Autotest: Toyota Prius Plug-in

Met nieuwe techniek kun je je Prius behalve tijdens het rijden nu ook thuis opladen. Maar het verhaal heeft wel een staartje.

 

Het is de bekende grap die hybride-haters altijd maken: ‘Is je verlengsnoer lang genoeg?’ Telkens weer moet je dan uitleggen dat de Prius zichzelf oplaadt tijdens het rijden. Nu neemt het verhaal een nieuwe wending, want Toyota presenteert het schoonste jongetje van de klas nu ook als plug-in, een auto die je naast de lader van je mobieltje in het stopcontact stopt. Alleen, hij is nog niet leverbaar. We lopen dus wat vooruit.

 

Normaal gesproken haalt de Prius zijn elektriciteit uit de energie die de benzinemotor of de remmen over hebben. Die elektriciteit wordt gebruikt om de verbrandingsmotor bij hogere belasting te ondersteunen of zelfs om de elektromotor als autonome krachtbron te laten fungeren voor een paar geluid- en emissieloze kilometers. De plug-in-versie heeft een grotere accu die je kunt opladen via een gewoon huis-tuin-en-keuken stopcontact. Met een volle batterij rijd je twintig kilometer elektrisch. Hmm, twintig kilometer. Als je alleen benzine in je auto kunt gooien en nog maar twee liter in de tank hebt, word je bij zo’n actieradius al flink zenuwachtig. Heb je in de dagelijkse praktijk dan wel wat aan die elektrische kilometers?

 

Ja. Want het is niet zomaar een oplaadbare auto, het is een Prius. Dat betekent dat het normale hybride-systeem gewoon in werking blijft. Dus als de elektronen zijn uitgeput, ga je verder op benzine. Als de batterij dan weer is opgeladen, doet de elektromotor zijn zelfde, ondersteunende werk. Aan de prestaties en het verbruik verandert niets.

 

Is de af te leggen afstand niet langer dan twintig kilometer enkele reis, dan kun je op de plaats van bestemming gewoon de stekker in het stopcontact stoppen. Omdat zijn bereik kleiner is dan alle plug-ins die andere merken tot nu toe gepresenteerd hebben, is de accu sneller vol. Reken op amper twee uur.

 

De aandrijflijn is hetzelfde als die van een reguliere Prius, alleen draait de elektromotor op een hoger voltage. Dit geeft de motor meer vermogen. De elektronica is hierop aangepast, de accu is van de lithium-ion soort. Zoals gebruikelijk vind je ’m onder de vloer van de kofferbak, maar omdat de batterij iets groter is, nam het bagagevolume iets af. Een beperkte tol.

 

De elektromotor van de Prius-met-een-stekker levert omgerekend maar 67 pk. Dat is een stuk minder dan de Tesla of de Chevrolet Volt. Gebruik je alleen de elektromotor bij het accelereren, dan moet je flink je best doen om een volgeladen vrachtwagen in een stoplichtsprint voor te blijven. De topsnelheid is ook maar 100 kilometer per uur. Erg is dat niet, want te allen tijde heb je de benzinemotor achter de hand en die springt naadloos bij als er extra kracht nodig is.

 

Heb je een stopcontact tot je beschikking, dan is elke rit van twintig kilometer bijna gratis, want elektriciteit is nou eenmaal veel goedkoper dan benzine. Omdat de accu veel kleiner en dus goedkoper is dan die van een Volt of Tesla, zal de aanschafprijs ook gunstiger zijn. Hoe veel gunstiger weten we nog niet, want voorlopig is de plug-in Prius nog toekomstmuziek.