Waarom is TopGear zo dol op de geschiedenis van Alfa Romeo, en zo boos als ze een fout maken? Elke keer dat Alfa een slechte of maar half-geslaagde auto aflevert, grijpt dat ons aan. Dat is wel wat vreemd, want Alfa Romeo heeft al een kwarteeuw geen inspirerende, bereikbare auto meer afgeleverd, waardoor de meeste mensen al lang zijn afgehaakt.
Dat komt omdat, als we eerlijk zijn, TopGear voor een groot deel bestaat uit, nou, vooruit, mannen van middelbare leeftijd. Toen we in Engeland begonnen met het testen van auto’s, maakte Alfa nog de GTV6 en de 75 Twin Spark. Ze waren buitenbeentjes, maar ze hoorden er wel helemaal bij in de autowereld. Ze zagen er speciaal uit, klonken briljant en waren een plezier om te rijden. Het is een cliché, maar hoewel ze dus vaak gebrekkig waren, hadden ze ook iets artistieks en iets passioneels, een speciaal petroleumferomoon dat zich in je ingewanden nestelde.
De grootste aantrekkingskracht van Alfa zat ‘m niet eens in het rijden van die auto’s van een generatie geleden – om eerlijk te zijn, lagen de beste dagen van Alfa ook toen al achter het merk. De liefdesaffaire met Alfa gaat terug naar onze jeugd, toen we niets anders deden dan door autotijdschriften bladeren. Daarin zagen we de Alfa’s van nog een generatie eerder.
Alfa Romeo bouwde twaalf-in-lijn motoren die de door Gordon Murray ontworpen F1-auto’s aandreven. Alfa won touringcar-races met GTA’s en wilde dat hun GTV’s beter waren dan de Duitse coupés. Het lanceerde de begeerlijke Alfasud. Het bouwde een Spider die gemaakt leek voor Dustin Hoffman – een auto die reed met evenveel passie als gratie.
De mensen die destijds die verhalen schreven, herinnerden zich op hun beurt de generatie daarvoor weer, toen Alfa Romeo de kwalitatief hoogwaardige sportsedan uitvond, een concept waarvan de Duitsers tegenwoordig denken dat zij het hebben bedacht. Of zelfs het tijdperk dat daaraan voorafging, toen Alfa’s consequent de mooiste sport- en raceauto’s bouwde van een heel tijdperk, waarmee het Bugatti, Bentley en Mercedes versloeg op Le Mans en tijdens Grand Prix-races. Geloof je ons niet? Helaas: dan is Alfa zo diep gevallen. En gevallen helden zien we graag terugkeren.
Maar er zijn ook opklaringen geweest gedurende het zware weer van de afgelopen decennia. De SZ bijvoorbeeld, de BTCC 155, de vroege 156, de 8C, een paar versies van de huidige Giulietta. Ze beleefden allemaal een moment van schoonheid en grootsheid, maar dat leek altijd heel, heel kort te zijn, zoals een dronkaard die een pirouette maakt en dan pardoes op z’n gezicht valt. De toekomst van het merk werd telkens ingeruild voor een bezoekje aan het café, waar de barman dan weer een ellenlang verhaal te horen kreeg over hoe de toekomst er ook had kunnen uitzien, als…
Precies dat. Herinneringen aan een groots verleden. Herinneringen aan een tijd voordat het management verslaafd raakte aan bezuinigingen, winstmarges, bonussen en overnames. Alfa Romeo zat decennialang in afkickklinieken en mocht er soms even uit. En juist die kortstondige oplevingen houden het vuur bij ons brandend, in de hoop dat het merk ooit weer helemaal zal herstellen.
Wij bij TopGear bekijken de dingen met een objectieve blik, dat weet je (…), en zijn dus altijd blij om een goede auto te zien – van welk merk dan ook. Logisch, dus, dat we blij zijn dat Toyota een briljante kleine coupé maakt in de vorm van de GT86. We prijzen de BMW 3-serie als een prima sportsedan. Maar het is ook menselijk dat we, al was het maar uit sentimentele overwegingen, zouden willen dat ook Alfa Romeo zulke auto’s zou maken.
Mensen zeggen dat de 4C cruciaal is voor het voortbestaan van Alfa. Dat is aperte onzin. Oké, de 4C heeft een functie: om Alfa in de VS weer op de kaart te zetten. Maar het zal nooit zo zijn dat een auto die is ontworpen om er maar een paar duizend van te maken, cruciaal kan zijn voor een merk dat honderdduizenden auto’s moet gaan verkopen om te overleven.
