Je voegt je bij ons in een afgelegen hutje in het bos, waar zojuist copieuze hoeveelheden pizza en bier zijn geconsumeerd. Je gezelschap bestaat uit de Britse TG-redacteuren Rowan Horncastle, Ollie Kew, Ollie Marriage en Jack Rix. Handig hè, twee dezelfde voornamen – breek ons de bek niet open.
Goed: Ollie M. had in de Defender wat biervaten meegenomen die onderweg nogal door elkaar werden geschud. Er volgde een lichte schokgolf toen de druk eraf werd gehaald, maar het zou onbeleefd zijn geweest om niet te proosten op onze veilige aankomst op een locatie die normaal enkel bekend is bij zwervers, moordenaars en mensen die snappen hoe OS Maps werkt.
Welkom in een afgelegen wereld van ingevette lieren, zand in je broek en legerachtig materieel. Buiten staan de vier beste offroaders van dit moment. Voor Europa komen de Land Rover Defender en Mercedes G-klasse uit. De eer van Amerika wordt gedragen door de Ford Bronco en Jeep Wrangler.
Normaal gezien zouden we met deze auto’s een steengroeve in rijden om te zien welke het eerste om zou vallen. Maar uit zoiets spreekt weinig ambitie, en ook vrij veel gevaar. Dus begeven we ons in plaats hiervan naar de afgelegen paden van midden-Wales – de offroad-route Strata Florida, om precies te zijn.
Het is het soort plek waar mannen camouflage dragen en Land Rovers het een klein beetje in hun broek doen. Maar dat komt morgen. Nu is het een koude, gure winternacht en hebben we het warm en gezellig. Het houtvuur laait op en terwijl we proberen te beslissen wie waarin zal gaan rijden, komt Ollie M. met een oplossing: sokken.
OM: Het is niet echt Kerst, maar ik heb toch sokken opgehangen. In elke zit een sleutel. Ga je gang en kies er een.
JR: Zo te ruiken zijn deze niet gewassen sinds Kerst 1987. Maar het maakt me niet uit, want ik heb de Defender! Tijd om in te pakken en naar huis te gaan, mannen? *voeg welgenoeglijke emoji in*
RH: Ik heb… een huidinfectie! Nee, geintje. Ik heb de Bronco. De auto die ik wilde, tot ik ’m buiten zag staan. Sorry, maar ik ben erin geluisd. Deze Outer Banks-uitvoering ziet er nogal suf uit vergeleken bij de Bronco’s waar ik me online aan heb verlekkerd.
OK: Blijf van m’n sok af, gast. Ik heb de rurale romantiek waar iedereen op hoopt: 392 kubieke inch aan Jeep Wrangler Rubicon V8. Dat is 6,4 liter, voor de niet-ingewijden. Mogelijk meer motorinhoud dan jullie auto’s bij elkaar.
OM: Dan blijft de G voor mij over. Ik kijk al uit naar de massagestoelen tijdens het harde werk morgen, maar voor nu ga ik liever naar bed. Waar slaap ik eigenlijk?
RH: Niet dat ik een beetje zuur ben door de uitkomst van jouw sokkenspelletje, maar je bent als laatste gearriveerd en er is hier geen plek meer. Jouw huisje is een kleine kilometer die kant op. En we zijn vergeten om de verwarming aan te zetten. Balen.
Het weer is de volgende ochtend net zo wazig als wijzelf. Donkere, zware wolken vegen door de lucht en druipen als uitgewrongen handdoekken. Die metafoor herhaalt zich ook binnenshuis, toevallig. Ons wacht nu 8 kilometer aan asfalt voordat de pret kan beginnen.
JR: Dit is de goede manier om de dag te starten – kopje thee, een ontbijt van darmverstoppende Welshe cake en een Defender die kalmpjes voort zoeft. Blij ventje, ik. De Defender doet het goed op asfaltwegen, en deze korte 90 is wendbaarder dan de 110. Hij voelt op deze krappe paden niet eens belachelijk groot aan. In tegenstelling tot ons Amerikaanse gezelschap, vermoed ik.
OK: Hoe kun je zo weinig bewegingsruimte voor je elleboog hebben in iets dat breder is dan een heel Welsh dorp? De Wrangler geeft je allereerst de indruk dat je op je vaders schoot zit en doet alsof je de familieauto bestuurt. Door de 35-inch ballonbanden worden kuilen en gaten comfortabel verwerkt, maar daar staat tegenover dat de afstandelijke besturing nauwelijks een idee geeft welke kant ze op wijzen. Als dit water nog dieper wordt, stel ik me zo voor dat ik eroverheen kan rijden, als zo’n IJslandse dragbuggy.
