Autotest: Audi S5 3.0 TFSI quattro Pro Line

Niemand vindt het leuk om vier jaar in dezelfde broek te moeten lopen. En dus werd het tijd dat de Audi S5 een nieuwe kreeg.

 

We kunnen ons voorstellen dat het Audi-designteam zich een aantal keren achter de oren heeft gekrabd toen de opdracht binnenkwam de A5 en S5 te faceliften. Lastig. De A5 is immers een klein wondertje van simpele maar ongelooflijk doeltreffende lijnen en de kans dat je de boel glorieus verziekt als je daarmee aan het klooien slaat, is levensgroot aanwezig.

 

Gelukkig hebben de dames en heren zich aardig kunnen inhouden. Sterker, de verschillen zijn dermate subtiel dat we het je niet kwalijk kunnen nemen als je ze niet meteen ziet. Toch is vooral de voorkant erop vooruitgegaan. De simpele rechthoekige koplampen hebben plaatsgemaakt voor exemplaren met een wat fantasievoller vorm en de led-dagrijverlichting is, eh, nogal opzichtig geworden. De ronde mistlampjes zijn nu juist rechthoekig en via een chroomstrip verbonden met de grille, die wat meer naar voren springt. Het profiel is niet gewijzigd, de achterkant nauwelijks; andere licht-units en wat details aan de onderkant, that’s it. Verder kun je kiezen uit een aantal nieuwe kleuren en wielen.

 

Het interieur is eveneens aangepast, al zou je ook kunnen zeggen dat het binnenste van de A6 en A7 nu ook in de A5 zit. We hebben niets tegen op dat interieur, maar het is een beetje sneu dat de verscheidenheid verdwijnt. Voorheen kon je, als je geblinddoekt in een Audi werd gezet, nog wel zeggen in welk model je terecht was gekomen, maar dat wordt (net als bij BMW, trouwens) met het model lastiger. Ook andere A6/A7-features als de mogelijkheid van je auto een mobiele wifi-hotspot te maken, de geavanceerde Connect-navigatie, B&O-audio en een hele trits aan elektronische veiligheidssystemen (lane-assist, actieve cruise control, et cetera) zijn verkrijgbaar. Stop-start is altijd standaard.

 

Tot nu deed de vreemde situatie zich voor dat de S5 Coupé nog de ‘oude’ 4,2-liter V8 aan boord had, terwijl de Cabrio en Sportback al de nieuwe V6 TFSI hadden. Dat is nu ‘rechtgezet’. Bijkomend voordeel is dat de V6 (want veel minder CO2) meteen dik tien mille goedkoper is. De coupé doet het dus met 333 pk, wat in combinatie met de zeventraps S-tronic goed is voor een sprint naar 100 km/u in 4,9 seconden. Hij klinkt er heerlijk bij – ronkend met fraaie plofjes in de uitlaat bij schakelen.

 

Via Drive Select kun je diverse ‘rijstijlen’ kiezen die gaspedaalrespons, esp-instellingen, geluid en stuurgedrag beïnvloeden en keurig doen wat van ze verwacht wordt; in Efficiency is ie nauwelijks vooruit te fikken en in Dynamic klinkt ie rauwer, is stugger geveerd en stuurt fors zwaarder.

 

Nu we het er toch over hebben: de besturing is het enige minpunt van de S5. Hij is, ter brandstofbesparing, elektromechanisch geworden en dat levert een ontzettend kunstmatig gevoel op dat bovendien steeds verandert. Het zou zich aan je rijgedrag moeten aanpassen, maar bij snelle stuurbewegingen lijkt het daardoor alsof het de kluts kwijtraakt. We hopen voor S5-bezitters dat het went, wij vonden het tijdens de vrij korte testritten bepaald geen succes. Voor de rest: een zalige, beeldschone en razendsnelle reisauto.