niet alleen bij de Hyundai i10 zo. Bijna elke kleine auto zonder turbomotor is de afgelopen jaren iets langzamer geworden. De Opel Crossland met de 1,2-liter motor ging een halve seconde langzamer naar de 100 na de facelift in 2023. Ook de Volkswagen Polo met 80 pk gaat sinds de facelift in 15,5 seconden naar de 100 in plaats van 14,9 seconden.

We vroegen aan aantal merken om een verklaring, maar eigenlijk kwam alleen Hyundai met een uitleg: ‘Dit maakt deel uit van de productwijzigingen zoals die regulier plaatsvinden in ons gamma, zowel onder de motorkap als wat het uiterlijk en de uitrusting betreft. De turboversie, die in de regel het minst verkocht wordt, is uitgezonderd hiervan om het karakter van de motor te bewaren.’

Moest de uitstoot omlaag?

Niet echt een bevredigend antwoord, maar we kunnen zelf wel een invulling maken. Er is een reden dat bijna elke nieuwe auto tegenwoordig een turbomotor heeft, want dit type motor loopt efficiënter. Of in ieder geval in de officiële meting. Om een turboloze motor schoner te krijgen in de uitstootmeting, knijpen autofabrikanten waarschijnlijk de prestaties. Zo presteert de auto beter in de officiële metingen.

Auto’s zonder turbo worden waarschijnlijk langzamer om de uitstoot omlaag te krijgen. Maar als een turboloze motor dan zo lastig is om schoon te krijgen, waarom stoppen autofabrikanten dan niet ermee? Dat zal dan weer met kosten te maken hebben. Een motor zonder turbo is goedkoper om te bouwen. Voor een ingewikkeld hybridesysteem is vaak geen ruimte of maakt het te duur. En kunnen automerken een goedkopere auto aanbieden. Maar dan moet je als koper geen haast hebben.