RH: Eh… Moet iemand niet even de mensen van het water bellen? In Wales is ergens een leiding gesprongen. Ik weet toch vrij zeker dat rivieren onder bruggen door moeten lopen en niet eroverheen horen te spuiten. De Bronco voelt een beetje aan als ‘My First 4×4’ en bij het belachelijke kartelpatroon van jouw Falken Wildpeak-banden steken deze Bridgestone Duellers een beetje knullig af.
OM: Geen paniek, we hebben sleepkabels. Maar aan boord van de Mercedes is alles koek en ei, hoor. Wat een machine is deze G 400 d. Onze Amerikaanse maten willen blijkbaar zo graag van de verharde weg af dat ze bij mooi effen asfalt al op en neer stuiteren. Hoe doen ze dat toch? Zelfs op deze eerste sectie met licht opgeruwd terrein lijken ze molshopen voor bergtoppen aan te zien. De G is sereen. Ah, het eerste obstakel: een rotsig beekje. De Wrangler lijkt onverschrokken, hij duikt en helt en steigert, maar de Defender rolt er kalmpjes doorheen. Was dat zo makkelijk als het eruitzag, Jack?
JR: Absoluut niet. Je hebt zojuist het resultaat van jarenlange oefening en pure, onversneden kunde mogen aanschouwen. Oké, ja, ik heb gewoon dat draaiknopje op ‘Auto’ gezet en daar ging ik dan. De Defender is zo makkelijk in gebruik en doet z’n ding zo ontzettend soepeltjes. Er is nog een lange weg te gaan, maar met mijn snorkel en aanloop- en afrolhoeken kan ik me niet voorstellen dat ook maar iets mij kan tegenhouden, behalve misschien een lekke band of een uitgeputte voorraad chips.
‘Ik denk niet dat iets mij kan tegenhouden, behalve misschien een lekke band of een uitgeputte voorraad chips’
RH: Zo zeg, je strooit met vaktermen. Heb je soms gepraat met ons geheime wapen? Het vijfde lid van ons gezelschap is Simon Bond, onze in-house offroadgek. Je ziet ’m het hele jaar door in een korte broek en kaplaarzen lopen. Hij leidt hier de roedel in een Ford Ranger die, nerd alert, zijn dikke chassis van hoogsterktestaal deelt met de Bronco. Maar ik blijf bewust een beetje achteraan rijden, want ik voel me geïntimideerd door de ruwe Raptor. Komt door mijn dunne banden, smalle wielkasten en flapperend canvastoupetje. Dit ding voelt ielig aan. Ielige deuren. Ielig dak. Ielig karakter.
OM: In de G ben ik om heel andere reden nerveus. Hij is zeer robuust, met de constructie van een bakstenen buiten-wc. Maar hij is ook prachtig aangekleed, met glimmende schermen, subtiele kleuren en geborsteld metaal. De andere auto’s zijn zo ruig dat ze haast onderdeel van het landschap zijn; ik heb hier het idee dat ik de Bijenkorf door de modder sleur. Leuk trouwens dat iemand de sfeerverlichting op paars heeft gezet, dat creëert de optimale nachtclub-vibe. Ik ga lekker.
OK: Dat was ik. Ik zou nu best een beetje G in m’n leven kunnen gebruiken. De Wrangler lijkt de denken dat ie een trophy truck is, maar ik heb behoefte aan precisie. Het is hier een beetje smal, vinden jullie niet? En die steile
helling, op de breedte van één autoband links van mij, barst van de boomstronken. Het lijkt wel een schuin veld vol tankvallen. Deze Jeep hierlangs wurmen is als een oogstmachine gebruiken om je voortuin te maaien. Tot
nu toe heb ik naast diep inademen weinig hoeven doen – maar hé, kijk eens, de eerste grote rivieroversteek. Tijd om de lage overbrenging in te schakelen. Tjonge, die hendel vraagt best wat armkracht – de Jeep wil niks weten van flauwe elektrische knopjes. De walkietalkie kraakt en Bondy adviseert: ‘Langzaam erin Ollie, je wilt een kalme golf voor je uit stuwen.’ Nee man. Ik wil de HydroGuide-inlaat testen waarvan ze zeggen dat ie 57 liter water per minuut kan wegwerken.
JR: Waarom zijn Amerikanen toch zo van de diepteballen? En waarom stoomt die Wrangler alsof iemand een borststuk onder z’n motorkap aan het bereiden is? Dat kan niet goed zijn. Maar lollig is het wel, het ding is net z’n eigen rookmachine wanneer ie door het water rijdt. Hier niets van dat soort drama, met dank aan de hoge luchtinlaat van de Defender.
