
Wie graag rollend de zon aanbidt, kon ooit kiezen uit talloze compacte opties. Nu is alleen deze Mini Cabrio nog over. Dat is jammer, maar zeker geen straf. Ja, we kunnen hier natuurlijk een beetje vrolijk gaan lopen doen over hoe leuk zo’n Mini Cooper S Cabrio is, maar eerst even een aanzienlijk minder leuk feit. De Mini Cabrio is namelijk de enige overlever van een geruisloze slachting die heeft plaatsgevonden in een ooit bloeiend segment: dat van de kleine open auto’s.
Vroeger, toen volgens opa alles sowieso beter was, waren ze overal. Peugeot 207 en 308, VW Golf, Opel Astra en Tigra, Ford Focus en Ka, Smart, BMW 1- en 2-serie, Citroën C3, Fiat Punto, Renault Mégane – allemaal hadden ze een versie die het feestje dat open rijden is uitgebreid vierden. En ze zijn allemaal verdwenen. Alleen de Mini is nog over. En met heel veel goede wil de Fiat 500 Cabrio, al heeft die op zijn best een uit de hand gelopen schuifdak.
Lol speelt ook een rol in het leven (maar niet bij fabrikanten)
Het is allemaal de schuld van de SUV. Nou ja, niet, maar die geven we nu eenmaal graag overál de schuld van. Het gaat meer om de mix van boekhouders, marges, concurrentie, economie, regeltjes, dat soort dingen. Het is bijna alsof fabrikanten vergeten zijn dat lol ook een rol speelt in het leven. Moeten is belangrijker geworden dan mogen of kunnen. Goed, voordat we op zoek gaan naar een lang stuk touw en een mooie boom: de Mini Cabrio.
Want die is er dus nog. In drie versies nog wel: de Cooper C, Cooper S en Cooper JCW. Allemaal hebben ze een 2,0-liter viercilinder; de driecilinder van de vorige basisversie is verdwenen. Ook mooi: het vermogen is behoorlijk gestegen, met zo’n 30 pk. De C heeft nu 163 pk, de S 204 pk en de JCW 231 pk. Verdwenen is de kenmerkende luchthapper op de motorkap van de vlottere versies; betere koeling en nieuw warmtemanagement maken die overbodig. Het hele uiterlijk is strakker en rustiger geworden – een goede zaak, wat ons betreft.
De Mini Cooper S Cabrio is niet helemaal nieuw
Waar de nieuwe elektrische Mini echt helemaal nieuw is (en voortkomt uit een joint venture tussen BMW en het Chinese Great Wall), is deze Cabrio een upgrade van de vorige generatie. Zelfde onderstel, motoren, ophanging enzovoorts. Moest ook wel; vanaf nul beginnen was zo duur geworden dat er waarschijnlijk helemaal geen Mini Cabrio meer was geweest.

Dat wil niet zeggen dat er verder niets is gebeurd, integendeel. Alles wat opnieuw afgesteld kon worden, van remmen tot ophanging, is dat ook. Een nieuw, driehoekig stangenstelsel onder de auto geeft zoveel extra stevigheid dat de Cabrio zelfs stijver is dan de versie met dak – vrij bijzonder. En aan de buitenkant is echt álles nieuw, tot de deurgrepen aan toe.
Alles moet op dat ronde scherm in de Mini Cooper S Cabrio
Aan de binnenkant zul je alleen aan dat typerende ronde centrale scherm nog zien dat je in een Mini zit. Fraai scherm, trouwens: oled, kraakhelder, snel en voorzien van augmented reality bij de navigatie. Bewegende pijltjes in camerabeelden laten je zien welke straat of afslag je moet hebben. Niet dat wij er dan niet alsnog in slagen om verkeerd te rijden, maar goed. In dat scherm word je helaas wel geacht om álles te doen, op de paar knopjes op het stuur en een rijtje schakelaars onder het scherm na.

Die zijn om de auto te starten, een versnelling te kiezen (er is alleen een automatische achtbak) en voor de ‘Experiences’. Dat laatste is een nogal jeukopwekkende term voor instellingen waarin van alles wordt meegenomen; soms alleen het aanzicht van het scherm en wat verlichtingskleurtjes, soms ook dingen die het rijden beïnvloeden. De Go Kart-stand doet er ook wat meer uitlaatgeluid, zwaarte in de besturing en een scherpere gaspedaalrespons bij, bijvoorbeeld.
Niemand wil een kart voor de openbare weg
Dat is ook meteen de leukste stand. Hoewel Mini zegt dat de afstemming steviger is geworden, is de Mini Cooper S Cabrio beslist geen stuiterbal; eerder comfortabel met een mild-sportief randje. Wat prima is, want alle Mini-jargon ten spijt zit natuurlijk niemand te wachten op een kart voor de openbare weg. De besturing is licht en niet overdreven communicatief, maar omdat in de open lucht alle sensaties verdrievoudigd worden, mag dat de pret niet drukken.
Het is jammer dat de Mini Cabrio als vanouds nogal prijzig is. De C kost 46.990 euro (Belgische prijzen zijn ons nog niet bekend); voor deze S begint het bij 50.990 euro. Dat is pittig, al is het ‘slechts’ 3 mille meer dan de vorige kostte, wat goed wordt gemaakt door de extra uitrusting en vermogen. Aanrader dus? Zeker. Red de kleine cabrio. Koop een Mini.
Voor: uiterlijk, rijkwaliteiten, maar vooral: open rijden!
Tegen: prijzig, veel bediening via scherm, zicht naar achteren
Prijzen | € 50.990 (NL), € n.b. (B) |
Motorinhoud | 1.998 cc |
Motortype | viercilinder turbo |
Power | 204 pk / 150 kW, 300 Nm |
Aandrijving | voorwielen, 7v automaat |
Acceleratie | 0-100 km/u in 6,9 s |
Topsnelheid | 237 km/u |
Verbruik | 6,5 l/100 km |
CO₂-uitstoot | 148 g/km |
Tankinhoud | 44 l (benzine) |
Afmetingen | 3.879 x 1.744 x 1.431 mm (l x b x h) |
Wielbasis | 2.495 mm |
Gewicht | 1.380 kg |
Bagage | 160 / 215 l (kap open/dicht) |