Was het niet Porsche dat de ‘GT3 voor de straat’ uitvond?
Nou, hier is het eerste van een stel geinige feitjes voor in de kroeg: de eerste GT3-straatauto kwam toch echt van Lotus. In 1997 haalden ze alles wat ook maar een béétje met comfort te maken had uit de Esprit S4, verwisselden de gebruikelijke 2.2 voor een 2,0-liter viercilinder turbo en, jawel, krabbelden wat ‘GT3’-graphics langs de dorpels. Het resultaat was een van de zeldzaamste en meest bewonderde straatauto’s van Lotus ooit. En dat was dus twee jaar voordat Porsche hetzelfde recept volgde voor de 996 GT3.
Waarom heb ik daar nooit van gehoord? Hoeveel heeft Lotus er gemaakt?
Maar 196 exemplaren. De GT3 was feitelijk een nicheproduct, een uitloopmodel van de viercilinder-Esprit omdat het bedrijf wilde focussen op de nieuwe, veel lucratievere V8-versie. Je moest wel een fanaat zijn om in te zien wat er viel te winnen door het verlies van de airco, isolatiemateriaal, stereo en de achtervleugel, allemaal om gewicht te besparen.
Verder werden er standaard kuipstoelen gemonteerd. Niet in deze, trouwens. Dit exemplaar is volgens Lotus-testrijder en halfgod Gavan Kershaw een ‘mietjes-spec’ GT3. En hij mag dat zeggen, want dit late model, met comfortabeler stoelen en wel wat luxe hier en daar, is van hem.
Dus jullie rijden de eigen auto van de wegliggingskoning van Lotus over zijn eigen circuit? Succes…
Dank daarvoor. Maar we hebben nu grotere problemen: het stuur. Dat is fors en koppig genoeg in het geheel niet verstelbaar. Langere benen passen niet goed tussen het stuur en de stoel. Dat lijkt ons een uitstekend excuus om dan maar niet al te overdreven hard ons best te gaan doen in de trots van meneer Weggedrag zelf.
Maar waarom creëerde Lotus dan niet een Porsche-achtige GT3-dynastie?
Omdat het zich niet realiseerden dat ze een winnaar in handen hadden. De versnellingsbak is superstrak en de motor verloochent zijn nederige inhoud met een harde turboduw. De opgave was dat hij ruim 240 pk had en een sprintje naar 96 km/u deed in zo’n 5 seconden, destijds nog aardig supercar-slopend. En dat met een behendigheid waar een Diablo alleen maar van kon dromen. Maar toen Lotus door de voorraad viercilinders heen was, hadden ze de Ferrari 360 en kornuiten op het oog, en deden dus alles met een V8. Toch jammer – Norfolk was zijn tijd vooruit.
Is de Lotus Emira i4 een waardige opvolger?
Nou, laten we één ding vooropstellen: de nieuwe Emira met ‘power by AMG’ is beslist geen lichtgewicht liefdesbrief aan de puurheid. Met een gewicht van 1.446 kilo voor deze goed uitgeruste Lotus Emira i4 First Edition is hij zo’n 200 kilo zwaarder dan de Esprit GT3. Dat voel je natuurlijk niet in een rechte lijn, want hij heeft een achttraps automaat en 360 pk om dat gewicht te verdoezelen. En 254 pk per ton in een moderne auto maakt gehakt van 192 pk per ton in een oranje oudje.
Wat we missen, is die haast telepathische verbondenheid die de Emira een beetje ontbeert in vergelijking met oudere Lotussen. Het is een onvoorstelbaar vergevingsgezinde, goed gebalanceerde sportauto, maar of we ons hem over een tijdje nog kunnen herinneren… Geen idee. Toch: met een vierkant stuur dat onhandig is om vast te houden, heeft hij in ieder geval íéts gemeen met de vergeten GT3.
Reacties