Sterker nog: terwijl we ons voortbewegen door deze steeds natter wordende loopgraven, blijkt de Defender het proefkonijn te zijn, de aangewezen koploper. Hij mag steeds als eerste een penibele situatie verkennen zodat we kunnen inschatten hoe de andere auto’s het zullen doen.
‘De besnorkelde Defender zou het misschien nog kunnen halen, maar met de rest kunnen we het niet riskeren’
Oh, hmm, dat ziet er al wat problematischer uit. We zijn aangekomen bij een oversteekplaats voor een brede, donkere rivier. Bondy steekt z’n speciale peilstok – een paraplu – in de diepte. Het water komt tot aan zijn elleboog. De besnorkelde Defender zou het misschien nog kunnen halen, maar met de rest kunnen we het niet riskeren. Dus nu rollen we achteruit over een krap pad, doen een Austin Powers-achtige poging tot straatjekeren en rijden terug.
RH: We druipen niet beschaamd af, hoor. Oké, wel. Maar ik ben blij, want we hebben al sinds gistermiddag geen telefoonbereik meer en ik heb natte voeten. De deurrubbers van de Bronco konden de eerste oversteek al niet aan.
OM: Haal jullie differentiëlen van het slot, jongens. We moeten een stukje over de verharde weg. Strata Florida is de snelste en meest directe route door dit gedeelte van Wales, dus als je ’m vanaf de andere kant wilt aanvallen, moet je een flink stuk omrijden. Geeft niks: zo heb ik meer tijd om smalend vanuit de Mercedes naar de anderen te grijnzen en Rowan steeds verder te zien aftakelen in de Bronco.
Ik kan niet geloven dat die auto – zowel dynamisch als visueel – zo ontzettend gevoelig is voor opties. De Sasquatch-versie die ik afgelopen zomer reed, voelde onverzettelijk aan. Maar ik denk dat deze Bronco zo, eh, verzet gaat worden. Samen met de rest. Bondy gebaart: het eerstvolgende obstakel dat we tegenkomen, is een gladde, zwarte rotswand.
JR: Defender ahoy! Hiervoor heb ik de Terrain Response-knop toch maar even op Rock Crawl gezet. En de slimme camera gebruikt die ‘door de motorkap kijkt’, zodat ik kon zien wat er zich onder de auto bevond. Vooral rotsen, zo bleek.
RH: Deze Bronco heeft gewoon niet de juiste hardware. Hij heeft een lage eindoverbrenging, maar de Goat-modi zijn gewoon niet goaty genoeg. Eerlijk gezegd ben ik verbaasd dat ie hier überhaupt naar boven is geklauterd, maar het ging er vrij zorgwekkend aan toe: schudden, bokken, hupsen en kantelen terwijl de elektronica uitzocht wat er met het vermogen moest gebeuren. Dat bleek vooral ‘alles geven’ of ‘helemaal niets geven’ te zijn. Ik lanceerde mezelf nog net niet van de klif.
OM: Wel een mooi uitzicht aan die kant. Een verkreukelde Bronco zou de rust toch een beetje hebben verstoord. Toen jij eenmaal boven was, wist ik dat de G er geen problemen mee zou hebben. Het is verrassend, want hoewel hij niet de juiste hoeveelheid wielarticulatie of bodemvrijheid heeft, redt ie zich prima. Ondanks de kortere veerwegen is ie zo mooi gedempt. Geen geruk of geschok, hij gaat overal kalmpjes langs of overheen.
OK: Ach, ik los mijn problemen gewoon op met banden en koppel. Dat stukje waar de assen kruislings staan en de Bronco eruitzag als een bang lammetje? De Jeep ramde er gewoon doorheen. Schampte z’n buikje niet eens. Ik begin te begrijpen waarom Amerikanen zich onoverwinnelijk voelen wanneer ze in het zadel van een Wrangler klimmen.
RH: Hoe heet het hier? Het kontgat? Ik geloof niet dat mijn Goat-knop die modus heeft.
SB: Het bomgat…
RH: Zeg, bekijk het even lekker.
JR: Dat ziet eruit als iets voor gevorderden. Maar het begint
donker te worden en als we dezelfde weg terug moeten nemen, zijn we uren verder. Wat denken jullie van dat bospad dat we net tegenkwamen?
OM: Tja, het moet toch ergens naartoe leiden? Ik ga wel voorop. Raallyyyyyy! Ah, het loopt dood.
