Abarth introduceerde een tot bommetje omgetoverde Fiat 500 Cabriolet. Daar gaat de vrouwelijkheid van die lieve 500C. Zodeknetters! Wat horen we daar voor een heerlijk motorgeluid? Er hobbelt een glimmend grijze (mooi!) Fiat 500 voorbij. Pardon, een Abarth 500. Grote stickers met een nummer, op de deuren, verraden dat…
Abarth introduceerde een tot bommetje omgetoverde Fiat 500 Cabriolet. Daar gaat de vrouwelijkheid van die lieve 500C.
Zodeknetters! Wat horen we daar voor een heerlijk motorgeluid? Er hobbelt een glimmend grijze (mooi!) Fiat 500 voorbij. Pardon, een Abarth 500. Grote stickers met een nummer, op de deuren, verraden dat het een snel geval moet zijn. Als we dichterbij komen, zien we dat het om een raceversie gaat van de Abarth 500. Wat klinkt dat goed.
Een stukje verderop staat de Abarth 500C – eentje die gewoon te koop is, om op straat mee te rijden. We kruipen achter het stuur – waarbij weer eens opvalt dat de zit achter het stuur hoog is, alsof je in een busje zit. Dit als gevolg van de korte wielbasis: je zit bijna bovenop de voorwielen omdat er anders achter je geen plek meer zou zijn voor een achterbank. We zijn op Fiats testcircuit in Italië, de zon schijnt dus het schuifdak gaat helemaal open. Nu maar hopen dat ie na het starten net zo klinkt als die dichte raceversie.
Niet dus. Maar hij klinkt wel goed (of moeten we zij zeggen bij aan auto als deze?). Beter dan de Abarth Punto Evo, bijvoorbeeld. Dit nodigt uit om met de Abarth 500C de gang naar het circuit te maken, waar hij zal worden onderworpen aan onze bijzonder snelle rijaspiraties en vooral ook het gebrek aan fluwelen techniek.
Voorin ligt een 1,4-liter turbomotor die 140 pk levert. Voor een miniatuurauto als deze geeft dat rappe prestaties: 0 naar 100 km/u doet ie in 8,1 seconden en hij haalt een topsnelheid van 205 km/u. Niet heel schokkend – hier zal een zogenoemde EsseEsse-opvoerset verdere wonderen verrichten – maar leuk genoeg om je lachend het profiel van de bandjes af te laten rijden.
In tijden reden we niet in zoiets lolligs als deze 500C. Hij is echt snel, al zal dat deels gevoelsmatig zijn, maakt een lekker knetterend geluid – vooral bij het schakelen, en heeft ook een goede wegligging. In snel genomen bochten driften we echt op vier wielen terwijl de elektronica aan het overwerken is om ons niet met een vangrail te laten versmelten.
Het enige dat ons minder aanspreekt, is de versnellingsbak. De Abarth 500C is uitgerust met een soort geautomatiseerde handbak die je of in een automatische stand zet, of via flippers achter het stuur bedient. In automatische stand is het prima cruisen, maar wil je een beetje doorrijden, dan is flipperen altijd een betere optie. Alleen schakelt het niet heel vlot waardoor de 500C een beetje terugvalt in snelheid als je ‘m probeert tegen z’n toerenbegrenzer aan het uiterste te laten presteren. De fijn klinkende plofjes die hij bij het schakelen laat horen, vergoeden veel.
Het feminiene van de Fiat 500C is er in de uitvoering van Abarth wel af. Dat is niet per se jammer, want met die Abarth-logo’s wordt ie echt een stuk leuker. Zo leuk dat we ‘m zouden verkiezen boven de goedkopere en beter sturende Abarth Punto Evo. Al is dat geen vergelijk. Waarmee je ‘m dan wel moet vergelijken, weten we ook niet: misschien dat juist daarin de kracht schuilt van dit bijzonder lekkere Abarth-product.
Reacties