Stel je dit voor: Jürgen Eberle komt op een ochtend op zijn werk als ingenieur bij Daimler AG, klaar om weer een dag de man te spelen die ervoor zorgt dat alles wat voorin de Mercedes-Benz E-klasse moet zitten – de elektronica, de koplampen, de koeling en al dat soort belangwekkende zaken – ook daadwerkelijk voorin de E-klasse zit. Op weg naar zijn bureau ziet hij een G-klasse 4×4² staan – ja die, je weet wel, met de portaalaandrijving in plaats van normale assen. Dat zet ‘m aan het denken. Wellicht mompelt hij zoiets als: ‘Ich frage mich, ob…’
De woorden ‘ik vraag me af of…’ leiden er altijd toe – indien geuit door een enigszins goede techneut – dat er staal zal worden gebogen en dat er tekeningen zullen worden gemaakt waarbij wiskundige berekeningen nodig zijn. Het is in feite het ingenieursequivalent van ‘hou m’n biertje even vast’.
Jürgen Eberle is gek op terreinrijden. Hij is dus ook verzot op portaalaandrijving. Jürgen is tevens een E-klasse-techneut, die heeft meegewerkt aan de nieuwe E-klasse All-Terrain. Je begrijpt al waar dit heen gaat. Maar het punt is dat portaalaandrijving (of portaalassen, net hoe je het spul noemen wilt) niet op de nieuwe E-klasse All-Terrain past. Althans, niet voordat Eberle op zijn figuurlijke potlood begon te knauwen en het meetlint erbij pakte.
Heeft deze E-klasse portaalassen?
Want wat je hier ziet, is wel degelijk een nieuwe Mercedes E-klasse All-Terrain voorzien van een volledige set 1:1 portaalassen. Een Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2, zo je wilt. Een botsing tussen culturen – die van de luxe station en de hardcore terreinwagen, of misschien een natuurlijke uitbreiding van het All-Terrain-submerk, maar net hoe je ernaar kijkt. Van ‘we gaan ergens heen’ naar ‘we kunnen overal heen’. Een soort opgeblazen, avontuurlijke actiemobiel zonder het borstkloppende testosteron van een ware SUV. Nou ja, zoiets. Maar wat ie niet is, is makkelijk vast te stellen. Vooral omdat portaalassen een specifieke functie hebben. Want je moet weten dat een portaalas eigenlijk helemaal geen as is, maar een drietal tandwielen in een naaf die omhoogloopt vanaf het centrale draaipunt van het aangedreven wiel. Hiermee heb je geen traditioneel differentieel nodig en kun je de aandrijving zelf parallel, niet in lijn, met het middelpunt van de wielen plaatsen. Bingo: meer bodemspeling en – als je wilt – een lagere overbrenging in de wielnaven zelf, om extra bedachtzaam over rotsen te kunnen kruipen. Maar ze zijn bedoeld voor terreinwagens, niet voor luxe stationwagens met multi-link assen. En dat is waar Jürgen in het spel komt.
‘Ik ben gewoon bij het begin begonnen’, zegt hij op een toon alsof deze Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2 het vrij normaal is. ‘Ik legde het plan voor aan de bazen, en ik mocht het proberen.’ Als we doorvragen, blijkt er wel wat meer aan te pas te zijn gekomen dan een schetsje op de achterkant van een bierviltje; er kwam zelfs een volledig CAD-ontwerp bij kijken. En hij kreeg hulp. ‘Het hebben van een netwerk was een cruciale factor. Het was een aantal keren makkelijker geweest om te stoppen dan om door te gaan, zoals dat bij elk omvangrijk project gebeurt. Maar elke keer als ik steun nodig had, vond ik in een collega wel een geestverwant die me snel uit de brand hielp, zonder papierwerk of restricties.’
Zonder beperkingen of restricties?
Bij een bedrijf zo groot als Daimler? Dat is een mirakel, maar anderzijds weet iedereen dat er grootse resultaten kunnen worden verkregen door gekwalificeerde techneuten aan het knutselen te laten gaan; kijk maar naar de wijze waarop de VW Golf GTI in 1976 is ontstaan.
Eberle werkte tijdens de ontwikkeling samen met verschillende – ongeveer twintig – even enthousiaste technici uit de Daimler-familie. Een was verantwoordelijk voor de 3D-geprinte wielkasten – die waren zo groot dat ze in drie delen moesten worden geprint en dan met plastic aan elkaar werden gelast. Een ander maakte met de hand de subframes voor de portalen, die precies moesten passen op de ophanging van de oorspronkelijke E-klasse, en weer een ander maakte de aandrijfassen – met de hand. De auto heeft veel aangepaste, op maat gemaakte en hergebruikte onderdelen uit het Mercedes-portfolio – de wielen komen van de R-klasse (die walvisachtige SUV), verpakt in 285/50R20-winterbanden, hij heeft delen van de ophanging van de GLA, en zelfs de vrienden van AMG leverden essentiële bijdragen.