JR: Pff. Ollie zou hier toch de beste rallyrijder moeten zijn, maar ik heb stiekem een oplossing – mijn telefoon heeft weer een streepje gevonden en Google Maps wijst de weg naar huis. Het licht verdwijnt, Ollie vliegt uit de bocht, ik lig verdorie voorop, de Defender is een winnaar!
RH: Dit is mijn soort offroaden – snel, losse ondergrond en een sluimerende kans op een enorm ongeluk. De Bronco is hier een stuk beter, hij is goed onder controle te houden en laat zich precies besturen dankzij z’n onafhankelijke voorwielophanging. Maar die astmatische benzine-viercilinder maakt meer herrie dan beide diesels.
OK: Wacht eens even, daar ligt asfalt. Best een pak van m’n hart eigenlijk, het leek er even op dat we vannacht in de donkere bossen vast zouden zitten. In plaats daarvan is het tijd voor een kampvuurtje. Huiswaarts!
Het hout gloeit en knispert, drankjes worden gedronken, verhalen worden verteld en een uitstapje naar Beulah voor een beetje telefoon-ontvangst (ja, echt) leert ons dat de weersvoorspelling voor morgen er veel beter uitziet.
RH: Wie wil er ruilen? Iemand anders moet de Bronco toch ook ervaren. Zeker met dat flapperende stoffen dak. Klinkt als een parachutespringend prieeltje als je 50 rijdt. Als het weer goed blijft, kunnen we het er misschien af halen.
OM: Dan krijgen we het er nooit meer op. Maar vooruit, ik ruil wel met je. Ik heb het tot nu toe wel erg makkelijk gehad – in de G ben je toch ver verwijderd van de prachtige omgeving, dus op deze manier krijg ik alles wat meer mee. Hé, dat is wel erg veel wielspin en ik heb alleen nog maar de eerste haarspeldbocht op Devil’s Staircase genomen. Er komen hellingen van 25 procent aan! Ah, hij staat nog op 2WD. Had ik even moeten checken.
OK: Amateur. Maar als het vriest is asfalt veel verraderlijker dan gravel, nietwaar? Hierboven is het schitterend, de weg wit bevroren. Hebben jullie gezien dat het water vandaag ónder de bruggen door stroomt?
‘Als het vriest is asfalt veel verraderlijker dan gravel, nietwaar?’
JR: Ik zag het. En weet je wat: de G is nog gemakkelijker te besturen dan de Defender, en deze diesel is echt veel passender dan die P.C. Hooftspecial van een G 63, vind je niet? Heerlijk hoe je ’m gewoon in D kunt zetten en met die drie grote knoppen kunt spelen om je diffs op slot te zetten als het terrein lastiger wordt. In de Defender bedien je Terrain Response met de knop voor de verwarming van de bestuurder. Nou ja, dat is nog altijd beter dan in de Wrangler, die overal mysterieuze knoppen heeft waar er nog maar een beetje ruimte voor was.
OK: Het is interessant om nu hetzelfde pad als gisteren te betreden. De Defender is veel gemakkelijker te plaatsen dan de Jeep met z’n enorme motorkap en verborgen pontonwielkasten. En ik heb meer vertrouwen
in deze old-school snorkel langs de A-stijl dan in Jeeps Gillette ProGlide-buizenstelsel, of hoe het ook mag heten. Ro, jij moet deze straks ook even proberen. We komen zo meteen bij dat stukje met die bodem van gekartelde dinosaurustanden.
RH: Tjonge, deze Defender maakt indruk. Korte wielbasis, korte overhang voor en achter, soepele zescilinder diesel, een fabuleuze verpakking – kleine bagageruimte, dat wel – en tegelijkertijd woest capabel en bescheiden. Hij is de intellectuele gast bij dit offroad-etentje. Die Wrangler is meer zo’n schreeuwtype dat na de broodjes al bierpong wil gaan spelen.
OM: Nou, met de Defender waren het bomgat en die 45-graden waterval nauwelijks inspannend te noemen. De Wrangler gedroeg zich overenthousiast en aangezien we geen zin hebben om met kabels te gaan slepen, testen we de Bronco op dat stukje maar niet. Het lijkt er niet op dat de G beschikt over de juiste marges en bodemvrijheid, maar ik wil het wel proberen. Met wat overijverig armgezwaai van Bondy vind ik m’n positie, de Mercedes kantelt achterover en hup, daar gaan we. Dáár voor je!
