Bestaan er eigenlijk nog yuppies? Goedverdienende, grootsteedse carrièrejagers die hun succes graag tonen met een jaloersmakende leaseauto? We denken van wel. Hoewel de yup typisch jaren negentig is, leeft hij nog steeds. Hij is vaak herkenbaar aan een horloge van het formaat dartbord, draagt een designhemd met veelknoops boord…
Bestaan er eigenlijk nog yuppies? Goedverdienende, grootsteedse carrièrejagers die hun succes graag tonen met een jaloersmakende leaseauto?
We denken van wel. Hoewel de yup typisch jaren negentig is, leeft hij nog steeds. Hij is vaak herkenbaar aan een horloge van het formaat dartbord, draagt een designhemd met veelknoops boord – liefst met een contrasterend dessin aan de binnenzijde ervan – dat tot net boven de navel openstaat en heeft een geplakt maatpak met zelfgekozen, fluorescerende binnenvoering. En een vlotte auto.
In die jaren negentig reden net tot het gilde toegetreden yuppen het liefst in een Golf GTI, Lancia Delta of Audi 80 (en later A4), maar je hoorde er pas echt bij met een BMW 3-coupé of, nog beter, een Porsche 911. De kaarten zijn nu grotendeels anders geschud: de ware yup rijdt een Audi A5 en dan ook alleen als ie geen 911 kan betalen. Want anders rijdt hij, jawel, in een 911. Tot gisteren dan, want vanaf het moment dat je dit leest, is er voor hem ook een über-A5 die zich in ieder geval qua prijs kan meten met een 911. En dát telt.
De A5 heeft iets ongrijpbaars waardoor veel mensen, waaronder wij, ‘m er een beetje saai uit vinden zien, maar toch ook weer niet. Hij is ook gewoon strak. Hij springt niet uit de band qua ontwerp – op de R8 na doet geen enkele Audi dat – maar ziet er zo geslepen en rustig uit dat er een bepaalde coolheid over de auto ligt die ‘m ongrijpbaar maakt.
Door z’n ingetogen uiterlijk is ie overgevoelig voor spoilers en foute velgen. We zagen eerder foto’s van de bekende Duitse tuners die er wat plastic randjes op plakten en enorme jetsers van wielen onder monteerden. Gruwelijk. Al die troep verpest het uiterlijk van elke auto, maar bij de A5 richt het nog ergere schade aan. Audi ontkwam er ook niet aan om het topmodel, deze RS5, van enkele aerodynamische wijzigingen te voorzien (spoiler, splitter, diffuser) en nog bredere banden en velgen voor meer grip. Maar gelukkig is dat op decente wijze uitgevoerd. Iets bredere wielkasten, een achterspoiler die zich alleen laat zien als het nodig is en twee uitlaten die ook als tunnel hadden kunnen dienen voor de Noord-Zuidlijn.
Naast een chroomrandje en anders gekleurd gaas zijn dit de uiterlijke verschillen met de A5. Binnenin de bekende snuisterijen voor snelle modellen: rvs, carbon, alcantara, aluminium en pianolak. Had je anders verwacht? En eigenlijk is dat ook allemaal niet belangrijk. Waar het om gaat is wat er onder de motorkap ligt, hoe dat klinkt en wat dat met de auto doet als je het gaspedaal door de bodem trapt.
Audi stelt je niet teleur als je de motorkap opentrekt. Los van vieze handen, krijg je van Audi een machtige, hoogtoerige V8 4,2-liter FSI-motor die is afgeleid van de V10 die je in de R8 aantreft. Het blok levert 450 pk, 430 Nm en ratelt door tot 8.250 toeren per minuut. Dat levert een imposant geluid op: alsof een roedel leeuwen zich de baritons uit La Traviata wanen. Wat trouwens het vernoemen waard is: Audi claimt een gemiddeld verbruik van 10,8 liter per 100 kilometer en dat is voor een auto met zo’n beer van een motor heel netjes. In de praktijk zal het neerkomen op 1 op 6 als je rustig rijdt, maar toch.
Rustig rijden is heel goed mogelijk. De motor is gekoppeld aan een zeventraps automaat met flippers aan het stuur en zolang je de auto (lees: de vering, besturing, gasrespons, uitlaatgeluid en meer grollen) in standje Comfort hebt staan, toer je prettig voort. Dat het ook volslagen anders kan, bewijst de RS5 wanneer we het circuit op gaan en de Comfort-stand verdraaien naar de Dynamic-stand. Het esp-systeem zetten we in de sportmodus en we gaan los in ons testmodel – dat niet beschikt over het optioneel verkrijgbare sportdifferentieel, maar wel over de optie dynamic steering, dat kleine tegenstuurimpulsen geeft als je loeihard in een bocht op de grenzen van z’n grip rijdt. Nooit dus.
Nou, nou, dat valt nog eens heel lekker mee, is onze eerste gedachten als we de banden martelen met een rondje racen. Met een Porsche 911 in ons achterhoofd – de allergoedkoopste (Carrera 2) omdat die op hetzelfde prijsniveau ligt als de RS5 – zijn we positief verrast. Hij stuurt uiterst precies, remt bijzonder goed – al heeft ie door z’n gewicht wat moeite om rechtuit te rijden als je maximaal remt, en ligt snaarstrak op de weg. De grip is van heel hoog niveau door de permanente vierwielaandrijving, het bekende quattro-systeem van Audi, dat voor deze auto nog eens verder is verfijnd met ingewikkelde technieken. Het scheurt in ieder geval fantastisch.
Het meest lekkere is natuurlijk die V8-motor. Die knalt je in 4,6 seconden van 0 naar 100 km/u en je zit in mum van tijd op 250 km/u. Als je dat wilt, past Audi de begrenzer voor je aan op 280. Hoe hard je ook rijdt, of je nu versnelt of vertraagt, zolang je in de dynamische rijstand bezig bent, zijn de knallen die de immense uitlaten voortbrengen zaligmakend. Ben je die donder en bliksem zat, dan schakel je weer lekker naar de Comfort-stand en je bent niemand meer tot last. Er zal ook niemand meer naar je kijken, althans, niet anders dan wanneer je een A5 met vier cilinders en drie pk zou hebben. De vraag is of je dat wilt.
Nee. Als je in Nederland ruim 110.000 euro uitgeeft aan een auto (Belgen betalen net geen 90.000 euro), en je bent yup, dan wil je wel iets speciaals. In ieder geval niet iets dat uiterlijk niet zo heel veel verschilt van een standaard A5 met snelle wielen. Voor dat geld koopt de yup een 911 Carrera 2. Die heeft weliswaar 105 pk minder, accelereert 0,3 seconden langzamer naar de 100 en haalt toch 289 km/u, maar die is altijd cool. Want een 911 is altijd cool. Ook al zie je ‘m op elke straathoek (ze zijn ook onverslijtbaar, daar komt dat vast door), hij blijft gewoon cool. De echte yup lacht ook om vierwielaandrijving. Aandrijving op je achterwielen, dat is zoals het moet.
De RS5 is een steengoede auto die helemaal thuishoort in de modelpolitiek van Audi. Een model dat bijdraagt aan de wil-ik-ook-factor van Audi als merk. Maar in het prijssegment van de RS5 vind je auto’s die het publiek dat geïnteresseerd is in sportieve, coole auto’s meer zullen aanspreken. We noemen een Corvette voor liefhebbers van dikke auto’s, een Nissan GT-R voor de techies en natuurlijk een 911. De yup zou zeker voor die 911 gaan. En wij geven hem geen ongelijk.
Reacties