‘Cijfers liegen niet’, wil men nog wel eens zeggen. Wat bepaald niet wil zeggen dat ze altijd de waarheid spreken. Neem nou de Audi RS3 en de BMW 1M…
Bij TopGear weten we alles van cijfers. Neem nou het getal 3,8. Op het eerste gezicht is dat onbetekenend klein. 3,8 millimeter, 3,8 gram, 3,8 milliliter, het stelt allemaal niet veel voor. Ook 3,8 seconden is bijna niks, maar het kan toch erg indrukwekkend zijn. Wanneer het over auto’s gaat, is 3,8 seconden om van 0 naar 100 km/u te komen namelijk een heel indrukwekkende prestatie. En dat was precies de tijd die één van deze twee auto’s in deze test neerzette: 3,8 seconden!
Maar welke van de twee? Was het de auto waarvan de fabrikant opgeeft dat hij er 4,9 seconden over doet, of de auto die het in 4,6 seconden moet kunnen? Was het de zescilinder of de vijfcilinder? Was het de coupé of de hatchback? De handgeschakelde of de sequentieel geschakelde versnellingsbak? De auto met achterwiel- of vierwielaandrijving? De BMW 1M of de Audi RS3?
We zullen het maar verklappen. Het was de Audi. Om wetenschappelijk heel verklaarbare redenen is de Audi in de sprint van 0 naar 100 km/u het snelst. Alle vier de wielen worden aangedreven en slimme elektronica doet de rest. Zo duurt overschakelen bijvoorbeeld maar nul-komma-nog-wat seconden.
Maar wat betekenen dit soort indrukwekkende cijfers eigenlijk? Is de RS3 echt zoveel sneller dan de BMW 1M, die onder onze bezielende leiding overigens in 4,5 seconden van 0 naar 100 vloog? Is de RS3 ook gelijk een betere auto dan de 1M? Nee, nee en nog eens nee! Zo simpel is het natuurlijk niet. De kwaliteit van een auto laat zich nou eenmaal niet afmeten aan een paar cijfertjes, want cijfers zijn koele, statistische en soms ook misleidende gegevens en zeker geen hartveroverende driedimensionale machines. Toch moet zowel BMW als Audi ervan overtuigd zijn dat wij met z’n allen veel waarde hechten aan cijfers. Als dat niet het geval zou zijn, had men er vast niet zo op toegezien dat deze twee auto’s op papier zozeer aan elkaar gewaagd zijn. De overeenkomsten zijn namelijk een beetje verdacht. Zowel het opgegeven vermogen als het maximale koppel is bij beide auto’s exact gelijk.
Voor een objectief kijkje achter die subjectieve cijfers hebben wij onze stopwatches en meetlinten dus maar eens gepakt en zijn we een dag hard aan de slag gegaan. Meten is weten, nietwaar?
De BMW scoort meteen de eerste punten op basis van zijn uiterlijk. Zet de 1M en de RS3 naast elkaar en het verschil is duidelijk. De BMW ziet er gewoon veel beter uit. De Audi hoort duidelijk thuis in de categorie hot hatch, maar de 1M laat zich veel lastiger in een hokje duwen. De RS3 draait er geen doekjes om. Dit is een doodgewone, uiterst praktische vijfdeurs hatchback. De 1M is moeilijker te kwalificeren. Officieel noemt BMW het de 1-serie M Coupé, maar eigenlijk is het gewoon een tweedeurs sedan, net als de oorspronkelijke M3. Daar is overigens niets mis mee. De gebogen flanken, de robuuste wielkasten en de lage achterkant geven de 1M een uitstraling waar de RS3 alleen maar van kan dromen. De fraaie lijnen van de BMW weten bovendien uiterst doeltreffend te verbergen dat de 1M breder, langer en hoger is dan de Audi.
De RS3 mag dan veel praktischer zijn, maar doet dat er werkelijk toe? Als je praktische bruikbaarheid een doorslaggevend argument vindt, koop dan de Audi en sla voor je gemoedsrust de rest van dit artikel gelijk over.
‘Je kunt maar beter geen passagiers meenemen als je met de 1M of de RS gaat rijden. Die raken alleen maar in paniek wanneer jij je laat meeslepen’
In beide auto’s kun je met gemak vier personen en wat bagage vervoeren en beide auto’s beschikken over een geruststellend en degelijk afwerkingniveau. Je hoeft in elk geval niet bang te zijn dat je opeens stukken van je auto verliest of dat je op een koude ochtend niet meer weg komt. Het zijn allebei uiterst capabele, bruikbare en begerenswaardige krachtpatsers.
