Trek volop door de tweede en derde versnelling in de TWR Supercat, hoor zijn 5,6-liter V12 met supercharger helemaal tot aan de begrenzer bij 7.750 toeren per minuut janken en voel hoe onmogelijk het is om daar niet door geraakt te worden. Er zijn er naast deze nog twee over – de Pagani Utopia en de GMA T.50 – maar verder is de combinatie van een machtige V12-motor en een handbak uitgestorven.
En zo kan het gebeuren dat deze nieuwe, op een Jaguar XJS gebaseerde restomod, ondanks zijn prijs van dik over de drie ton, de instapper en het absolute koopje is in een segment dat je op zijn minst heel bijzonder mag noemen. Daarnaast is ie een heerlijk antwoord op de onlangs bekendgemaakte nieuwe merkidentiteit van Jaguar en diens volledig elektrische toekomst. Oh, en het is een restomod die geen 911 is. Halleluja.
De TWR Supercat is geen 911 en dat heeft ook nadelen
Natuurlijk zitten er wel twee kanten aan dat ‘geen 911’. Enerzijds geeft het de Supercat al meteen iets fris en enorm intrigerends, maar het houdt anderzijds ook in dat de opnieuw tot leven gewekte merknaam TWR werkt met een platform dat veel van de inherente voordelen moet ontberen die een 911-basis nu eenmaal wél biedt.
En dat het moet stellen zonder de enorme hoeveelheid kennis over die inmiddels is vergaard over hoe je ze het best kunt modificeren, en zonder de immense hoeveelheid onderdelen van hoge kwaliteit die je kunt krijgen via de diverse autosportwinkels en Porsche Classic zelf. De Jaguar XJS mag dan een zeker erfgoed hebben in de autosport, en hij lijkt er elk jaar steeds cooler uit te gaan zien, maar je kunt hem met de beste wil van de wereld nu niet bepaald een sportautosuperheld noemen.
De looks van de Supercat zijn wel degelijk die van een superheld. Of misschien eerder de superschurk. Rollend door Gotham City op een donkere, regenachtige avond zou hij er geweldig uitzien. De specificaties zijn al even briljant en sinister. Die twaalfcilinder levert 669 pk en 730 Nm (zelfs de laatste 6,0-liter XJR-S uit 1993 had maar 338 pk).
Het gewicht valt mee (voor een auto met V12)
De handmatige zesbak stuurt het vermogen naar een gelaagd sperdifferentieel, de voorwielen hebben remklauwen met zes zuigers en het ABS en de tractiecontrole zijn instelbaar, net als de elektronisch geregelde dempers. Ook is het onderstel op talloze manieren verstevigd en is het gewicht omlaag gebracht, mede dankzij een carrosserie van koolstofvezel. Met alles erop en eraan weegt de Supercat 1.605 kilo.
Op papier is dit apparaat dus al mega-opwindend. In de vroege jaren ’80 bouwde het bedrijf van wijlen Tom Walkinshaw, TWR, de XJS om naar een formidabele Groep A-raceauto. Ze wisten hem zo ver door te ontwikkelen dat ie het Europese toerwagenkampioenschap (ETCC) van 1984 op zijn naam zette. Daarnaast leverde hij Jaguar de eerste overwinning in een 24-uursrace op (die van Spa-Francorchamps) sinds de D-type dat kunstje in de jaren ’50 flikte, en hij won ook nog de race op Bathurst.
Al die expertise, gegoten in een restomod – het is absoluut onweerstaanbaar. En dan is er nog dat kleine detail van die V12 met handbak… Maar goed: twijfels zijn er ook. Het nieuwe TWR is gebouwd rond de zoon van Tom, Fergus, maar is dus niet het oude bedrijf dat heerste in de toerwagenracerij, de Le Mans-winnende Groep C-auto’s van Jaguar bouwde en gevreesd en bewonderd werd vanwege de ‘creatieve’ manier waarop doorgaans met de regels werd omgegaan.
Polariserende styling van de TWR Supercat
In feite is het een start-up met een duidelijke familieband die teruggaat naar het origineel, maar nog geen claim kan leggen op enige vorm van glorie in de autosport. De styling – die met opzet nogal polariserend is – is het werk van Kyzyl Saleem. Het is zijn eerste grootschalige project voor een gelimiteerde special na het vergaren van een zekere roem op Instagram als @the_kyza, met input van Porsche-verzamelaar en sociale-mediapersoonlijkheid Magnus Walker.
Dus, zou het kunnen dat de Supercat een beetje blijft steken in oppervlakkigheid? Een coole naam, een uiterlijk vol dramatiek, maar ietwat weinig inhoud? Nou, als er één plek is waar we dat kunnen uitzoeken, is het wel deze: het voor deze contreien hoogst ongebruikelijk miezerige zuiden van Californië. Ons exemplaar is een rijdend prototype en is voor ongeveer 80 procent klaar, als het om de dynamische eigenschappen en afwerking gaat.
