Wat nu weer? Nog zo’n opgedofte Defender die te mooi is voor een weekeindje stoer doen in de Ardennen en te ruig voor een middagje flaneren in Knokke.
Wat nu! Decennialang stampt de Defender als een dinosaurus over de autotoendra en net nu iedereen reikhalzend uitkijkt naar een grondig opgeknapte opvolger komen er allerlei maffe derivaten op de markt. Eerst die gedachtekronkel van Twisted en nu de interpretatie van Overfinch.
Overfinch had bij de introductie van hun versie van de Range Rover Sport al aangegeven dat de nieuwe eigenaar van het bedrijf meer wilde doen dan alleen extra opgepoetste Range Rovers. Dat ze zo ver zijn gegaan om een Defender aan te pakken, is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. De 2,2-liter diesel kreeg er door een andere intercooler en een aangepast motormanagement een schamele 12 pk en 23 Nm bij. Meer werk maakten ze van het uiterlijk. De Defender kreeg een nieuwe voorbumper met geïntegreerde dagrijlichten, fraaie velgen en een complete metamorfose voor het interieur, inclusief het aanbrengen van ongeveer een hectare leer.
Voordat je de deur van de Overfinch opentrekt, moet je eerst beschermende kleren aantrekken: niet alleen komt je de geur van dode koeien overweldigend tegemoet, de kleurcombinatie van bordeaux bekleding en gifgroene stiksels doet pijn aan de ogen. Er is een goede reden voor deze postmortale dierenmishandeling: het moet het enorme spectrum van mogelijkheden tonen. De stoelen en het dashboard zijn af te werken in elke kleur die je wenst. Gelukkig: dan krijgen mensen met een goede smaak toch nog een kans.
Wat je ook mag denken van dit kleurenspektakel, je moet toegeven dat hier een fraai stukje vakmanschap tentoongespreid wordt. Dat geldt overigens voor de hele behandeling die Overfinch de Defender gaf. Het resultaat is eerder op Rolls-niveau dan een potje aftermarket knip-en-plakwerk. Wat dat aangaat, is er een overeenkomst met de Twisted, want ook daar kun je naar wens losse opties toevoegen. Natuurlijk was deze testauto een visitekaartje en volgehangen met allerhande custom-made details, met een gepeperde prijs tot gevolg. Misschien hoeven voor jou al die technische liflafjes niet. Immers: de Defender gaat er iets beter van rijden, maar het blijft een Defender.
Als je je zinnen hebt gezet op een opgesierde Defender dan kun je moeilijk om Overfinch heen. Wil je er echt één? Wil je echt meegaan met die plattelandsverheerlijking? Oké, jij je zin. Maar hoe blits het leer ook is en hoe mooi de velgen ook glimmen, in de basis blijft de auto een Defender: het ultieme vervoermiddel op weggespoelde wegen en op uitgestrekte landerijen. Maar tegelijkertijd ook zo’n beetje de belabberdst rijdende auto op de verharde weg.
Wanneer je zoveel geld wilt uitgeven aan een Defender, dan woon je ongetwijfeld ergens in een villawijk in een chique voorstad en niet in een gehucht op het platteland. Waarschijnlijk heb je dan meer moois in de garage staan. Tien tegen één dat je die boerse LaRo lekker thuislaat als je uit winkelen gaat. Want je kunt een mammoet wel naar de kapper sturen, een getrimd schoothondje wordt het niet.
Overfinch Land Rover Defender 90 2.2 TD
14/20
Cijfers
0-100 km/u: 13,8 s
Top: 155 km/u
Verbruik: 10,5 l/100 km
Motor: 2.200 cc, viercilinder diesel
Aandrijving: vierwiel
Vermogen: 99 pk
Koppel: 250 Nm
Gewicht: 1.890 kg
CO2: 274 g/km
Prijs
NL: n.b.
BE: n.b.
Vonnis
Een even overbodige als dappere poging van geschiedvervalsing. Leuk dat het kan, maar wie wil dit echt? Richard Hammond in een gekke bui misschien?
Reacties