OK: Stelletje kinderen. Deze Bronco is de op een na stoerste Ford in dit gezelschap. Z’n carrosserie schudt, wind giert door de kieren in z’n dak en het ontbreekt ’m aan standvastigheid. Hier in het VK is ie als een vis uit het water, maar wát een locatie hebben we uitgezocht. En vanuit de achterhoede kan ik mooi toekijken hoe de anderen zich al diff-sperrend de route eigen maken.
RH: Het is een hindernisbaan in niemandsland. Nog iemand anders ie zich hier best kwetsbaar voelt? In dit soort omgevingen moet je op je auto vertrouwen, en op veel stukken is een 4×4 je reddingsboei. Ik kan erop rekenen dat de Defender me overal heen brengt. Zo jammer dat 95 procent van deze auto’s enkel gebruikt zal worden als schooltaxi.
‘De Land Rover maakt het allemaal te makkelijk. Dat is misschien wel het ultieme offroad-compliment’
OM: Eigenlijk maakt de Land Rover het allemaal te makkelijk. Dat is misschien wel het ultieme offroad-compliment. Ik heb net een stukje in de Wrangler gereden. Die heeft wel erg veel zelfvertrouwen, niet? Maar hij klautert niet met dezelfde achteloosheid als de Land Rover. Hij geeft V8-kopstoten en schreeuwt wanneer ie een mep uitdeelt. Hij klinkt briljant, maar voelt oud aan en slaat de 2022-plank compleet mis. En deze kost ook nog eens 130.000 euro!
JR: De Wrangler en de Bronco zijn beide grijze-importauto’s en we hadden niets te kiezen qua uitvoering en uitrusting, dus ze gaan de strijd aan met één arm op hun rug gebonden. De Wrangler is voor deze prijs lastig aan te bevelen en de Bronco is er niet op toegerust om hier goed uit de verf te komen. Maar ik moet zeggen dat de Wrangler zijn publiek goed kent. De Bronco dient met zorg te worden samengesteld en de G-Wagen (het lukt me nog steeds niet om ’m G-klasse te noemen) is eigenlijk een soort luxe-Terminator met stripclubverlichting… Duur en een beetje te opzichtig naar mijn smaak. Dus ook mijn stem gaat naar de Defender.
OM: De zon gaat bijna onder en ik heb hier weinig aan toe te voegen. De Defender is met zoveel aandacht gevormd naar deze omgeving. De Wrangler wil liever in Moab zijn en als de Bronco later groot is, ambieert ie een leven als surftruck. De G weet precies waartoe hij in staat is, maar bedekt dat onder een sluier van glitter en glimmers. Dus ik ga nu de Defender pakken en iets stoms doen: ’s nachts terugjakkeren over de gehele 16 kilometer van Strata Florida. Bondy, doe je mee?
RH: Maniakken. Het waren twee slopende dagen, wij zijn verstandig en nemen gewoon de verharde weg.
Postscript: Even 45 minuten doorspoelen. Rowan en Jack, in de Wrangler en de Bronco, staan stil op een eenbaansweg. Het asfalt is een en al zwart ijs en ze staren naar een verlaten busje dat dwars op de weg staat, onder aan een steile helling.
JR: Leuk dit. Geen bereik, we kunnen dat busje niet passeren zonder ertegenaan te botsen, we hebben bijna geen benzine meer, de sleepkabels liggen in de Ranger en we zijn maar tien minuten van de thuisbasis verwijderd als we hierlangs kunnen… Of anderhalf uur als dat niet lukt.
RH: Wacht! Kijk! Daar verderop komen een paar koplampen de heuvel af. Dat moeten Ollie en Simon zijn aan het eind van de Strata Florida. Flits even met je lichten! Ja, volgens mij stoppen ze. Oh nee. Nee hoor, ze gaan ervandoor.
JR: Top. ’s Werelds grootste omweg zonder benzine, dan maar. En de moraal van het verhaal is: als je in Wales ergens snel moet zijn, is ‘geen weg’ de beste weg.
Kadaver heeft op 7 april 2022 geschreven:
Jammer dat de Toyota land Cruiser niet in deze test zat. Hoort toch bij ‘s werelds taaiste offroaders.
Peter heeft op 5 april 2022 geschreven:
Eind maart 2022 de strava florida met een land rover serie2a uit 1962 gereden. Originele motor 2,25 benzine. Vetrokken uit Nederland, 5 dagen wales , strava florida, roman road en vele andere tracks. Na 5 dagen terug in Nederland en na deze worstelingen in Wales de serie 2a weer voor de deur geparkeerd. Dus de beste offroader is een landrover serie2a. Inclusief veel dubbelclustsen, voorwiel, 4 vierwiel en lage gearing, draait de groene calimero zijn wielen niet om voor een offroadtour in Wales.