Een 25-jarige Sales Manager uit Nederland is de ‘World’s Fastest Gamer‘ geworden. Hij won de e-sports competitie van McLaren en zal nu een van hun simulatiecoureurs worden. Rudy van Buren won dinsdag van landgenoot Freek Schothorst in de vier uur durende finale (moraal van het verhaal: Nederlanders zijn goed in gamen). In die finale liet het duo ‘zowel de snelheid en behendigheid zien die elke coureur nodig heeft, als de technische kennis om een F1-auto te ontwikkelen.’ Dit deden ze in hyper-realistische simulatoren.
We hadden na deze overwinning zeven minuten om met Rudy en McLaren’s e-sports directeur Ben Payne te praten. Dit is wat ze te zeggen hadden…
Hoe ben je begonnen met gamen?
RVB: Ik begon met karten toen ik acht was en heb dit tot mijn zestiende gedaan, daarna stopte ik ermee. Ik ben altijd op zoek naar snelheid en heb altijd de wil om te racen. Simracen was een vervanging daarvoor. In het begin was het alleen nog maar voor de lol en wist ik nog niet eens dat het online gedeelte bestond. Toen ik daarachter kwam, was ik meteen verkocht. En kijk waar het me gebracht heeft – negen jaar later komt McLaren met deze competitie en mijn droom is dichterbij dan ooit tevoren. Ik zag een advertentie op de Facebookpagina van rFactor 2. Ze zeiden dat ze samenwerkten met McLaren, dus heb ik meegedaan.
Wat is het moeilijkste aan het meedoen met WFG?
RVB: Ik denk dat het moeilijkste is om je hoofd koel te houden tijdens alle moeilijke oefeningen. We werden op zoveel verschillende dingen getest. Je wist dat je op sommige vlakken niet zo goed zou zijn als de anderen. Je moet op de piek van je kunnen presteren en zorgen dat je aan het einde van de week nog steeds uitblinkt. Als ik een ding moest uitkiezen dat het moeilijkst was, is het dat ik moest racen op een platform waar ik minder bekend mee ben. Maar iedereen heeft dat probleem en het gaat uiteindelijk om het aanpassen en laten zien dat je ook kan presteren als je niet in je comfortzone bent.
Hoe anders is deze simulator dan spellen als iRacing of Gran Turismo?
RVB: Het eerste dat opvalt is dat het daadwerkelijk fysiek vermoeiend is om deze simulatoren te rijden. Thuis kun je rustig op je bureaustoel zitten. In de simulator moet je de juiste remdruk toepassen en is het sturen zwaar. Het is dus een echte workout. Elk klein foutje wordt meteen bestraft. Het is moeilijk om deze simulator te vergelijken met de games die we thuis hebben. Dit is hetgeen wat het dichtst in de buurt komt van een echte Formule 1-auto. Je hebt allebei een stuur en een setje pedalen en dat is het wel. Je weet waar je moet remmen, je hebt verschillende technieken voor het insturen en je moet weten wat je moet doen als je een probleem met de auto hebt. Voor de rest komen de racesims van thuis niet in de buurt van deze simulatoren.
Hoe kan de WFG volgend jaar verbeterd worden?
BP: Dit is de eerste keer dat we dit hebben gedaan. We kunnen er nog veel van leren. Volgend jaar zullen er ook weer mensen zijn die zich willen kwalificeren. Dit jaar werd de helft van de deelnemers vooraf door een jury gekozen. Dit jaar won iemand die zich heeft gekwalificeerd, dus dat is een goed teken.
Reacties