‘Waarom hebben sommige auto’s een 16-volt badge en wat is daar zo bijzonder aan?’

Lieve redactie van TopGear. Ik loop al een tijdje met een vraag die ik niet aan mijn eigen vrienden durf te stellen. En aangezien de Fancy er al een tijdje mee gestopt is, kom ik bij jullie uit. Ik zie soms auto’s rijden die heel trots een 16V-badge hebben. Mijn accu is gewoon 12 volt. Waarom hebben deze auto’s een accu op 16 volt en waarom is dat bijzonder genoeg om ermee te koop te lopen? En waar koop je zo’n 16-volt accu? Groetjes, anoniempje.

Lief anoniempje: dapper dat je mailt. Domme vragen bestaan niet, alleen domme mensen. We zullen je vast verklappen dat alle auto’s die je hebt gezien gewoon een 12-volt accu hebben. De 16V-badge staat niet voor 16 volt, maar voor 16 valve. In het Nederlands betekent dit dat de auto zestien kleppen in de motor heeft. Liefhebbers zullen dit een ‘dikke zestienklepper’ noemen. Vroeger was je het heertje (m/v) als je een auto met zestien kleppen had, want dan had je een snellere uitvoering dan de standaard achtklepper.

Een benzinemotor heeft zuurstof en brandstof nodig om samen te persen en te verbranden. Als de verbrandingskamers in de motor dicht zijn, dan kan er niets in of uit; maar als hij open is, kun je de boel niet samenpersen. Daarom hebben brandstofmotoren kleppen die open en dicht gaan. Kleppen aan de inlaatkant om brandstof en zuurstof binnen te laten én kleppen aan de uitlaatzijde om uitlaatgassen af te voeren. Vroeger hadden veel auto’s slechts twee kleppen met cilinder. Bij een viercilinder waren dat er dus in totaal acht.

Meer kleppen is meer vermogen

Wanneer je grotere openingen toevoegt, kan er meer zuurstof en brandstof naar binnen. In plaats van de klep groter (en zwaarder) te maken, werd er bij de sportievere motoren extra kleppen toegevoegd. Zo had een motor ineens twee inlaatkleppen per cilinder en twee uitlaatkleppen. Bij een viercilinder was toen de zestienklepper geboren. Sommige merken als Toyota hadden ook drie kleppen per cilinder (de 12V). In die jaren hadden sommige Audi’s zelfs vijf kleppen per cilinder (die ze verwarrend genoeg 5V noemden).

Als een techniek net nieuw is, willen autofabrikanten graag etaleren dat het aan boord is. Vroeger reden er ook auto’s rond met het woord ‘airbag’ op de achterkant, want daar betaalde je extra voor. Hetzelfde geldt voor een turbo-badge. Tegenwoordig hebben bijna alle benzinemotoren een turbo, dus heeft het geen zin meer om de badge te plakken. Dit geldt ook voor viercilinders met zestien kleppen: er zijn voor zover wij weten geen achtkleppers meer te koop. En als elke auto een 16V is, dan staat het nogal stom om het van de daken te schreeuwen.

16V was vooral leuk in de kleine opdondertjes

Opel plakte bijvoorbeeld graag 16V op de snellere modellen, en ook Volkswagen was er niet vies van. Zo kon je bijvoorbeeld de Lupo met een 16V-motor krijgen. De normale 1.4 had 60 pk, maar de zestienklepper had 75 pk. De net iets coolere Seat Arosa (met het uitlaatje in het midden) had zelfs 100 pk als 16V. Wel zag je dat bij de nog dikkere versies de badge weer verdween: de Lupo GTI droeg geen 16V badge, maar had wel een zestienklepper en 125 pk.

Heb jij ook een vraag? Stuur ‘m in via redactie@topgear.nl!