Fantastische Targa – Hybride Supra? Goed, misschien staan de letters FT-HS daar niet voor, maar deze auto zou het startsein kunnen zijn van een nieuwe sportwagengeneratie van ’s werelds rijkste autofabrikant
Dit is iets heel nieuws. Dat zie je aan het oppervlak, de huid van de auto – een scherp oppervlak, zowel letterlijk als figuurlijk. En onder die huid wordt de belofte van iets dat helemaal buiten de norm valt helemaal waargemaakt. Voor liefhebbers van traditionele sportwagens is de FT-HS een hele uitdaging. De FT-HS mag dan niet voor zulke mensen zijn gebouwd, het is wél een echte sportwagen: hij heeft een lichtgewicht carrosserie met targadak en beschikt over circa 400 pk. En doet 0-100 km/u in ongeveer 4 seconden. Zelfs de meest vastgeroeste traditionalist zal moeten erkennen dat dit cijfers zijn die bij een echte sportwagen horen. Maar dan komt de volgende klap: deze sportwagen heeft naast zijn uit Japanse manga-strips ontleende styling ook nog eens hybride aandrijving.
Het is niet zo vreemd dat Toyota ervoor heeft gekozen om de FT-HS in de VS te onthullen. Daar zijn hybride auto’s inmiddels het gesprek van de dag – veel meer dan de verkoopcijfers rechtvaardigen. Toyota maakt op een slimme manier gebruik van de imagoboost die de Prius en de hybridenvarianten van verschillende Lexus-modellen het merk in Amerika hebben gegeven. Maar er zijn twee Amerika’s. de FT-HS is het product van het ene: de Amerikaanse westkust, onder leiding van Californië. Maar de auto werd onthuld in Detroit, bakermat van het andere automobiele Amerika, waar big blocks en oude concepten nog steeds de dienst uitmaken. Op de Detroit Motor Show stond de FT-HS tentoongesteld naast de retro-look Chevrolet Camaro cabrio, de Dodge Viper 600 en de Ford Interceptor. En alledrie leken het wel dinosauriërs vergeleken met de Toyota.
De manier van denken aan de Amerikaanse westkust is cruciaal. De FT-HS komt uit de koker van Calty, Toyota’s designstudio in Newport Beach, Californië. In die regio hebben meer autofabrikanten hun ontwerpafdelingen, omdat het de smeltkroes is van de nieuwste ontwikkelingen in de Amerikaanse autocultuur. En het hipste van het hipste is daar op dit moment niet gepimpte SUV’s of old school muscle cars,(hoewel die nog steeds populair zijn), maar ‘groene’ auto’s. Hybride auto’s zijn daarvan de meest zichtbare, maar er is meer, zoals de spectaculair snelle elektrische sportwagen Tesla of de opbouw van een infrastructuur voor waterstof. In Californië is milieubewustzijn niet voorbehouden aan boomknuffelaars met geitensikjes, het is juist superhip.
Maar dan wel hip op een nieuwe manier. ‘Het was niet de bedoeling om van de FT-HS een auto te maken die liefhebbers van traditionele sportwagens met klassieke vormen aanspreekt’, zegt Kevin Hunter, vicepresident van Calty. ‘Deze auto moet juist progressieve mensen aanspreken. We willen met deze auto het antwoord geven op de vraag hoe de sportwagen van de 21e eeuw eruit moet zien.’ Toyota’s antwoord is een auto die bedoeld is voor mensen die niet kunnen begrijpen waarom moderne technologie geen spectaculaire prestaties kan bieden zonder dat daarbij een exorbitant verbruik hoort. Mensen die jong genoeg zijn om milieubewust te zijn opgegroeid.
Het ontwerp van de FT-HS laat ook zien dat de sportieve Toyota moet appelleren aan zulke nieuwe waarden: ‘Het is een holistisch statement’, zegt Hunter. ‘Het design laat zien welke technologie er onder zit – efficiënte technologie, zoals bij een sportwagen hoort.’ De designtaal die de FT-HS spreekt, wordt door Toyota vrij vertaald ‘verminderende massa’ genoemd. (Ach, wat houden we toch van die kreten die worden bedacht om complexe driedimensionale vormen in simpele woorden te omschrijven. Toyota gebruikt voor dit design ook nog de kreet ‘J-factor’ en ‘levendige helderheid’.) Volgens Kevin Hunter betekent het dat bepaalde delen van de auto als het ware ‘van de toeschouwer af’ zijn gevormd, om de auto een lichte, luchtige uitstraling te geven en de functionele elementen te benadrukken; details als de 21-inch wielen, de aërodynamica, de luchtinlaten en zelfs de bestuurder en de passagier, door middel van een dak met twee ‘bulten’. Even terzijde, J-factor is Toyota’s term waarmee de fabrikant vol zelfvertrouwen het idee omarmt dat het een Japans bedrijf is dat Japanse producten maakt en dat de wereld dat maar te accepteren heeft. De tijd van goedkope Japanse imitaties laat Toyota dus definitief achter zich. Goed zo.
Enfin, de vlakke oppervlakten van de FT-HS ontmoeten elkaar in scherpe hoeken, die lijken ontworpen om de lucht weg te kappen, om luchtweerstand en lift subtiel bij te snijden. Luchthappers geleiden lucht naar de voor de hand liggende plekken – zoals de remmen en de radiators – of naar minder voor de hand liggende plekken, zoals de LED-koplampen. Of in de C-stijlen, waar ze de lithium-ion batterijen van koellucht voorzien.