Op dit moment is Alfa gevloerd. Er zijn maar twee modellen, elk in één carrosserievariant: de driedeurs Mito en de vijfdeurs Giulietta. Dit is wat Audi doet op hetzelfde terrein: de A1 met drie of vijf deuren, de A3 met drie, vier, vijf deuren of als cabriolet, en de Q3, en dan kun je eventueel de TT ook nog meerekenen. Dan hebben we het nog niet eens over de echte bestsellers, in het middensegment, waar Audi eindeloos veel A4’s, A5’s en Q5’s heeft. Waarom zou iemand op dit moment Alfa-dealer willen zijn? Dan heb je eigenlijk vrijwel niets te verkopen.
Dus wat is er dan echt cruciaal voor Alfa? De komende Giulia, een auto uit het middensegment met voorwielaandrijving en vierwielaandrijving, te koop als sedan en als station. En als een crossover.
Zowel de Giulia als de crossover zullen worden afgeleid van de Amerikaanse tak van Fiat Auto – hun mechanische ingewanden zullen opgewaardeerde versies zijn van de Dodge Dart en de gloednieuwe Jeep Cherokee. Dat zijn op zich prima auto’s, dus als de ver-Alfa-isering met beleid wordt uitgevoerd, bestaat de kans dat Alfa Romeo even boven water kan komen om daar op z’n minst de longen even vol zuurstof te zuigen.
En zeker, oh heel, heel zeker, zullen ze geen zooitje maken van de kleine Spider, die zal worden gebouwd door Mazda – de nieuwe MX-5 heeft een motor van Mazda-origine, maar de versie van Alfa krijgt een Italiaans blok. Op de agenda staan verder een grote sedan en een coupé die wordt gemaakt op basis van Chrysler-techniek. Laten we in ieder geval hopen, bidden en wensen dat ze hiermee niet de kant van Lancia uitgaan.
Dat zijn veel nieuwe modellen, en ze staan allemaal gepland voor 2016. Dat zijn de auto’s die cruciaal zijn voor Alfa. Als ze goed worden uitgevoerd, bestaat de kans dat Alfa zich ontworstelt aan een uit de hand gelopen weekeinde, een weekeinde dat tientallen jaren duurde. Dat betekent simpelweg dat ze niets minder mogen zijn dan de best uitziende en de best klinkende auto’s in hun segmenten. De 4C is een fantastische voorpost, maar hij moet ook een technologische voorloper zijn, een vooruitwijzing naar een glorieuze toekomst die het verleden kan overschaduwen. Pas dan verdient Alfa onze oprechte en volle liefde weer.
Feit: je bent geen echte autogek als je geen Alfa Romeo hebt gehad
Lees verder, want dit is TopGears mini-gids voor Alfa-maagden op het gebied van Alfa Romeo. Wat koop je beter wel, en wat beter niet?
Het is een beetje maf, nietwaar, die obsessie van ons met Alfa Romeo. Misschien begrijp je het niet helemaal, misschien moet je er een zekere leeftijd voor hebben, maar misschien wil je jezelf er toch in onderdompelen, gewoon om te kijken of je, zelfs nu je nog niet helemaal bent bekeerd tot de religie die Alfa heet, je dat alsnog zou kunnen doen als je eenmaal een Alfa hebt. Misschien is het hebben van een Alfa wel een beloning op zichzelf.
Dat zal je allemaal nooit te weten komen zolang je er geen hebt. Het is niet alsof je er veel geld voor nodig hebt. Een paar duizend euro, of iets meer, plus nogal wat extra voor (even op je tanden bijten) onderhoud.
Dat is aanzienlijk minder dan een nieuwe Alfa 4C kost. In feite kun je alle auto’s die je onder de nummertjes hieronder kunt vinden, kopen voor de prijs van een goed uitgeruste 4C. Niet dat je dat moet doen. Dat zou zelfs iedere rechtgeaarde Alfista te bar worden, want ook de liefde kent grenzen.
Brera Prodrive
Het klinkt als heiligschennis omdat dit natuurlijk een Italiaanse coupé en zo is, maar de Brera die je echt wilt is de Brera die onderhanden is genomen door een paar Britse rallyspecialisten. Die zijn niet zo makkelijk te vinden, maar de standaard Brera was een stijf en houterig ding dat het niet echt van z’n rij- en stuureigenschappen moest hebben. Dus wendde Alfa zich tot Prodrive, waarvan het resultaat een 265 pk sterke coupé was die zich kan meten met de BMW 330i coupe. Ziet er ook echt goed uit.