Waar het vooral om gaat, zijn die M- en RS-badges. Deze auto’s zijn niet primair bedoeld als vervoermiddel van personen en bagage. Het is zelfs zo dat je maar beter helemaal geen passagiers mee kunt nemen als je met de 1M of de RS gaat rijden. Die raken toch alleen maar in paniek wanneer jij je laat meeslepen door het sportieve karakter van deze auto’s. En dat jij je vroeger of later laat meeslepen, dat staat wel vast. Al was het alleen al door het feit dat je niet over speciale talenten hoeft te beschikken om met de Audi in 3,8 seconden van 0 naar 100 km/u te sprinten. Daar zijn vooral de eenvoudig te bedienen launch-mode en de 2,5-liter turbo uit de TT RS debet aan.
In de Audi TT waren we al onder de indruk van dit motorblok. Vooral vanwege het haast ongebreidelde vermogen en het heerlijke geluid. In de RS3 is het blok wat stiller, maar nog altijd heel direct en bliksemsnel, met bovendien een ongekende kick in het middelste toerensegment. Een fantastische motor, in een heuse Hot Hatch uit de RS-stal. Beter kan haast niet. Of toch? Hoe goed de 2,5-liter vijfcilinder ook is, hij legt het af tegen de haast overweldigende, zalvend zachte en toch messcherpe zescilinder lijnmotor van BMW. De Audi zet weliswaar een onwaarschijnlijke sprint van 3,8 seconden neer om de 100 km/u te bereiken, maar dat komt volledig voor rekening van de aandrijving en de versnellingsbak en niet van de motor.
Er is om twee redenen forse kritiek geuit op BMW. Allereerst vanwege de toepassing van een turbocharger in de 1M, omdat dit niet zou horen bij een echte telg uit de M-familie en ten tweede omdat de motor van de 1M zonder al te veel omhaal is overgenomen uit de Z4. Toch is die kritiek in onze ogen niet gegrond. Als het er op aankomt, is deze motor in de 1M een regelrecht juweeltje. Barstend van de energie, direct, enthousiast, huilend door de versnellingen en heerlijk naroffelend in de uitloop zodra je het gas loslaat. Geen enkele turbomotor doet dit de 1M na, en na verloop van tijd raak je er haast van overtuigd dat er helemaal geen turbo in zit. Zo zou iedere turbomotor moeten zijn: aan het gas hangend, bliksemsnel en gretig. Gewoonweg briljant!
Nog fijner is het geweldige referentiepunt dat naast je staat in de vorm van een versnellingspook. Handgeschakelde bakken lijken uit de mode te raken, maar daarmee verliezen we ook veel moois. Schakelen dwingt je om bij de les te blijven, om te anticiperen en geconcentreerd te handelen. En de versnellingsbak in de 1M is geweldig. Door de korte, directe en stevige slag, houdt de bak er van om snel door de versnellingen te gaan. Met alle feedback die je daarbij krijgt, geeft dit stuk mechanisch vernuft een niet te evenaren gevoel van verbondenheid met de hele aandrijflijn en daarmee met de hele auto.
De Audi daarentegen, doet er alles aan om het je zo makkelijk mogelijk te maken. Als je er geen zin in hebt, dan hoef je zelf helemaal niets te doen. De keerzijde daarvan is dat je al snel gemakzuchtig wordt en dat betekent dat je veel kansen om een voorligger in te halen verloren ziet gaan, omdat je in de verkeerde versnelling zit. Op het circuit is de versnellingsbak van de RS3 onverslaanbaar, maar op de openbare weg gaat de BMW al snel voorop.
Afgezien van de versnellingsbak is de Audi bewonderenswaardig simpel. Geen adaptieve vering of andere technische onzin, alleen twee knopjes. Eén voor de sportstand en één voor de tractiecontrole. Bij de BMW is het net zo. Niets staat ongeremd rijplezier in de weg.
‘In de 1M is je reis de bestemming. Het doet er niet toe wáár je naar toe gaat, maar vooral hoe je er komt’
Maar rijplezier, dat is waar het bij de Audi een beetje misgaat. Over de hele linie is het zeker geen slechte RS en er zijn ook voldoende pluspunten die we kunnen opsommen, maar de Audi zet je als bestuurder veel meer op afstand dan de BMW. Fascinerend is het feit dat de achterbanden smaller zijn dan de voorbanden. Onze hoop was dat de RS3 daardoor beter in balans zou zijn doordat de achterkant iets flexibeler zou reageren. Niets daarvan! Het probleem met de vierwielaandrijving is dat de ontwerpers de motor een stuk verder naar voren hebben moeten plaatsen dan je zou willen. Daardoor is de RS3 erg zwaar in de neus geworden en dat dempt de reactiesnelheid en zorgt voor een grote mate van onderstuur. Niet dat de gemiddelde bestuurder daar ooit achter zal komen, want je moet van goeden huize komen om de grenzen van de RS3 te vinden.