Wij van TG zijn de eerste buitenstaanders die de Supercat in deze bijna definitieve vorm aan de tand gaan voelen. En we zijn blij om te melden: dit ding heeft wel degelijk inhoud. Hij heeft nog wat ruwe randjes en er moet nog wel het een en ander aan gebeuren, maar in de basis klopt het allemaal. Wat op voorhand niet per se een gegeven was.
Raceautobenadering
De eerste indrukken worden vooral bepaald door hoe zwaar het koppelings- en rempedaal zich laten bedienen. Het eerste heeft nog het meest weg van dat van een Countach, en de remmen zijn niet bekrachtigd en vereisen een soort raceautobenadering. Het unieke geluid valt het best te omschrijven als ‘smerige V12-herrie’ en het apparaat heeft een verrassende felheid in huis. De motor biedt niet de muzikaliteit bij hogere toeren die een echte volbloed kenmerkt.
Die rauwe cocktail van een blaffende inlaat, mechanisch kabaal, de schreeuw van twaalf cilinders en – eenmaal op gang – de huil van de supercharger passen verschrikkelijk goed bij een auto die er zo agressief uitziet als de TWR Supercat. En dat terwijl het lawaai en de vlammen die ontstaan als je het gas loslaat het luchtalarm kunnen laten afgaan. Gebeurt er iets met je als je in dit apparaat rijdt? Dat kunnen we afvinken met zo’n onuitwisbare stift.
De elektrische stuurbekrachtiging, uit de racerij afkomstig, past niet helemaal bij die zware pedalen, maar creëert wel meteen een gevoel van behendigheid. Er zit een precisie in de manier waarop de Supercat zich in een bocht wringt die hem zomaar kleiner en lichter doet aanvoelen dan we hadden verwacht. Ons vermoeden vooraf was dat je over die lange motorkap zou uitkijken en je een beetje onthecht zou voelen van de voorwielen, omdat je zo’n beetje óp de achterwielen zit.
Overheerlijk schakelende zesbak
Maar in werkelijkheid bevind je je precies in het midden van de actie, en krijg je juist zelfvertrouwen van alles wat zich voor en achter je afspeelt. Oh, en die handgeschakelde zesbak is heerlijk. Waarom zijn deze dingen ooit uit de mode geraakt? Verdere kilometers maken duidelijk dat de auto een heel prettige balans heeft en dat de tractie fantastisch is (dit in schril contrast tot de vroege testauto die een van onze collega’s reed op een circuit in het VK; wat weer laat zien dat het nieuwe TWR uitstekend in staat is om problemen op te lossen en de afstelling te verfijnen).
In dit soort natte omstandigheden wordt de voorkant eerst zachtjes richting onderstuur geduwd, dat makkelijk in balans gebracht kan worden, waarna de auto geleidelijk in een meer door de achterkant bepaalde aanvalshoek glijdt. Het voelt allemaal erg opwindend aan en de woestheid van het motorgeluid wordt tot rust gebracht door het gemak waarmee je hem dit soort dingen laat doen.
Wat moet er beter aan de TWR Supercat?
Daar moeten we zeker even bij vermelden dat de progressieve manier waarop de motor zijn vermogen afgeeft ook een stevige duit in het zakje doet. Hij klinkt monsterlijk en levert enorme prestaties, maar doet dat op een extreem voorspelbare manier. Ja, er valt heus nog wat te verbeteren. Zo moet het enorme gat tussen z’n drie en vier worden aangepakt. De verstelbare tractiecontrole werkt nog te abrupt.
Bekijk ook: de video van de TWR Supercat (zodat je ‘m kan horen)
De programmering van de stuurbekrachtiging is inconsistent en verdwijnt zelfs compleet bij lange linkerbochten, terwijl het motormanagement vanwege lage oliedruk het vermogen terugschroeft bij lange, snelle rechterbochten. Grappig: het was precies dat olieprobleem dat in de jaren ’80 voor veel hoofdbrekens zorgde bij de ontwikkeling van de Groep A-auto’s. Zelfs de onbekrachtigde remmen – die erg effectief zijn – hebben waarschijnlijk voor de meeste kopers toch wat assistentie nodig. Allemaal dingen waarvan we zeker weten dat TWR er wel uit komt.
TWR Supercat
Prijs: ca. € 325.000 (excl. belastingen)
Motor: 5.6 V12 supercharged,
Power: 669 pk, 729 Nm
Aandrijving: achterwielen, 6v handbak
Prestaties: 0-100 km/u in <4,0 s (geschat)
Verbruik: Hahaha
Gewicht: 1.605 kg
JJ heeft op 27 januari 2025 geschreven:
Voorkant doet me een beetje denken aan een Opel Manta….
Achterkant vind ik een mooi hommage aan de XJS
En wat een fantastisch geluid!!
Wijsneus heeft op 27 januari 2025 geschreven:
Vanaf opzij gezien: Prachtig.
Interieur: Heel mooi.
Motorruimte: WoW.
Wielen: VET!
Van voren: 🫤
Van achter: 🥴