De holistische designaanpak betekent ook dat de FT-HS verwijst naar onderdelen van andere Toyota-activiteiten. De neus en zijkanten, die iets weg hebben van de bargeboards van een Formule 1-auto, verwijzen naar Toyota’s F1-team. Het profiel heeft niet de lange neus en ver naar achteren geplaatste cabine van een klassieke coupé, maar een bijna driehoekige vorm die een subtiele verwijzing vormt naar de Prius.
Denk nu niet dat de FT-HS een groene, frisse knuffelcoupé is. Binnenin zit de bestuurder – geflankeerd door een middenconsole die wel lijkt op een zeisblad – op een knalrode sportstoel. De passagiers zitten op zwarte stoelen die eruit zien alsof achteraf werd bedacht dat die er ook nog in moesten. ‘Het interieur is een solo-omgeving,’ zegt Kevin Hunter. ‘Zo ziet het eruit, zo voelt het aan. Het draait allemaal om de bestuurder, omdat een sportwagen nu eenmaal een inherent egoïstisch ding is.’
Het stuur heeft geen as en is blijkbaar ontwikkeld in de verwachting dat de FT-HS drive-by-wire-besturing krijgt, al doet Toyota erg geheimzinnig over de werking van zo’n systeem. Maar dit is een conceptcar, en drive-by-wire is voor Toyota, zoals voor de meeste autofabrikanten, nog werk in uitvoering. Hoewel Toyota er verder mee is dan de meeste concurrenten. Het instrumentenpaneel zit ver bij de bestuurder vandaan, wat mogelijk is doordat er geen stuurspaken zijn die het zicht erop kunnen hinderen.
Terug naar dat driehoekige exterieurprofiel. Wie de boel open wil gooien drukt op een knop en het dak glijdt naar achteren en nestelt zich op de achterruit. Nog een druk op de knop en de dak en ruit-combi – die aan de achterzijde scharniert – kantelen omlaag en komen boven de achterstoeltjes te liggen. Voilá: een tweezits targa is het resultaat.
Toyota laat niks los over de details van de aandrijving. De lachwekkend korte technische beschrijving maakt gewag van een 3,5-liter V6 en achterwielaandrijving. Wat lijkt op de Lexus GS450h. Maar Toyota claimt voor de FT-HS 400 pk, terwijl de Lexus het moet doen met 340 (waarmee hij overigens nog altijd zeer rap van zijn plek komt). Toyota zou het extra vermogen kunnen halen uit een opgepept motorvermogen, een grotere motor of een beter batterijpakket. Maar het kan ook komen van een zogeheten supercapacitator, een opslagapparaat voor het leveren van kortstondige piekvermogens. Bijvoorbeeld in de vier seconden die nodig zijn om van 0 naar 100 km/u te accelereren…
Achter het stuur zitten schakelflippers, wat prettig is, maar ook vreemd. Toyota gebruikt immers voor al zijn hybride modellen CVT-versnellingsbakken. Die maken een essentieel deel uit van het werkingsprincipe van die auto’s. Misschien zijn de peddels bedoeld om met de CVT-bak in een aantal voorgekookte overbrengingen te kunnen schakelen, maar het betekent wel dat Toyota erkent dat sportwagenfans zelf willen schakelen en het motorgeluid bij op- en terugschakelen, volgas en afremmen willen horen. De aparte geluiden die een reguliere CVT voortbrengt kunnen ons althans niet bekoren.
De FT-HS is nu nog niet meer dan een concept. En als de auto het productiestadium zou halen, dan is vrijwel zeker dat het design minder extreem wordt, al hopen we niet veel minder. Toyota heeft immers al met verschillende generaties Celica laten zien dat het wel degelijk spannende sportcoupés kan maken. Het spectaculaire interieur zal sowieso vrijwel zeker plaats moeten maken voor een braver en goedkoper te produceren geheel. Maar dat is allemaal irrelevant als de auto niet in productie gaat. Dus: komt ‘ie? Tja. We weten dat de projectmanager van de FT-HS Chiharu Tamura was, de man die in Japan voor Toyota werkt aan het zogenaamde ‘N-platform’, waarop alle toekomstige achterwielaangedreven modellen van Toyota en Lexus komen te staan. Met andere woorden: deze man zit bij uitstek op de goede plaats om ervoor te zorgen dat een auto als deze ooit in productie wordt genomen.
Bij de onthulling van de FT-HS noemde Toyota de auto een visie op een ‘bereikbare exoot’. Met andere woorden: een auto die onder de Lexus LF-A komt te staan, tegen de prijs van een basisversie van de Porsche 911. Bovendien moeten we niet vergeten dat ze bij Toyota zelden zeggen dat het bedrijf iets nodig heeft tenzij ze heel zeker weten dat het bedrijf dat dan ook krijgt. Dat heeft te maken met gezichtsverlies – erg Japans allemaal. Dus het is niet uit de losse pols dat Kevin Hunter antwoordt op onze vraag hoe groot de kans is dat de FT-HS in productie gaat: ‘We denken dat we een auto als deze missen in ons modelgamma. Een gezichtsbepalende auto, die een nieuw publiek trekt en die het imago van het merk versterkt. We bouwen niet alleen maar transportmiddelen, we zijn ook een spannend bedrijf. We moeten ervoor blijven zorgen dat we die boodschap continu blijven uitdragen.’ En na een korte pauze voegt hij eraan toe: ‘Er zit een enorm gat in ons modelprogramma.’ En Hunter is duidelijk de man die denkt dat hij de ideale auto heeft om dat gat te vullen.
Reacties