Er is niemand die zal beweren dat Audi’s 580 pk sterke RS6 niet snel genoeg is. Maar het kan altijd sneller. Sinds de introductie van de RS6 vallen verschillende tuners over elkaar heen om het meeste vermogen uit het beestje te persen. Bekende sleutelaars als B&B en Abt tilden…
Er is niemand die zal beweren dat Audi’s 580 pk sterke RS6 niet snel genoeg is. Maar het kan altijd sneller.
Sinds de introductie van de RS6 vallen verschillende tuners over elkaar heen om het meeste vermogen uit het beestje te persen. Bekende sleutelaars als B&B en Abt tilden de Audi naar een ruime 700 pk, maar veel hogere waarden werden er niet genoteerd. Tot een kleine tuner uit het Limburgse Venray een duit in het zakje deed.
Als een stel Galliërs wisten de mannen van Essing Performance Center de grote tuninghuizen de loef af te steken. De RS6 die we hier reden, is het eerste exemplaar dat door hen is aangepakt. Hij is uitgerust met twee enorme Garrett-turbo’s, een aangepast koelsysteem en een nauwkeurige remap van het motormanagement. De koppen van de V10 werden verwijderd en voorzien van herontworpen pakkingen en titanium schroeven. Ook de transmissie werd opnieuw geprogrammeerd, en hier en daar aangepast om een hoger koppel aan te kunnen. Dat was nodig. De auto had standaard 580 pk en 650 Nm; nu levert ie 950 pk en 965 Nm. Dat zijn bijna Veyron-waarden, voor een stationwagon waarin je drie kinderen en een labrador kunt meezeulen.
Gaat dat niet kapot? Als het aan de auto ligt niet. Die 950 pk is namelijk een piekvermogen, dat alleen beschikbaar is wanneer verschillende factoren het toelaten. Wil je voluit trappen, dan kan dat. Maar de auto houdt op 28 punten een oogje in het zeil; komt er ergens te veel druk op te staan of wordt er iets te heet, dan begrenst hij zichzelf op zo’n 700 pk, binnen de veilige marges.
Zeer geschikt voor onvoorzichtige kneuzen dus, en daarom gingen wij er een blokje mee om. Naast de motorische waanzin is deze RS6, zowel uiterlijk als qua onderstel, volledig standaard. Misschien juist daarom voelt ie meteen anders aan dan de fabrieksuitvoering. Dat is een auto die zich volmaakt netjes gedraagt, tenzij je zelf het beest in ‘m losmaakt. Maar de Essing RS6 is als een rotjochie in de kerk, dat net zo lang tegen de bank blijft schoppen tot iemand hem buiten zet. Je voelt continue de spanning, de opgekropte energie die eruit moet. Geef je ‘m zijn zin, dan weet je niet wat je meemaakt.
Een acceleratietijd van 0 naar 100 geeft Essing niet op, maar de auto is geklokt van 0 naar 200 in 9,15 seconden. Dat is, om maar eens iets te noemen, bijna drie seconden sneller dan een Mercedes SLS AMG. Het is zelfs sneller dan een Ferrari Enzo. Ook qua topsnelheid kan hij meekomen: de mannen van Essing moesten gas lossen bij 345 km/u (gemeten op de gps). De auto had nog adem over, maar ook in Duitsland kom je soms andere automobilisten tegen.
Denk je dat een M5 snel accelereert vanaf 150 km/u? Vergeet het. Deze auto verbaast, verbluft. Bij iedere snelheid is ie iedereen de baas; tot het ‘m wat te heet wordt en de begrenzer ingrijpt. Dan heb je nog steeds een rijk bedeelde ‘gewone’ RS6, alsof dat behelpen is.
Essing levert geen vaste tuningpakketten, maar kijkt per opdracht naar de wensen van de klant. Zo werd er buiten de motor niets aan deze auto veranderd, omdat ie nooit bedoeld was voor circuitgebruik. Hij moest simpelweg dagelijks inzetbaar zijn, en zo nu en dan als eerste weg kunnen sprinten bij het stoplicht. De kosten van deze aanpassingen liggen tussen de 30.000 en 40.000 euro. Garantie is er in de vorm van een gentlemen’s agreement: ‘Gaat er iets kapot door een fout van ons, dan fiksen we het gewoon’. Dat zal vast niet nodig zijn; daar zorgt de auto zelf wel voor.
Reacties