Als de Subaru Forester een boswachter is, is de nieuwe XV een boskabouter. En net als Paulus is het een alleraardigst kereltje.
Als je er over nadenkt, is het gek. Kleine SUV’s zijn razend populair maar uitgerekend Subaru, een merk dat al sinds haar oprichting een enorm punt maakt van vierwielaandrijving, had er nog geen. Kennelijk even niet opgelet toen de rest van de autowereld tien jaar terug aan het bedenken was wat wij nu leuk zouden kunnen vinden. Goed, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald en nog zo een half dozijn clichés: hij is er nu, en heeft de naam XV meegekregen.
Eerst maar eens een rondje om de auto lopen. Dat ziet er helemaal niet gek uit. Sterker: het lijkt wel of Subaru eindelijk de al decennia openstaande vacature voor ‘een auto-ontwerper m/v’ heeft ingevuld. Een stoere grille, veel welvingen in en om de motorkap, vervaarlijk kijkende koplampen, uitgeklopte wielkasten, een sportief aflopende daklijn en zelfs dat hippe, omhooglopende knikje in de achterste raamstijlen dat tegenwoordig zo hip is – hier staat een auto die meer wil dan alleen iemand droog van a naar b brengen. Een kruising tussen een Ford Kuga/C-Max en een Dodge Caliber, zeg je? Daar heb je helemaal gelijk in.
Het interieur, traditioneel een nog veel zwakker punt van Subaru, is in de XV ook aardig voor elkaar. Sprankelen zal het nooit, maar de materialen zijn in orde, net als de ergonomie, afleesbaarheid en het design. Leuk is het scherm bovenop het dashboard, waar je op allerlei leuk vormgegeven manieren kunt zien hoe (in)efficiënt je je brandstof naar de eeuwige olievelden hebt gejaagd.
Mopperden we nog wel eens over Toyota, de moeder van Subaru, die het merk met allerlei opgelegde synergie-onzin van haar tradities ontdeed, in de XV is daartoe geen enkele aanleiding: vierwielaandrijving, boxermotor, CVT-transmissie – je vindt het allemaal terug, mét de bijbehorende sportieve aspiraties. En dus met de bijbehorende voor- en nadelen. Boxermotoren zijn plat en bieden dus een laag zwaartepunt (goed voor de wegligging) en klinken lekker. Dat buit Subaru nog eens extra uit door de vering behoorlijk stevig af te stellen en niet al te veel te investeren in isolatiemateriaal. Je kunt dus knalhard en lekker ronkend de bocht door, óf je ergeren aan de stugheid en het relatief hoge geluidsniveau – net wat je wilt.
De continu variabele transmissie zoekt zelf het ideale toerental voor wat jij aan versnelling vraagt en blijft daar dan op hangen. Het is een mooi en betrekkelijk zuinig systeem (wat de van nature niet zo zuinige boxer weer wat compenseert), maar je moet er wel van houden.
De XV stuurt goed, zit goed, remt goed, is voldoende vlot, biedt behoorlijk wat ruimte en ziet er lekker uit. Allemaal in orde dus, maar of ie beter is dan concurrenten als de Nissan Qashqai, Kia Sportage, Hyundai ix35 en Mitsubishi ASX? Nee, niet beter, ook niet goedkoper, wel anders. En daar kun je maar net naar op zoek zijn.
Subaru XV 2.0i Luxury Plus CVT
12/20
Cijfers
0-100 km/u: 10,7 s
Top: 187 km/u
Verbruik: 6,6 l/100 km
Motor: 1.995 cc, viercilinder boxer benzine
Aandrijving: vier wielen
Vermogen: 150 pk
Koppel: 196 Nm
Gewicht: 1.355 kg
CO2: 153 g/km
Prijs
NL € 32.495
BE € 29.390
Vonnis
Een prima entree in dit segment, zal door z’n eigenzinnigheid (stevige vering et cetera) zowel vrienden als vijanden maken
Reacties