De waanzinnig snelle Brooke Double R bindt de strijd aan met de Caterhams en Donkervoorts van deze wereld. Herleven de tijden van Stirling Moss?
 
Diep in zijn hart voelt iedere autoliefhebber zich een beetje Sir Stirling Moss. Met gestrekte armen achter het stuur en elke auto die je inhaalt achterlatend in een wolk van opspattend grind, net als de grootmeester dat deed. Het is alsof hij zojuist uit de auto is gestapt die onderwerp van deze rij-impressie is.
 
Maar ik ben geen Moss, en hij heeft nooit met de auto gereden. En die auto is ondanks zijn klassieke, sigaarvormige belijning een van de meest recente producten die is toegevoegd aan het rijtje exclusieve Engelse supersportauto’s. Hoewel recent, de eerste versie van deze Brooke zag het levenslicht al in de jaren ‘90. Het was een veelbelovende auto, maar in een mum van tijd viel het doek alweer en stierf hij een stille dood. Totdat een tweede partij het idee kocht en de auto nieuw leven inblies. In deze versie, de 260, ligt een nieuwe 2,3-liter Cosworth Duratec-motor, een viercilinder met, zoals de typenaam al aangeeft, een vermogen van 260 pk. De Double R weegt slechts 550 kg en een korte sessie aan het telraam leert je dat dit apparaat per kilo méér vermogen heeft dan de Lamborghini Murciélago.
 
Onder zijn bolle carrosserietje gaat een stalen frame schuil. De motor staat in de lengterichting achterin, met de versnellingsbak in dezelfde lijn ertegenaan. De cockpit is smal, maar toch comfortabel, de passagier heeft extra veel ruimte omdat de versnellingspook van deze rechtsgestuurde auto rechts van de bestuurder is geplaatst, en dat maakt hem hier in Nederland wat makkelijker te rijden. De vijfversnellingsbak heeft een normaal schakelpatroon en de bediening is licht.
Best bijzonder, want de afstand tussen pook en versnellingsbak is behoorlijk groot. De schakelwegen zijn lekker kort en maken snel terugschakelen eenvoudig. Gelukkig maar, want reken maar van yes dat je graag een lagere versnelling kiest. Dan is de beer pas écht los!
 
Geef een tikje tussengas, zet bij 3.500 tpm de pook in z’n drie, druk voorzichtig het gaspedaal in en achter je rug wordt de motor wakker. Het is gewoon beangstigend hoe het vermogen vrijkomt: het is een eruptie van kracht. De naald van de mijlenteller schiet als een razende omhoog: 50, 60, 70, 80, 90. Als een intercity raast hij de stationnetjes voorbij. Bij 7.500 tpm is de koek op, maar zet ‘m in z’n vier en het feest herhaalt zich. Bedenk je wel: je hebt geen voorruit. Wees er dus op voorbereid dat er een zwerm insecten tussen je tanden terecht komt. Lekker flossen.
 
De besturing is netjes uitgebalanceerd. Stuur in en de weerstand is net genoeg om als Moss door lange bochten te zwaaien. De grip is fantastisch, met dank aan de lage, brede 15-inch banden. Onderstuur is dan ook heel lastig te forceren. In zijn thuisland staat de Brooke Double R 260 voor net geen 32.000 pond, zeg maar 48.000 euro, in de prijslijst en dat is geen koopje. Maar ja, voor een Donkervoort moet je ook diep in de buidel tasten. Hou er wel rekening mee dat er nog een flinke lading fiscale terreur op de bovenstaande prijs wordt losgelaten en dat het stuur aan de verkeerde kant zit. Of er een Europese versie op stapel staat, is niet bekend.
 
Alleen al omdat de Brooke Double R danig afwijkt van het gebruikelijke is hij begerenswaardig. Het is te hopen dat hij het deze keer langer volhoudt dan na zijn vorige introductie.
 

Reacties