Daar zat ik dan – ik stond net op het punt jullie allemaal te verbijsteren met enkele smeuïge anekdotes over het trekken van zware spullen met elektrische auto’s, toen ik werd afgeleid door Instagram, dat me een video voorschotelde van Lewis Hamilton die naast een AMG Project One zat. ‘Wel, verhip nog aan toe’, dacht ik bij mezelf. ‘Ik was dat hele ding totaal vergeten.’
De Project One werd voor het eerst getoond tijdens de Autoshow van Luik in 1983, waarna hij enige decennia aan rigoureus testwerk heeft ondergaan, om er zeker van te zijn dat hij ook nu nog altijd niet op de openbare weg te vinden is. Ja, dat van Luik was een grapje, om te voorkomen dat ik binnenkort bestookt wordt door een leger Stuttgartse advocaten.
Een te ambitieus project?
Het punt is natuurlijk: die hele AMG Project One is zo’n idee dat in theorie van een watertandende zaligheid is (‘neem een moderne Formule 1-motor en stop hem in een auto waarmee je de openbare weg op mag’), maar in de praktijk zó moeilijk uitvoerbaar is (het is een racemotor – die wíl de openbare weg helemaal niet op) dat veel mensen zich afvroegen of ze daar bij AMG eigenlijk wel goed bij hun hoofd waren.
De Project One is helaas een metafoor voor de beproevingen die de auto-industrie tegenwoordig in het algemeen het hoofd moet bieden. Heldere, fascinerende ideeën die door wetgeving de nek om worden gedraaid, of, zoals in het geval van deze auto, de treurige werkelijkheid dat het ding wellicht nooit echt levensvatbaar was. Denk groot, maar blijf er niet in hangen als het te link wordt, zou het mantra moeten zijn. Maar ja, als Aston Martin iets soortgelijks maakt en je een paar miljardairs hebt beloofd dat je ze een F1-motor voor de weg kunt verkopen, dan ben je een beetje de sjaak. Er gaan veel geruchten over waarom het zo lang duurt om het allemaal voor elkaar te krijgen. De meeste van die verhalen hebben te maken met de uitstoot van de motor bij lage snelheden, maar ik heb eerlijk gezegd geen idee wat daarvan waar is.
Het is wat oneerlijk, maar gedurende de vele jaren dat de Project One nu in ontwikkeling is, is de wereld zo veranderd dat het hele idee van een hybride hypercar ongeveer zo vooruitstrevend lijkt als kolonialisme. De westerse wereld heeft zichzelf (onverstandig genoeg) al gedefinieerd als ‘post-petroleum’, wat alle nieuwe snelle auto’s in twee kampen verdeelt: modern-elektrisch, of een tikje lachwekkend retro-benzine.
Ingehaald door Ferrari?
Daarnaast kan het voortschrijden der tijd nog weleens desastreuze gevolgen hebben voor wat de jeugd ‘je specs’ noemt. Toen de Project One werd aangekondigd, was het idee van een 1.000 pk sterke hybride voor de straat nog spectaculair. Nu heeft Ferrari er al een jaar een in de verkoop, voor een fractie van de prijs van de AMG.
Dus wat moet AMG nu?
Het hele project afblazen, iets mompelen over Covid en hopen dat niemand het merkt? Zou zonde zijn: net als jullie zou ik er graag eens een op straat tegenkomen. De wrange ironie wil ook nog eens dat de man die het hele apparaat bedacht heeft, AMG-baas Tobias Moers, nu de lakens uitdeelt bij Aston Martin, waar de belangrijkste concurrent van de Project One, de Valkyrie, vandaan moet komen. Dat moet zeer doen daar in Stuttgart. Daarnaast is het hele ding één grote soep van totaal onbegrijpelijk ingenieurswerk en, vermoed ik, een financiële ramp. Ik denk dat de ontwikkeling van de Valkyrie trouwens ook geen eitje is.
Komt de Mercedes-AMG Project One
Maar om de toekomst te voorspellen, moet je soms naar het verleden kijken. We hebben dit verhaal eerder gezien bij de Porsche 918. Ik weet nog dat ik een ontwikkelingsauto reed en dacht dat het waarschijnlijk nooit wat zou worden. De projectleider, nu een grote jongen bij Porsche, werd bijna gek van alle ellende. Achttien maanden later blies de 918 me totaal omver.
Misschien moeten we het zo zien: het lastige kind wordt later vaak een prima volwassene. Elke vlinder was ooit een rups. De moeilijke start van de AMG Project One zou zomaar eens heel veelbelovend kunnen zijn. Als ie er ooit komt.
Reacties