Daarvoor zul je eerst het juk van de tractiecontrole moeten afwerpen, maar gegarandeerd dat jij in een bocht eerder afhaakt dan de auto. Snelheid hoort bij de RS3. Zowel acceleratie als topsnelheid. Wat er helaas niet gebeurt, is dat de Audi al die snelheid ook echt leuk maakt. Zoek je een bundeltje brutale vitaliteit en energie, dan is de RS3 een goede keuze, maar het is een ‘bestemmingsauto’ en geen reisauto.
In de 1M is je reis de bestemming. Hier doet het er niet toe wáár je naar toe gaat, maar vooral hoe je er komt. Van zo’n reis kan je in de 1M ieder stukje nog herinneren. In de RS3 is elke reis direct na aankomst lang vervlogen geschiedenis. Misschien blijft de snelheid je nog bij, of het verrassende veercomfort, of je irritatie dat de stoel niet laag genoeg valt af te stellen, maar daarmee is het ook wel gedaan.
De 1M blijft je zelfs dagen later nog levendig bij. Hoe bepaalde bochten werden genomen, hoe de auto oneffenheden aanpakte; hele stukken tracé staan in je geheugen gegrift. Waarom? Dat is lastig te zeggen, maar het heeft waarschijnlijk veel van doen met de feedback die de BMW je biedt. De Audi is kalmer en afstandelijker. Een allrounder. De 1M is dat niet. Rumoerig op de snelweg en veeleisender voor zijn berijder. Stugger ook, maar zonder ooit hard of onvergeeflijk te zijn. De vering geeft je voortdurend door wat je moet weten en doet dat ongeacht het soort weg waar je op rijdt. Daar is geen ontkomen aan. Maar dat wil je ook niet, want dat is precies wat de 1M tot zo’n bijzondere auto maakt. De voorkant stuurt, de achterkant zweept op. Het gewicht is prachtig gecentreerd, waardoor de auto precies doet wat jij wilt.
De BMW is ruimhartig in z’n houding en uitgelaten als dat kan. Dat maakt de hele ervaring memorabel. Daar kan de Audi niet aan tippen. Ook de uitstekende zithouding en de soepele, zachte afwerking van het interieur met alcantara werken daaraan mee.
Is de 1M net zo snel als de Audi? Waarschijnlijk niet. Maar sinds wanneer is dat van doorslaggevend belang? Alle indrukwekkende statistieken die we hier over je uitstorten zijn volledig irrelevant. Cijfers en statistieken zeggen niets over een auto. Het gaat om de rijervaring en bij de BMW is dat geen rijervaring maar een rijsensatie. Het mag dan een levenloze machine zijn, de 1M weet het leven er wel goed in te blazen. Zo zou de toekomst van snelle auto’s eruit moeten zien. Klein, licht en pittig. Misschien met een minuscuul compromis her en der, maar dat mag de pret niet drukken. Daarvoor bieden deze twee gifkikkertjes veel te veel rijplezier.
Wij verkiezen de 1M boven de RS3. Deze BMW is zelfs zo goed, dat we geneigd zijn hem te verkiezen boven vrijwel iedere auto die we dit jaar hebben mogen testen. Die kwaliteit is niet goedkoop: bijna 80.000 euro moet de 1M opbrengen. Dat is 10 mille meer dan de Audi, die op zichzelf ook beslist geen koopje is. Maar vergeet 3,8 – ga voor 4,5!
Specificaties: Audi RS3
Prijs NL € 68.900
Prijs BE € 51.500
Motor: 5-cilinder turbo
Inhoud: 2.480 cc
Vermogen: 340 pk @ 5.400-6.500 tpm
Koppel: 450 Nm @ 1.600-5.300 pk
Overbrenging: 7-traps DSG S-Tronic
Vierwielaandrijving
Opgegeven prestatie 0-100: 4,6 sec.
Topsnelheid: 250 km/u
Verbruik: 9,1 liter/100 km
CO2: 212 g/km
Gewicht: 1.650 kg
Vermogen/gewicht: 206 pk/1.000 kg
Specificaties BMW 1M
Prijs NL € 79.950
Prijs BE € 51.300
Motor: 6-in-lijn turbo
Inhoud: 2.979 cc
Vermogen: 340 pk @ 5.900 tpm
Koppel: 450 Nm @ 1.500-4.500 pk
Overbrenging: 6 versnellingen, handgeschakeld
Achterwielaandrijving
Opgegeven prestatie 0-100: 4,9 sec.
Topsnelheid: 250 km/u
Verbruik: 9,6 liter/100 km
CO2: 224 g/km
Gewicht: 1.570 kg
Vermogen/gewicht: 217 pk/1.000 kg
Reacties