Als je dat allemaal zo hoort, zou het je niet bepaald verbazen als de auto aan zou voelen als een bijeengeraapt, rammelend prototype. Maar dat is absoluut niet zo. Dit is geen door design geleid knutselwerkje; vanaf het eerste ogenblik dat je ‘m ziet, begrijp je dat dit een auto is die gebouwd is door techneuten, niet door designers. Ja, het is wat verwarrend om in het interieur van een E-klasse te klauteren in plaats van je erin te laten zakken, maar als je eenmaal zit, is ie gewoon net een zwevende E.
Merk je verder nog dat het een andere auto is?
Alles werkt – van de massagestoelen tot de verschillende modi van de nog steeds functionerende Air Body Control-luchtvering – en alles binnenin geeft je het idee dat je een standaard luxe stationwagen rijdt. Het vermogen van de V6-turbomotor uit de E 400 is perfect adequaat – hij is gewoonweg snel – en de negentraps bak hapert niet, zelfs niet met die enorme banden. Wel is het een beetje lastig om ‘m te plaatsen, aangezien de maten zo buitenissig zijn. In het verkeer is het oppassen geblazen omdat de auto een onoverzichtelijke spoorbreedte heeft (1.772 millimeter voor en achter), en een extra breedte van 200 millimeter door de wielkasten. Alles bij elkaar opgeteld is hij 2,1 meter breed – echt behoorlijk fors. Met 420 millimeter heeft de Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2 flink wat meer bodemvrijheid dan de standaard E-klasse All-Terrain (160 millimeter), en komt zelfs in de buurt van de waaddiepte van de G-klasse (500 om 600 millimeter).
Dat leidt er allemaal toe dat ie in het terrein zo ongeveer niet te stoppen is. We rijden ‘m door kleine rivieren, op bergpaden zo steil dat je er amper tegenop zou kunnen lopen, door modder, greppels, tegen hellingen op, door drassige velden en in een dorpje. Het rijden in het dorp is eigenlijk nog het moeilijkst, om dat parallel parkeren met dit ding ongeveer even lastig is als het aanleggen van een groot zeeschip.
Kun je ook offroad met de Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2?
In het terrein is ie uiterst indrukwekkend, want daar blijken de zaken die je zouden kunnen tegenhouden juist de dingen waarin deze auto uitblinkt: hellingshoeken, bodemspeling en tractie. De Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2 lacht er allemaal schouderophalend om. Eigenlijk is het enige wat ‘m parten zou kunnen spelen het gebrek aan volledig te sperren differentiëlen, of de juiste elektronica om die te imiteren. Maar Jürgen Eberle verzekert ons dat die laatste functie moeiteloos te programmeren zou zijn – het was alleen wat te kostbaar voor een ‘prototype’.
Oh ja, even over dat ‘prototype’-gedoe. Hij voelt, als gezegd, dus niet aan als een stukje huisvlijt, en aangezien er genoeg mensen op aarde zijn die hun keuze voor een auto vooral laten afhangen van hoe weinig andere mensen diezelfde auto hebben, denken we dat het redelijk zou zijn om te verwachten dat er een gelimiteerde oplage van deze auto zal worden geproduceerd. Een paar elektronische aanpassinkjes en hij werkt perfect. En hij is op een briljante manier bizar.
Wat nog beter is, is dat Daimler en Mercedes zich realiseren hoe belangrijk kleine zijprojectjes als dit eigenlijk zijn. Laat je technici nu en dan de vrije hand, en je bedrijf krijgt de uitstraling dat het creatief en energiek is – wat van belang is als je ingenieurs aan wilt aantrekken die ook energiek en creatief zijn. En als je de teugels wat laat vieren, krijg je daar soms iets interessants voor terug – zoals speciale auto’s die de fantasie prikkelen. De Mercedes E-klasse All-Terrain 4×4-2 is er een van. Wat ons betreft mag ie zo in productie genomen worden.
Mercedes E-klasse All-Terrain 4x4-2
Motor
3.498 cc
V6 turbo
333 pk @ 5.250 tpm
480 Nm @ 1.200 tpm
Aandrijving
vier wielen
9v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 7,0 s (geschat)
top 180 km/u (geschat)
Verbruik (gemiddeld)
n.b.
CO2-uitstoot n.b.
Afmetingen
ca. 4.950 x 2.100 x 1.750 mm (lx b x h)
2.939 mm (wielbasis)
gewicht n.b.
66 l (benzine)
640/1.820 l (bagage)
Reacties