Welke? 3.2 V6
Prijs: Prodrive-versie nauwelijks te krijgen, een gewone doet ca. € 15.000
Makkelijk te kopen? Nee, die Prodrive totaal niet dus
Makkelijk te rijden? Best, maar ophanging is snel versleten
GTV
Je kunt een GTV vinden voor pakweg 1.500 euro. Zelfs een met een V6. Doe dat niet. Hij mag dan mooi zijn, hij heeft z’n makkes. De GTV die je wilt is de 2.0 Twin Spark die wat meer kost. Dan zal het kilometrage niet te hoog zijn, en hoewel ie voorwielaandrijving heeft, zal ie goed sturen en hij ziet er bovendien geweldig uit. Waarschuwing: laat je niet verleiden door de latere 2.0 JTS. Die mag dan wel directe injectie hebben, maar hij kan niet op tegen de Twin Spark. En kijk uit voor roest in de bodemplaat.
Welke? 2.0 Twin Spark
Prijs: € 1.500
Makkelijk te kopen? Jazeker
Makkelijk te rijden? Carrosserie is oké; de bodem niet
75
Hij mag er wat curieus uitzien, maar de 75 stamt dan ook uit een ander tijdperk. Een tijdperk voordat Fiat zich ermee begon te bemoeien en Alfa ervan weerhield om leuke dingen te doen, zoals het bouwen van een achterwielaangedreven sedan met een transaxle-bak die was gekoppeld aan een 3,0-liter V6. Zoals de Sud was ie geweldig om te rijden, maar in tegenstelling tot de Sud, zat ie wel goed in elkaar – Alfa deed indertijd echt z’n best om de kwaliteit te evenaren waar BMW en Audi furore mee maakten.
Welke? 3.0 V6
Prijs: € 5.000
Makkelijk te kopen? Redelijk
Makkelijk te rijden? Ja. Echt
Alfasud
De Sud was een legende. Een 1,2-liter boxermotor die voor de voorwielen hing, de simpele styling en het soort van vrolijke, speelse rijgedrag dat alleen een kleine Italiaanse auto weet te leveren. Het was de manier waarop ie reed die de Sud zo speciaal maakte, en die ‘m nog steeds het zonnetje in huis maakt. Of op de weg, als je althans oppast voor roest, een uitgebluste ophanging en problemen met de bak, maar de motoren zijn robuust en de latere auto’s zijn beter gebouwd.
Welke? 1.5Ti Quadrifoglio
Prijs: € 3.500
Makkelijk te kopen? Nee
Makkelijk te rijden? Niet om elke dag mee in de file te staan
156 GTA
Een voorwiel-aangedreven, 250 pk sterke sportsedan: dat was niet ieders pakkie-an. De 156 GTA was vooral zo speciaal omdat ie voorzien was van extreem zachte vering. Maar hij was enorm leuk om te rijden en de 3,2-liter V6 zong een heel verleidelijk lied. Tevens is het een van de mooiste sedans die ooit is gebouwd. De combinatie van motor, uiterlijk en de verafgode GTA-badge betekent dat je ‘m niet voor een prikkie kan kopen, dus ga voor een goede – op de lange termijn zullen de sedans waarschijnlijk meer waard zijn dan de Sportwagons.
Welke? Sedan
Prijs: € 8.000
Makkelijk te kopen? Ja, maar let op: neem wel een goede
Makkelijk te rijden? Ja, maar de bodems roesten
Spider
De Alfa die iedereen wil. Daarom is dit de meest verzamelde Alfa van de afgelopen veertig jaar. De felst begeerden zijn zelfs al ouder dan dat – de 1600 Duetto uit 1966 met z’n boot-kont, die beroemd werd door z’n deelname aan de film The Graduate kost al een klein fortuin. Maar als je een Spider wilt die een beetje betrouwbaar is, moet je er een van de vierde generatie nemen, die meer moderne zaken aan boord heeft en die je nog niet de helft kost van de eerdere modellen. Op de lange termijn zal je er niet rijk van worden, maar je hoeft er geen geld op te verliezen.
Welke? De vierde generatie
Prijs: € 7.000
Makkelijk te kopen? Ja, redelijk. Maar: hebben is houden
Makkelijk te rijden? Let op elektrische storingen
Reacties