Autotest

Aston Martin V12 Vantage S

Supercars met een handbak zijn de witte raven van hun segment. Aston Martin maakt het bont en geeft de V12 Vantage S een handgeschakelde zevenbak

Door Ruben Baeten

Gepubliceerd op 26 juli 2016 om 21:06 uur

Check deze TopGear-deals 🏁

Zeven versnellingen in een Aston Martin V12 Vantage S, is dat nodig? Nee, het is zelfs een tikkie overdreven, want in wezen heb je genoeg aan één versnelling. Met 620 Nm uit de dikke 6,0-liter motor kun je met gemak wegrijden in z’n twee en dat volhouden tot precies 110 km/u. Dat is alleen niet erg handig qua herrie, brandstofverbruik en levensduur van je motor. Schakelen dus – maar dat geeft helaas niet alleen jubel en jolijt.

De handbak is in wezen hetzelfde als de zeventraps semi-automaat die de V12 Vantage S normaal gezien heeft, maar dan voorzien van een pook met cijfers. Voor het gemak gooit Aston Martin het schakelpatroon overhoop met een dogleg-eerste versnelling. Dat klinkt stoer, maar in de praktijk is het vreselijk. De mannen van het Britse edelmerk claimen dat de versnellingen die je het meest gebruikt in het dubbele H-patroon liggen en dat de één als linksbuiten af en toe mag meedoen. Dat is simpelweg onzin. Kijk zelf maar eens hoe vaak je je auto in de eerste versnelling zet. Sterker nog, we kunnen je garanderen dat de eerste versnelling vaker wordt gebruikt dan de zevende.

Joh, niet zo miepen, die bak is cool en het went vast wel.

Inderdaad kun je dat pookje-op-z’n-kop nog wel doorkrijgen, maar de echte pijn zit ‘m in de bediening. Het gaat allemaal nogal zwaar en als je van vier naar vijf schakelt, heeft de pook de neiging om naar neutraal terug te floepen. Je kunt ‘m niet soepel vanuit de pols bedienen, zoals Porsches zevenbak. De schakelwegen luisteren erg nauw, zodat je terstond een hartverzakking krijgt als je van vier naar drie schakelt; je zou ‘m zomaar in z’n één kunnen zetten.

De sleutel tot plezier is te blijven oefenen. Als je het trucje eenmaal kent, dan is de V12 Vantage S met z’n 573 pk verslavend. De blaf die je hoort wanneer je de motor start, is werkelijk gekmakend lekker, net als de huil als het toerental oploopt: geen turbomotor die dat kan overtreffen. De hydraulisch bekrachtigde besturing is grandioos en laat je precies voelen wat er gebeurt. De verzameling onderdelen tussen de voorwielen en het stuur lijkt haast één organisch instrument.

Zijn er inmiddels geen betere alternatieven dan zo’n V12 Vantage S?

Wat betreft uiterlijk: echt niet, als je het ons vraagt. De Vantage blijft een prachtige auto om te zien, ondanks de opsmuk op dit testexemplaar; wat vind jij van die gele lippenstift en gele buitenspiegels? We zeggen er verder niets over, maar gelukkig is het een kosteloze optie. In het interieur vinden we overigens Astons nieuwe AMi III infotainment en schakelaars uit de Vanquish – mooi spul allemaal.

De V12 Vantage S laat zien hoe Aston Martin haar modellen tot het laatst toe kan uitwringen en interessant houden. Het model is nu elf jaar oud, volgend jaar staat de nieuwe klaar. Hij zal sneller zijn, technisch geavanceerder en hij zal minder lulligheden kennen, maar de kans is ook groot dat het rauwe karakter verdwijnt. Geniet daarom nog even van een van de laatste analoge supercars.