Autotest: Mazda 5 1.6 CiTD Business

In een concern zitten heeft z’n voordelen – je hoeft niet alles zelf uit te vinden. Zo merkt ook Mazda.

 

De hele autowereld is één grote incestueuze bende. Moederconcerns doen het met dochters, zusjes met halve neefjes – het is bepaald onoverzichtelijk. Nu zou het tot daar aan toe zijn als de concerns al dat gefoezel zouden beperken tot hun eigen merken. Om een wijze oom te citeren: ‘Ik heb niets tegen incest, zolang het maar binnen de familie blijft’. Zelfs dat is te veel gevraagd; ook onderling wordt naar hartenlust geflirt, geflikflooid en gerommeld. En ja, daar komen soms rare kinderen van. Het mooiste voorbeeld blijft de Alfa Arna (Japans design, Italiaanse techniek – a match made in hell), maar menigeen zal zich met ons proberen te herinneren wat we ook alweer moesten met én een Aygo én een C1 én een 107.

 

Samenwerkingen puur op technisch gebied snijden heel wat meer hout. Een motor ontwikkelen is schreeuwend duur, en wat zul je je best gaan doen als je ergens voor een fractie van dat bedrag een uitstekend apparaat kunt oppikken? Daarbij, een motor zie je niet, dus het zal de meeste mensen (vooropgesteld dat hij het blijft doen) een rotzorg zijn waar het ding vandaan komt. Sterker: we kunnen ons nauwelijks voorstellen dat er ook maar één Citroën DS3 1.6 THP-rijder is die zijn buurman níét mild snoevend heeft verteld dat zijn motor eigenlijk bij BMW vandaan komt.

 

Mazda hoort (nog) bij het Ford-concern, dat op haar beurt een samenwerking heeft lopen met Peugeot/Citroën (PSA) voor de ontwikkeling van dieselmotoren. Een van de spruiten van die coöperatie is de nieuwe 1.6 commonrail-motor die nu zijn weg naar de Mazda 5 (en de Ford C-Max, Volvo C30, S60 en V70, Peugeot 508 en Citroën C4, to name but a few) heeft gevonden. Hij levert 115 pk, wat niet veel lijkt, maar daar gaat het bij deze motor nadrukkelijk niet om. Het koppel, dat is belangrijk, en dat bedraagt 270 Nm, dat al bij 1.750 toeren tot volle wasdom komt. Kortom: veel power onderin, lekker schakellui rijden, dat werk. En besparen, want dat gaat hand in hand. Zo zou de Mazda aan 5,2 liter genoeg hebben om 100 kilometer te rijden.

 

Nou hebben we al diverse malen met deze motor gereden, en dat veelal naar tevredenheid – al blijft opvallen dat het ding ondanks alle claims onder de 2.000 toeren zo goed als dood is, er dan geweldig aan sleurt tot 3.000 toeren en daarna weinig meer doet. Een fijne, stille motor, mits je dus je versnelling zorgvuldig kiest. Niet eerder was ons opgevallen dat die motor een opmerkelijke stap terug doet: het is geen zestien-, maar een achtklepper. Reden: commonrail is zo gevorderd dat acht kleppen extra nauwelijks iets toevoegen, terwijl ze weghalen (plus het feit dat hij 400 cc kleiner is) een enorme gewichtsbesparing oplevert: 73 kilo. De nieuwe, uitmuntend schakelende zesbak is geheel van aluminium, wat ook weer 47 kilo bespaart.

 

Voor de rest blijft de 5 een prima auto – hij is veelzijdig, degelijk en comfortabel, rijdt goed en ziet er lekker eigenzinnig uit. En met deze diesel is hij dus een stuk zuiniger ook.